Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkerbond
Jaargang: 96
Jaar: 2010
Maand: december
Auteurs: Freddy Franck

BIJENWEIDE

 

f1

Erik Truyers van Limagrain gaf op het imkerscongres te Roeselare een boeiende uiteenzetting over de aanleg van bloemenweiden met veldbloemen. Hij geeft meestal zijn lezing voor groenambtenaren van gemeenten, tuinaanleggers of studenten in de richtingen groenmanagement en tuinarchitectuur. Maar omdat hij zelf ook jaren imker is geweest, kent hij de problematiek van de bijenweide zeer goed. In het algemeen heeft de inzaai van veldbloemen vele voordelen. Het biedt aan de plantsoenen een natuurlijk uitzicht. Voor sommigen onder ons is het ook nostalgisch genieten als we bloemen terugzien die jaren uit onze omgeving verdwenen zijn.

Het is een goedkope manier om een aanplanting te creëren met een enorme variëteit. Bovendien zorgt het voor een instandhouding van de fauna, voor ons specifiek de honingbij.

Uit de catalogus van Limagrain onthouden we vooral de twee, gekende, mengsels: het Tübinger- en het Brandenburgermengsel, bij de meeste imkers wel bekend.

Als reactie op de vraag of er geen andere geschikte mengsels zijn, hebben de twee bijenbonden van Houthalen-Helchteren reeds enkele jaren mengsels uitgetest. Tot hier toe zijn er nog geen betere mengsels samengesteld. Dat Tübinger best is op zwaardere gronden en Brandenburger op lichtere gronden klopt wel, maar de pH en de vochtigheid van de bodem, alsook de weersomstandigheden zullen bepalen of alle zaden uit een mengsel gelijkmatig kiemen en ontwikkelen en of de bloei voldoende rijk en mooi gespreid zal zijn. Zo zul je bijvoorbeeld geen klaprozen zien op vochtige gronden. Ook het tijdstip van zaaien bepaalt de kwaliteit van de bijenweide. Omdat de weersomstandigheden moeilijk te voorspellen zijn, wordt aangeraden om het perceel in stroken te verdelen en iedere week één strook te bezaaien. Zo kan men de inzaai spreiden over vier à vijf weken. Dit zal ook de bloei spreiden en zal ervoor zorgen dat het gemiddeld aanbod van stuifmeel en nectar optimaal zal zijn. Bij de aanleg moeten we met een aantal punten rekening houden.

Vertrek steeds van een onkruidvrije bodem, net zoals je een gazon zou aanleggen. De spreker raadde aan de bodem op voorhand te behandelen met Roundup. (De actieve stof van Roundup is glyfosaat, waarvan sommige wetenschappers beweren dat het afwijkingen bij foetussen van mens en dier kan veroorzaken!) Als bemesting wordt door de spreker VIANO 6+7+8 aangeraden. Dit is volgens hem een van de weinige volledig organische meststoffen. Meestal is bemesting niet nodig.

De bloemenmengsels gedijen goed op arme gronden. Overbemesting zou enkel in het voordeel zijn van ‘onkruiden’. Na het ploegen wordt de bodem gefreesd. Vlak voor het zaaien wordt de bodem zeer oppervlakkig fijngelegd. De zaden moeten niet ingewerkt worden. In de natuur vallen de zaden ook zomaar op de bodem. Het zaaibed lichtjes aandrukken, rollen, zal de kieming en de ontwikkeling van de planten bevorderen. Beregening is facultatief. De zaden zullen na de droogte wel kiemen. Als je begint met beregenen moet je blijven beregenen tot de planten voldoende ontwikkeld zijn.

In optimale omstandigheden zal het mengsel zichzelf steeds terug zaaien. De ervaring leert ons dat niet alle soorten uit het mengsel het volgend jaar voldoende terugkomen. Vaak is het best om de weide ieder jaar opnieuw aan te leggen.

Omdat de behandeling en de verzending van kleine hoeveelheden zaad zeer duur is, raadde de spreker aan om gezamenlijke bestellingen te plaatsen en de verdeling over te laten aan de plaatselijke bonden. Dit is mijn inziens een praktijk die reeds op vele plaatsen ingeburgerd is.

Met praktische vragen kan je steeds terecht bij Erik Truyers, (erik.truyers@limagrain.be).