Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 95
Jaar: 2009
Maand: November
Auteurs: Roger De Vos & Katinka Van Nerum
DAHLIA
De dahlia is een prachtige, lang bloeiende snijbloem. Ze behoort tot de familie van de composieten. Elke ‘bloem’ bestaat uit meerdere kleine bloempjes.
In iedere tuin stond vroeger wel een dahlia. Tot ze als ouderwets werd bestempeld. Gelukkig is deze plant de laatste jaren opnieuw erg populair geworden. Bijzonder in nu zijn de dahlia’s met een donkerrood blad.
Als u zich een dahlia voorstelt, ziet u waarschijnlijk meteen een grote pompon voor u. Maar er zijn ook heel wat kleinere soorten. Er bestaan meer dan 30.000 variëteiten met een geregistreerde naam!
Voor onze bijen zijn alleen de enkelbloemigen interessant.
Dahlia’s komen oorspronkelijk uit Midden-Amerika. De Mexicanen kookten de dahliaknollen in water en aten ze als groente. De dahlia werd in 1817 dan ook bij de groenten ingedeeld. De smaak van de knollen lijkt op die van de artisjok.
In 1615 zou de eerste dahlia ontdekt en beschreven zijn.
De dahlia werd in 1789 door een Spanjaard vanuit Mexico naar Europa gebracht. Pas in 1804 werd de plant echt bekend en werd ze genoemd naar de Zweedse botanicus Andreas Dahl, leerling van Linnaeus. Jawel, Linnaeus, de man van de indeling van dieren- en plantenrijk. Zijn binaire nomenclatuur met de wetenschappelijke dubbelnamen die wij nog steeds gebruiken maakte hem wereldberoemd. De eerste naam geeft de geslachtsnaam aan van plant of dier, de tweede de soortnaam. Door Linnaeus schrijven wij deze dubbele wetenschappelijke benaming cursief en de geslachtsnaam bovendien met een hoofdletter. Onze honingbij wordt zo Apis mellifera genoemd, de imker, en ja, toch ook wel andere mensen: Homo sapiens.
Dahlia’s ogen mooi, zowel in groep als gecombineerd met andere planten.
De knollen worden in het voorjaar in alle soorten, maten en kleuren aangeboden, in geperforeerde zakjes met veelbelovende kleurenfoto’s erop.
De knollen zijn niet winterhard. U plant ze het best begin april eerst in bloempotten. U zet ze enkele weken op een warme plaats (minstens 17 °C) en plant ze vervolgens begin mei buiten in volle grond. Zo nemen de planten een vlugge start en bloeien ze eerder dan wanneer u ze pas in mei meteen buiten plant. Zo kunt u in juni al genieten van de bloemen.
Bij de eerste nachtvorst komt er een einde aan de bloei. De knollen moeten dan gerooid worden en na het drogen vorstvrij bewaard tot het volgende seizoen. Dat gebeurt het best bij 7 °C.
Dahlia’s kunnen ook gezaaid of gestekt worden. Bij het zaaien komen ze meestal niet soortecht terug. Stekken neemt u van jonge scheuten in het voorjaar.
Opletten met jonge plantjes. Ze zijn een lekkernij voor slakken!
Foto’s: Roger De Vos
