Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond…
Jaargang: 100
Jaar: 2014
Maand: Juli-Augustus
Auteurs: Jef Croonenberghs

KOOP EN VERKOOP VAN BIJEN

Velen onder ons hebben al te maken gekregen met massale sterfte van hun bijenvolken. De meesten proberen zich nieuwe volken aan te schaffen in eigen kring of op bijenmarkten. En de prijzen lopen soms nogal uiteen naargelang de omvang van het aanbod en de vraag, maar ook naargelang de kwaliteit van de volken.

Te goeder trouw

De kwaliteit van de aangeboden volken kan nogal uiteenlopen. Hoe moet de verkoper, en meer nog de koper, die dan beoordelen? Om te beginnen met de gezondheid: het vrij zijn van ziekten en parasieten. Strikt wettelijk gezien moet de verkoper een diergeneeskundig gezondheidscertificaat voorleggen. Dat is waard wat het waard is. Een te goeder trouw handelende verkoper zal een betrouwbaar certificaat voorleggen, maar dat moet dan wel betrekking hebben op de te koop aangeboden volken. Dat betekent dat de dierenarts die het afgeleverd heeft elk van die volken heeft onderzocht en geïdentificeerd.

Dergelijk attest is duur en bovendien is het niet te controleren of het afgeleverde attest betrekking heeft op het te koop gestelde volk: bijenvolken zijn geen koeien die twee oorringen hebben en ‘geboekt’ zijn. Een te goeder trouw handelende verkoper maakt zelf zijn certificaat door de kandidaat-koper voor te stellen zijn koopwaar zelf te onderzoeken. Een imker met enige ervaring en opmerkingsgeest kan zelfs beter dan de doorsnee dierenarts, zien of een volk vrij is van ziekten en parasieten.

Hij ziet dat op een eerste oogopslag al aan de toestand van de kast. Als er sporen zijn van uitwerpselen op de voorgevel en op de toplatten is er nosema. Vuilbroed is in de lente wellicht al zichtbaar aan het broed. Maar gezond broed in april is geen waarborg tegen vuilbroed in de zomer. Daar kan de dierenarts, net zo min als de koper en de verkoper, iets aan doen.

Varroa hebben alle volken. Kortom, de algemene gezondheidstoestand op het ogenblik van de verkoop kan de koper zelf wel nagaan. En als hij mordicus een diergeneeskundig certificaat wil, kan hij daar zelf voor zorgen: hij kan dan kopen en pas betalen onder voorbehoud van de uitslag van een diergeneeskundig onderzoek. De verkoper zal zich daar trouwens niet tegen verzetten.

Volksterkte

Een ander criterium is de volksterkte. Die kan alleen maar gemeten worden aan de hand van de omvang van het broednest. Het aantal volwassen bijen is niet zo belangrijk, die zijn immers toch allemaal binnen de twee maanden dood. Het aantal bijen dat in de loop van de eerste twee weken zal geboren worden is van belang. Daarvoor moet het hele broednest – open en gesloten – ‘gemeten’ worden.

Eén dm2 broed vol belegd vertegenwoordigt tussen de 400 à 500 borelingen. Een normaal sterk volk moet binnen de twee à drie weken ± 30.000 nieuwe bijen opleveren, dus ± 60 dm2 broed hebben. Dat is een equivalent van vier ramen dadantblatt aan weerskanten vol belegd of zes ramen simplex. Er is echter een verschil in volksterkte naargelang het seizoen en de weersomstandigheden. In maart zal een volk niet dikwijls 30.000 broedcellen belegd hebben. Maar op het einde van april is dat echter best mogelijk.

Prijs

Hoe zit dat dan met de prijs? Uit wat hier voorafgaat, kan ik alleen maar afleiden dat de prijs niet zo maar forfaitair moet bepaald worden voor het volk als geheel, maar dat het veel oordeelkundiger en ook veel rechtmatiger is, de prijs van een bijenvolk te bepalen per dm2 broed.

De koop en verkoop geschieden meestal onder vriendimkers. Een goede vriend verkoopt alleen maar goede waar, anders komt er een kink in de vriendschap.

Nu nog wat anders

Vele imkers helpen hun collega’s in nood uit vriendschap of uit medelijden zo je wilt, en zij schenken hen dan één of meer volken. Dat soort vriendschap is een kostbaar goed dat we moeten koesteren. De vraag is: mag men van een collega verwachten dat hij je één of meer volken cadeau doet?

Niemand heeft op dit ogenblik te veel volken. En niemand weet of hij er binnen zes weken of zes maanden nog genoeg heeft. En mijn antwoord is dan: niemand hoeft zijn volken weg te schenken of in volle eigendom te verkopen.

Hij kan ze ook tijdelijk ter beschikking stellen, met andere woorden in juridische termen hij kan ze ook verpachten. Dat is zelfs gereglementeerd onder de term VEEPACHT in de Code Napoleon van 1804. Meer daarover in een volgend nummer.