Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 102
Jaar: 2016
Maand: Jan-Febr
Auteur : Niek Van Durme

IMKEREN VANUIT EEN ANDER PERSPECTIEF

Met deze reeks artikelen wil ik het hebben over bijen houden vanuit een ander perspectief dan jullie tot nu toe gewoon zijn. Met graagte neem ik de ganzenveer ter hand. Laat ik mezelf eerst even voorstellen: ik kom uit een ‘groen’ nest waar de bloemetjes, de bijtjes en al het natuurschoon rondom ons me met de slagroomspuit werd toegediend.

Blanche en zijn peird

Als klein manneke zat ik uren in de bossen van Ursel, hielp mee op het boerenbedrijf van onze overburen, ving meikevers en kikkers die ik meenam naar de dorpsschool om onze lessen wat meer animo te geven. Het schoolse leven, de boeken en de lessen konden me gestolen worden. Veel liever ging ik op ontdekking in de natuur die toen nog meer dan voorradig en divers was. Korenvelden met klaprozen, houtkanten met wilde rozen, slee- en meidoornhagen en gigantische vliermassieven.

Weides omzoomd met knot- en andere wilgen, waar de boer me inzette om met het hakmes te zorgen voor boon- en andere staken. Ik mocht wel niet alle bomen knotten, want anders hadden de koeien bij hoogzomer geen schaduw en zou André (die bijen had) misnoegd zijn, wat de aanvoer van honing naar de boerderij dan zou beperken.

Met paard en kar trokken boer Pille en ik naar het veld om alle werk te doen, aardappels rond te voeren in het dorp, waar het paard dan stopte bij ieder café dat er was. Misselijk van de chocolademelk kwamen we dan te laat op het erf terug, waar ik Maria probeerde uit te leggen dat het niet de schuld was van haar man, maar dat het paard telkens stopte bij ieder café.

Het was pas tegen eind jaren ’70 dat de tractor zijn intrede deed op dit erf, omdat het paard gestorven was. Samen met een hoop nieuw materiaal verscheen ook de eerste spuitmachine. Ik zag aan boer Pille dat dit niet echt zijn ding was. Maar wat als er meer geproduceerd kon worden? Beter inkomen, grotere stallen, meer, meer en beter. Toen was the sky ook al the limit.

Natuur, dat is iets wat bedwongen moest worden

Ik was toen een jaar of acht en ik wist wat ik worden zou: boer! Toen ik mijn ouders, die helemaal niet uit landbouwmiddens kwamen, van mijn idee op de hoogte bracht, kan ik niet zeggen dat ze dit op gejubel onthaalden. Uiteindelijk sloten we een compromis en ging ik tuinbouwstudies volgen in Oedelem.

Gedurende zes (voor mij erg lange) jaren leerde ik alle knepen van het ‘groene’ vak. Snoeien is groeien, lange- en kortedagplanten, zomer- en winterstek, forcerie van witloof, hoe de chrysant klaarkrijgen tegen 1 november en nog veel meer. Voor ieder insect, ‘on’kruid, schimmel of plaag was er een batterij van producten die klaarstond om alles te bestrijden.

Blanche en zijn peird zijn geëlimineerd en vervangen door tractors met gele wolken.

 

Op die manier konden we de wilde, hardvochtige natuur in het voor ons geschikte keurslijf drukken. Het werd een strijd, jarenlang met verbeterde technologie en nog straffere middelen. Maar op één of andere manier bleken die middelen te weinig werkzame stof te bevatten, was er resistentie en sprong de natuur langs alle kanten uit het door ons vooropgestelde keurslijf. Natuur, dat was iets geworden wat bedwongen moest worden, onderdrukt, platgespoten en bemest, liefst chemisch want efficiëntie stond voorop.

Het woord ‘natuurlijk’, met de nadruk op de laatste lettergreep, kreeg een wrange bijsmaak. Ook ik was verleerd van te kijken, observeren en logische conclusies te trekken uit wat de natuur me iedere dag weer toonde.

De tijden van het gebruik van honing op wonden bij de koeien en schapen, propolis als schimmelwerend middel en bij longaandoeningen bij dezelfde dieren deemsterden langzaam weg. In plaats daarvan kwamen er middelen die makkelijker in gebruik en te doseren waren, maar voornamelijk wetenschappelijk bestudeerd en erkend!

Opruimen, gras maaien en spuiten

Eind jaren 80, toen ik volop in het vak stond, werden er vele bosjes en houtkanten, hoogstamboomgaarden en doornhagen opgeruimd (al dan niet met behulp van subsidies) en vervangen door planten die in de mode waren, zoals de paplaurier, coniferen, struiken en planten met dubbele bloemen. In het seizoen kwam ik dan een- of tweemaal per week langs om de tuin netjes te houden.

