Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 101
Jaar: 2015
Maand: April
Auteur : Anton Van Derbeken

HEEFT BRUGGE EEN BIJENPLAN?

In april 2014 ontvingen alle Vlaamse gemeenten een schrijven met de vraag om het ‘Charter bij-vriendelijke gemeente’ te onderteken en uit te voeren. Tot op heden hebben 20 gemeenten een positief antwoord gegeven. De vraag is natuurlijk of de gemeentebesturen hun engagement daadwerkelijk uitvoeren of het alleen maar bij het uitstrooien van enkele zakjes bloemmengsels houden. We zochten het voor je uit en we zijn op bezoek geweest in de West-Vlaamse hoofdstad, Brugge, met de vraag: Heeft Brugge wel een bijenplan?

Groendienst Brugge

18 1

Aan de aankleding van de burelen merk je direct dat deze mensen, ook al zitten ze vaak achter een bureau, echt groene vingers hebben. De pc’s, stapels dossiers en de mensen van de administratie zitten verborgen in een oase met groene nissen van levende planten en een omgeving met veel licht. Wij willen van deze personen graag horen wat ze voor de bijen doen, maar merken direct dat ze veel verder kijken dan fauna en flora. De Groendienst beschikt over een zeer gestructureerde planning en uitvoering gebaseerd op een duurzame visie voor de bewoners, bezoekers en het personeel van de stad Brugge.

Plannen

Heidi Demeyer staat ons te woord en de plannen van Brugge liggen op de tafel. De stad beschikt historisch over zeer veel groen in de binnenstad en een groene ring

18 2

op de vesten (historische stadswallen). In de binnenstad zijn dit vooral de blekerijweiden waar vroeger de lakens werden gebleekt, maar ook de kloostergemeenschappen en private tuinen omvatten nog heel wat groen.

Elke bouwaanvraag, maar ook tijdelijke inrichtingen en werken krijgen vanuit de stad een gemotiveerde en individuele begeleiding op vlak van groen. Het wordt ons duidelijk dat hier niet zomaar een boompje onopgemerkt kan verdwijnen zonder gevolg.

Brugge beschikt ook over een tweede rand groen met heel wat parken buiten de vesten en een derde ring van groen met de stadsrandbossen zoals Beisbroek en het Lappersfortbos. De keuze voor groen is hier niet enkel een keuze voor het behoud van het prachtige patrimonium in functie van toerisme, maar evenzeer een keuze voor een kwalitatieve leefomgeving en meer biodiversiteit.

Zonder pesticiden

Heidi begint het verhaal met de ‘grote’ omwenteling en de opdracht voor een groenzorg zonder pesticiden. Het was een wettelijke verplichting die werd aangewend om de dienst intern te herstructureren in duurzaamheid. Deze keuze verplichtte de dienst om een gedetailleerde inventarisatie te maken van de zones in functie

van het beheer. Plantsoen per plantsoen, straat per straat, werden geïnventariseerd in categorieën. Bepaalde zones konden perfect zonder pesticiden worden beheerd, maar andere zones verplichtten de stad om grondige aanpassingen te doen van de infrastructuur. Nu is het een evidente zaak geworden dat alle infrastructuurwerken met groen het advies van de Groendienst krijgen in functie van duurzaam beheer. Stap per stap werden en worden nog steeds de probleemzones aangepakt met dezelfde visie.

Het pesticidenvrij beheer begint met een visie op de natuurlijke gelaagdheid van groen. Het respect voor de strooisellaag, de kruidlaag, de struiklaag en de boomlaag is fundamenteel in openbaar groen. Niet overal is er ruimte voor dit viertal maar voor elke ruimte is er wel voldoende ervaring over wat kan en wat niet.

Bomen

18 3

Er is veel respect voor bomen. Zo beschikt de stad over een duidelijke visie dat geen bomen mogen gekapt of gesnoeid worden in functie van zonnepanelen. Ook oudere bomen met gaten, scheuren, spleten en holtes zijn niet per se een probleem. Er is steeds meer inzicht dat holle bomen een belangrijke ecologische functie hebben, ook in openbaar groen. Ze zijn nestplaats en standplaats van heel wat fauna en flora zoals vleermuizen, wilde bijenkolonies en zwammen. Net zoals holle buizen sterker zijn dan volle staven is dit met bomen ook zo. Ze worden dus niet gekapt of gesnoeid als ze geen veiligheidsprobleem vormen.

Nu worden ook takkenwallen gemaakt op plaatsen waar dit kan. Het is een duurzame oplossing voor het plaatselijk verzamelen van snoeiafval. Het reduceert transport en verwerkingskosten en is een bonus voor biodiversiteit.

Op gazons of groenzones met bomen worden de boomspiegels nooit gemaaid. Machinaal maaien betekent steeds bodemverdichting en beschadiging van het oppervlakkig wortelgestel of de stamvoet. Dit willen ze hier in elk geval vermijden omdat deze beschadigingen een belangrijke bron zijn van infecties. In het najaar kan je hier bovendien heel wat paddenstoelen bewonderen onder de oude bomen in de plantsoenen.

