Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 99
Jaar: 2013
Maand: September
Auteurs: Anton Van Derbeken 

GEZONDERE BIJEN

Ik leg mijn bijen graag in de watten, figuurlijk dan, want de beestjes zitten niet vaak stil. Toch vind ik dat ze het verdienen want ze krijgen er van langs op alle mogelijke manieren. Tijdens hun kort leven wil ik ze goed verzorgen en toch heeft mijn bijenhal niets mee van een palliatief centrum voor bijen. Ik pas wel enkele inzichten toe die niet algemeen in gebruik zijn.

Was

De laatste jaren ben ik er me bewust van geworden dat de historische vervuiling in bijenwas een belangrijke parameter is geworden voor de levenskwaliteit in de bijenkast en misschien wel een belangrijke factor in de bijensterfte. De was die we inkopen neemt elke keer dat we hem gebruiken, in de kast vetoplosbare stoffen in zich op.

Die stoffen brengen de bijen mee uit hun vliegweide, maar zijn evengoed afkomstig van acariciden die de imker gebruikt om de varroapopulatie te bestrijden. De vervuiling neemt toe naarmate we dezelfde was telkens opnieuw gebruiken. De cirkel is vicieus.

Om deze reden besliste ik om de bijen zelf hun raten te laten bouwen. Ik hang nu dus telkens een leeg bijenraam tussen twee opgebouwde ramen. Helemaal leeg is het raam niet, want bovenaan bevestig ik een strookje biologische bijenwas van 2 centimeter over de ganse lengte van het raam. Ik nodig de bijen op deze manier uit om daar te bouwen.

Natuurlijk ben ik me ervan bewust dat dit energie vraagt van de bijen, maar er is het bijkomend voordeel dat ze minder snel zwermneiging vertonen. Van de biologische bijenwas uit verre landen kan ik enkel hopen dat hij beter is dan de niet-biologische, want analyseresultaten heb ik niet. Wat ik wel weet is dat in sommige derdewereldlanden nog volop DDT en andere rommel wordt gebruikt die bij ons al lang verboden is en dus vertrouw ik het zaakje niet voor 100%

Zodra ik de kans heb gebruik ik eigen ontzegelwas voor de startstrookjes. Ook in mijn eigen was zullen er nog verontreinigingen van bestrijdingsmiddelen en andere stoffen uit mijn omgeving voorkomen, maar de graad van historische vervuiling zal dalen naarmate ik minder was inkoop en mijn bijen zelf meer was laat bouwen. Als we deze techniek gaan toepassen met heel veel imkers, dan weren we op een jaar tijd een hoop gif uit de waskringloop.

Ik ben sterk voorstander van korte gesloten kringlopen. Als we de bijen zelf laten bouwen is de kringloop van bijenwas een perfect voorbeeld van een kleine gesloten kringloop. Wie zuiver werkt, doet dit voor gezondere bijen, zuivere honing en eigen gezondheid. Wie rommel gebruikt komt terecht in een spiraal van vervuiling en kan zijn eigen kinderen niet met een gerust gemoed van de eigen honing laten proeven.

Varroabehandeling

Coumaphos (Perizine®), fluvalinaat (Apistan®) en andere vetoplosbare producten die niet meer zijn toegelaten, komen niet meer in mijn bijenvolken. Die producten geven residuvorming in de bijenwas. Bovendien worden de mijten resistent tegen die producten. Een geïntegreerde aanpak van thymol, mierenzuur, oxaalzuur, en biotechnische bestrijdingsmiddelen zoals het wegsnijden van darrenraat, lijken me voor het ogenblik de beste optie. Het gebruik van mierenzuur en oxaalzuur geeft bovendien geen risico op residuen.

Na de zomeroogst en tijdens het voederen behandel ik mijn kasten met een oxaalzuurverdamping om een steekproef te doen. De effectiviteit van dit meer ‘natuurlijk product’ is hoger dan 95% bij een correcte toepassing. Aangezien er ongeveer 1/3 van de mijten op de bijen vertoeft en 2/3 in het broed zit, heb ik met die ingreep slechts 1/3 van de mijten gedood, maar de mijtentelling geeft een ernstige indicatie wat de toestand is in elke kast.

