DIRK OUTGARTZOON CLUYT

Dirk Outgartzoon Cluyt, ook wel Theodor Cluyt genoemd, zal de geschiedenis ingaan onder de Latijnse naam Clutius. Hij werd vermoedelijk geboren in 1550 en overleed te Leiden in 1598. Dit was pas een jaar na het verschijnen van zijn boek: «Van de bijen, hare wonderlijke oorsprong». Voor deze periode was deze uitgave zeer belangrijk. Clutius had namelijk gebroken met de studie van de oude Griekse en Romeinse schrijvers. Hij begon zich te verdiepen in an­dere werken en bestudeerde de bijen waardoor hij eigen waarnemin­gen opschreef. Tot in 1594 was hij apotheker te Delft. Indit jaar werd hij aangesteld tot Hortulanus van de kruidentuin.

Dit is de huidige Hortus Botanicus. Clutius kreeg als leermeester Carolus Clusius (Charles de I’Escluse of Delescluse), professor in plantenkunde aan de universiteit van Leiden. Samen richtten zij er een medische tuin in en lieten deze uitgroeien tot een der mooiste plantentuinen van Europa. Clutius onderhield zelf de tuin en kweekte er ook bijen.

In zijn werk beschrijft hij hoe men in zijn tijd imkerde. Hij spreekt hierin herhaaldelijk over het reizen met bijen naar drachtvelden. Zijn boek omvat drie delen: het leven van de bijen, het bijenhouden, het gebruik van honing en was. Het werk moet wel zeer veel belangstel­ling genoten hebben. Alleen in Amsterdam werd het viermaal her­drukt. Dit gebeurde in 1608, 1609, 1653 en 1705. Ook te Antwerpen verscheen een heruitgave in 1618. Er is een herdruk geweest in 1885 en zelfs in 1977 werd een heruitgave verzorgd. Deze opsomming zal volstaan om aan te tonen dat Clutius onsterfelijk verbonden blijft aan de geschiedenis van de bijenteelt. Wij willen er graag aan toevoe­gen dat het boek geschreven is in een vorm van tweespraak. De dialoog tussen Clusius en Clutius is een heen en weer praten over veel betwiste zaken in de bijenteelt.

 

Uittreksel uit het boek “Geschiedenis van de Bijenteelt” door O. Goens en J. Maes. Een uitgave verzorgd door de Koninklijke heemkundige Kring Maurits Van Coppenolle, Brugge.