Onkruid bestaat niet

Een wandeling langs enkele groenzones leert ons dat onkruid een term is die hier niet wordt gebruikt. Er is veel respect voor wilde planten, ook in de plantsoenen. Er bestaat wel ‘ongewenste plantengroei’ op bepaalde plaatsen en daar zet de stad de juiste machines en mensen tegenover. Er wordt gevoegd en geborsteld maar ook hete lucht, vuur en water zijn alternatieve bestrijdingsmethodes geworden op verharde ondergronden. Voor elk van die machines en methodes is een gedetailleerd werkschema opgemaakt.

In de borders en plantsoenen is het maatwerk. Zo is kruipende boterbloem meestal een ongewenste plant in vaste bloemenborders maar is de plant wel welkom in extensief beheerde graslanden en borders of als bodembedekker onder struiken of bomen.

Dit alles vraagt natuurlijk plantenkennis, zowel van sierplanten als van wilde planten. Het mooie aan dit verhaal is de versmelting van deze twee groepen planten in de plantsoenen van Brugge. De stad maakt ruimte voor hondsdraf, bosaardbei en robertskruid, smeerwortel of muurleeuwebek op plaatsen waar dit kan, en wij zien massa’s verschillende soorten hommeltjes vliegen.

Realistisch beheer

Bij het aanplanten van bomen en struiken is van bij aanvang rekening gehouden met het snoeiwerk. In principe moet elke boom en elke struik vrij kunnen uitgroeien. Het heeft dus geen zin om struiken minder dan 1 a 2

18 4

meter, (afhankelijk van de soort struik) naast voet- en fietspaden te planten. De groendienst geeft er enkel zichzelf meer snoeiwerk mee en ze hebben hier andere prioriteiten. Blote aarde zie je hier niet tenzij onder een zeer dicht bladerdek waar geen enkele plant nog wil groeien.

In andere situaties betekent blote aarde werk, tijd, geld, erosie en dat is allemaal te vermijden. Er is dus een ruime tolerantie tegenover wilde planten op plaatsen waar dit kan, er worden bodembedekkers geplant of de plantdichtheid wordt aangepast aan de situatie.

De randen van maaizones worden met opzet zo organisch mogelijk gehouden. Het geheel geeft een natuurlijk gevoel en is veel foutvriendelijker. De man of vrouw met de grasmachine krijgt instructies van de ploegbaas maar de uitvoering geeft ruimte aan een persoonlijke ‘touch’.

Voor het snoeiwerk is een inventaris en een draaiboek opgemaakt. In functie van veiligheid en het reduceren van arbeidsongevallen werd alle snoeiwerk met ladders in kaart gebracht. Waar mogelijk worden nu de hagen aangepast om zonder ladders of hoogtewerkers aan de slag te kunnen. Bovendien werkt dit kostenbesparend op de inzet van materieel.

Begraafplaats

We bezoeken de centrale begraafplaats (in de volksmond vaak Brugs Kerkhof genoemd) in Assebroek. De begraafplaats heeft een zeer rijke geschiedenis en zeer waardevolle grafmonumenten zoals het graf van Guido Gezelle, Hendrik Pickery en vele andere bekende personen.

Het kerkhof werd lange tijd onderhouden met gebruik van herbiciden maar Rik, de ploegbaas van de verantwoordelijke groenploeg is nu fier als een gieter op de realisaties van zijn team. Er worden al jaren geen pesticiden meer gebruikt en in plaats van blote, dode grond is het kerkhof een natuurlijke oase geworden met heel veel diversiteit en een rijke plantengroei.

De accenten die gelegd worden getuigen ook hier van plantenkennis en ervaring over wat mogelijk is en wat niet. Vooral tussen de eeuwenoude graven onder de oude beukenbomen in het bos kan je je in een boek van Tolkien wanen. Het is een idyllische plek geworden waar de zon hier en daar door de bomen priemt en met een stralenbundel het speelse effect van een schijnpapaver (Meconopsis) of wolfsmelk accentueert.

Over de stadsgrenzen heen

De mensen van de groendienst overleggen regelmatig met andere steden in binnen- en buitenland die een vergelijkbaar patrimonium bezitten. Het overlegplatform bouwt op deze manier aan kennis en expertise over heel diverse onderwerpen zoals het watergerelateerde groen dat hier aanwezig is met de wallen en de rijen.

Bijenplan

Deze stad heeft duidelijk geen bijenplan meer nodig. De bestaande visie op groen is bijenplan en vlinderplan tegelijk, maar het is ook zwammen- en korstmossenplan of vleermuizen- en zwanenplan. De ecologische inzichten in fauna en flora geven ruimte en respect aan de dingen die groeien. Het is een levend verhaal dat nooit een einde kent. De dynamiek van het verhaal zit in de verwondering voor natuur, sensibilisatie, vorming, ervaring en steeds nieuwe inzichten verwerven. Proficiat Brugge!

18 5

18 6