De verdere bestrijding stem ik af op die gegevens. Ik tel minstens maandelijks van het voorjaar tot de zomeroogst. Ik tel zo mogelijk dagelijks enkele dagen voor, tijdens en tot vier dagen na behandelingen na de zomeroogst. Verder volg ik het wekelijks op tot begin oktober.

Bijenweide

Met een paar potjes honing in mijn fietszak ga ik soms spreken met de omringende land- en tuinbouwers. Vaak weten die mensen niet dat hun buurman bijenhouder is. Dit jaar plukte ik daar onverwacht de vruchten van. Mijn buurman vertelde me met de glimlach dat hij er niet voor verantwoordelijk was als mijn honing naar mosterd zou smaken. Hij had wegens de natte weersomstandigheden moeten beslissen om eind juli al een groenbemester te zaaien en had hierbij de keuze tussen diverse soorten zoals Italiaans raaigras, rogge, Japanse haver en gele mosterd.

Bij die mosterd had hij opgemerkt dat dit gewas zeer geschikt was voor bijen en dat was een van de redenen die hem voor dit gewas lieten kiezen. Het resultaat was dat ik vanaf half augustus al een zee van gele bloemen met prima nectar en waardevol stuifmeel aan mijn bijenhal had staan. Ik heb hem prompt nog een paar potjes honing gebracht voor zijn kinderen.

Overleg met het lokaal bestuur

In een land- en tuinbouwstreek valt er soms weinig te halen voor de bijen. We beschikken In West- Vlaanderen over zeer weinig kleine landschapselementen en zeer weinig bomen. Dit jaar beslisten we om samen met alle imkers van onze gemeente eens met het lokaal bestuur te gaan spreken. De gemeente besliste enkele jaren geleden al om geen bestrijdingsmiddelen meer te gebruiken. Toch hopen we op een verdere samenwerking zoals door het aanplanten van meer inheemse drachtplanten, het snoeien van hagen en bomen uit te stellen tot na de bloei en het natuurtechnisch beheren van bermen.

Bij elk van deze aspecten is er een win-win situatie voor alle partijen. Een doordacht groenbeleid is goedkoper, onze gemeente krijgt een meer natuurlijk karakter en de biodiversiteit krijgt weer kansen. Het is zeer belangrijk dat de ganse bestuursploeg achter die visie staat en dat de inwoners geïnformeerd en gesensibiliseerd worden.

Sensibiliseren

Als imker doe ik wat moeite om mijn omgeving te sensibiliseren voor een meer natuurlijke manier van leven. Enkele jaren geleden vroeg ik aan de VMM toestemming om hun logo ‘hou het pesticidenvrij’ te gebruiken. Op mijn etiket prijkte ook hun websiteadres: http://www.zonderisgezonder.be. Op deze manier komt dit toch op de ontbijttafel van enkele honderden mensen in mijn omgeving. Alle beetjes helpen de beestjes denk ik dan, maar niet alleen de beestjes.

Wie geen pesticiden meer gebruikt belast het oppervlaktewater minder en dat voelen wij ook in de rekening voor waterzuivering en de kwaliteit van ons drinkwater.

Kasten isoleren

Ik isoleer mijn kasten degelijk en werk nu met gewone houten simplexkasten. Enkel de voor en achterzijde van die kasten is standaard geïsoleerd met een holle ruimte. Tijdens de inwintering pak ik mijn kasten in met 4 centimeter dikke polyurethaanplaten. Er zijn verschillende redenen, maar ik doe het niet omdat mijn bijen de koude niet kunnen verdragen. Een geïsoleerde bijenkast is als een geïsoleerd huis. Door de betere warmtehuishouding krijgen schimmels en ziektekiemen minder kans bij de bewoners, want ze vinden een droger en warmer milieu.

De kasten en raten schimmelen minder omdat het dampscherm buiten de kast komt te liggen en de volken starten vlotter op in het voorjaar. Bovendien bescherm ik de kasten beter tegen de weersomstandigheden in de winter. Imkers die al imkeren met passiefkasten of met segebergerkasten zullen me graag bijtreden. (Zie Maandblad, 2011, juli–augustus.)