Vaste attributen waren de grasmaaier en de Solo rugsproeier. En er werd gespoten. Tegen allerlei onkruid in de gazons, zoals klaver, boterbloem en madeliefjes. Op de hagen, buxussen en in rozentuinen werd allerlei ‘venijn’ bestreden en ook schimmels kregen geen kans. Op fruitbedrijven reed ik rond met gechloreerde koolwaterstoffen: die waren nodig om de appels en peren goed te laten groeien.

Achter de tractor hing dan een gele wolk, die als de wind draaide, in de cabine geblazen werd. Ik stapte soms als geel marsmannetje uit de tractor om dan mijn boterhammetjes op te eten met uitzicht over de laagstamboomgaard die er wat geelzuchtachtig uitzag en waar bijen plotsklaps uit de lucht vielen. Langzaam maar zeker begon er me iets te dagen, de oudere generatie kwekers werd ziek, kregen lever- en nierinsufficiëntie, hart- en zenuwaandoeningen en kwijnden langzaam weg.

De te bestrijden plagen werden sterker, bladluizen waren na vier dagen al weer terug te vinden op de gewassen, schimmels wilden niet meer van wijken weten. Het was ook in die periode dat ik de eerste verhalen hoorde van imkers over ‘verdwijnziekte’, varroamijten en allerlei ‘rare’ zaken waar de imkers geen blijf mee wisten en de wetenschappers al evenmin.

De groene gedachte

In die periode ontmoette ik mensen die trouw waren gebleven aan de ‘groene gedachte’ en die waren blijven kijken naar wat de natuur ons vertelde. Ik leerde een pak nieuwe woorden, zoals ‘ecologisch groenbeheer’, ‘streekeigen planten’, ‘bodemleven’, ‘harmonisch parkbeheer’, ‘kringlooptuinieren’… Een heel pak oude rassen kwamen terug op het voorplan wegens goed resistent en minder gevoelig aan allerlei kwalen.

Waarheen voert dit alles ons, zul je denken? Waar ik toe wil komen, is dat we even moeten stilstaan bij wat er rondom ons allemaal is en hoe we ermee omgaan. Ook ik ben lid van de imkervereniging ‘Naar meer en beter’; het zou fijn zijn om naar ‘Anders is meer’ te gaan, in Engeland zegt men ‘If you want to go fast, go slow’.

Het uitwisselen van kennis is hier een basisbegrip, fouten die in het verleden reeds gemaakt zijn, hoeven niet herhaald te worden. Laat ons allen samen die zo moeizaam opgebouwde kennis delen met elkaar zonder nog geheimen te hebben over methodes, werkwijzen, behandelingen en dergelijke meer. Heb geen angst van nieuwe zaken, zaken die onze gevestigde orde overhoop halen en ons verplichten van vooruit te gaan.

Als je rondkijkt zie je dat de natuur voortdurend evolueert. Alleen het mens’dom’ trappelt wat ter plaatse, zich vastklampend aan zekerheden die vroeg of laat toch komen te vervallen. Toen men een paar eeuwen terug verkondigde dat de aarde rond was, was de brandstapel dichtbij. En zie nu, we vliegen op één dag de wereld rond.

Sta open voor het nieuwe

Laat ons even de geijkte paden verlaten en zien wat er nog anders kan gedaan worden. Hiermee bedoel ik niet dat alles overboord moet, integendeel. Sta open voor nieuwe, te ontdekken zaken. Ooit las ik ergens dat als je met veel mensen wandelt, je snel een pad hebt, maar als je alleen iedere dag hetzelfde pad bewandelt, heb je er al gauw een nieuw dat uitnodigend is voor anderen. Ik geef nog enkele zaken mee die stof zijn om onze grijze celletjes te pijnigen, gedreven discussies die leiden tot een ‘aha-erlebnis’.

Wat als …

  • We een gesloten kringloop creëren, ook in onze eigen bijenhal? Dus geen waswafels inkopen, maar eigen was eerst of ‘kom klaar met eigen waar’.
  • We geen 50 kg honing per kast oogsten, maar 20 kg en zomerhoning in de kast laten als wintervoer?
  • We selecteren op poetsdrift in plaats van op bijvoorbeeld zachtaardigheid?
  • Standbevruchting boven alles!
  • Leve de Vlaamse bie, zwart of …

Hopend op vele reacties van jullie, wens ik iedereen een vreugdevol nieuw jaar, met veel bijen, massa’s stuifmeel, ongelooflijke ideeën, een zeer goede gezondheid en bovenal bemin, bemin wie u dierbaar is!