Selectie

Bijen hebben een evenwicht in de genen en in hun gedrag dat afgestemd is op hun ecosysteem. Ze zijn optimaal in staat om de energie en de materie uit hun omgeving te benutten in functie van hun overleven en dit al gedurende enkele tientallen miljoenen jaren. Tevens zijn ze genoodzaakt om zich steeds aan te passen aan de natuurlijke wisselende omstandigheden. Als wij sleutelen aan de natuurlijke mogelijkheden om hun genen door te geven, dan brengen we de bijen uit dit natuurlijk evenwicht.

Ik heb geen enkel probleem met genetische selectie, maar we moeten goed beseffen dat selectie een menselijke ingreep is die nooit de natuurlijke weg kan benaderen. Ik meen dat het Justus von Liebig was die stelde: ‘Als de natuur en de wetenschap in tegenspraak zijn, dan heeft de natuur altijd gelijk’. De bijen zullen vroeg of laat altijd terugkeren naar de middenpositie in hun genetische evolutie, zonder of met de mens aan hun zijde. Het is duidelijk dat veel mensen niet tevreden zijn met de bijen zoals ze bestaan op een natuurlijke manier.

Het is een van de redenen waarom ik de trage weg van een door de imker gestuurde selectie op de eigen bijenstand verkies boven de snelle weg van kunstmatige inseminatie. Die lokaal gestuurde selectie heeft steeds de vinger aan de pols van de lokale omstandigheden. KI heeft theoretisch en economisch gezien grote voordelen als we de ethische en natuurlijke aspecten van de honingbij niet op de eerste plaats zetten.

Informeren van beleidsmensen

Honingbijen zijn massabestuivers die in staat zijn om miljoenen bloemen te bevruchten. Ze zijn geëvolueerd binnen een grote ecologische niche in relatie met de planten die ze vroeg in het voorjaar bestuiven en dat zijn voornamelijk bomen en struiken. Het bijenvolk is opgewarmd en klaar voor de start in het voorjaar bij de eerste bloei van esdoorn, sleedoorn, meidoorn, kersen, … Andere bestuivende insecten beginnen dan pas aan hun reproductie, maar honingbijen zijn al een drietal maanden bezig.

Als we enkele honderden jaren teruggaan naar de tijd dat onze streken nog een meer natuurlijke plantengroei hadden, dan weten we dat onze streken vooral bestonden uit bos met onder meer beuk, eik, es, boskers, esdoorn, spork en andere. Bijen kunnen het best redden zonder de mens met een natuurlijke plantengroei.

Om de populariteit van de aaibare honingbij bij het publiek te ondersteunen delen overheden nu bloemenmengsels uit. Het is een lovenswaardig initiatief om het publiek te sensibiliseren, maar substantieel hebben honingbijen in de eerste plaats bomen en struiken nodig.

Die bloemenmengsels zijn wel fantastisch goed voor wilde bijen en andere insecten, maar voor honingbijen zijn het snoepjes, tenzij we over grote oppervlaktes spreken.

Het promoten van kleine landschapselementen en bos ligt echter gevoelig in sommige streken van Vlaanderen. Het is hoog tijd dat we de kaalslag voor bewoning, industrie en landbouw stoppen.

Die bomen en struiken zijn in de eerste plaats noodzakelijk voor een betere levenskwaliteit voor de mensen en meer biodiversiteit. Het zijn dus niet enkel de honingbijen die er beter zullen van worden. Er gaat in België elke dag een schat aan genetisch materiaal verloren door verlies aan biodiversiteit.

Wij dragen samen die verpletterende verantwoordelijkheid. We hebben de plicht tegenover onze kinderen en kleinkinderen om zorg te dragen voor de unieke aarde die we erfden van onze ouders.

Dit is geen naïeve boodschap, maar dagelijkse bittere ernst. Neem eens een kijkje op http://www.biodiversity.be/ Als imker zijn we goed geplaatst om te zien in welke richting de balans doorslaat. Het is aan ons om die boodschap uit te dragen en laat ons beginnen met onze eigen bijen en onze eigen kinderen.