Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 98
Jaar: 2012
Maand: April
Auteurs: Freddy Franck

 FRAMBOZEN (RUBUS IDAEUS L.) DEEL 1

De framboos behoort net zoals de braambes tot het geslacht Rubus. Frambozen zijn in grote delen van Europa inheems.Tegenwoordig oogst de fruitkweker frambozen van eind april tot eind december. Deze enorme spreiding is te danken aan het uitgebreid assortiment van vroege en late rassen maar vooral aan het gebruik van koelcellen en serres om de oogst te verlaten en te vervroegen. In dit artikel wordt vooral de aanplanting en de rassenkeuze besproken. Een volgend artikel gaat dieper in op de snoei en op de gewasbescherming. Frambozen groeien het best op een lichtzure, humeuze, vochtige en11 1

goeddoorlatende bodem. Indien je toch op een nat perceel frambozen wenst te planten, kies dan best voor herfstframbozen en plant ze op een heuvelrug. Ze staan liefst op een windbeschutte, zonnige plaats.

De rijen lopen best noord-zuid. Heb je een geschikt plaatsje gevonden, dan bewerk je de bodem in het najaar. Diep spitten en voldoende goed verteerd organisch materiaal inwerken is de boodschap. Ook kan je reeds op dat moment plannen hoe je de struiken gaat steunen. De natuurlijke groei van frambozen is te vergelijken met die van wilde bramen. Het is dus aangewezen om de planten goed te leiden. De eenvoudigste methode is een enkel hekwerk. Palen van 2,25 m worden om de 4 m in de rij geplaatst en er worden gegalvaniseerde draden op 75, 100 en 150 cm hoogte gespannen.

Dit kan best gebeuren voor het planten. Planten kan van november tot februari. Daar frambozen zeer gemakkelijk uitlopers vormen, kan je zeker van bevriende imkers of op plantenruildagen geschikt plantmateriaal bekomen. Het is wel belangrijk dat je weet welke frambozen je gekregen hebt. De meeste amateurs weten zelf niet welke rassen ze in hun tuin hebben staan.

Maar ze weten wel of het zomer- of herfstframbozen zijn en of de vruchten rood of geel zijn. Vraag ook of de aangeboden rassen plagen ziektebestendig zijn. Een uitloper is slechts één rechte lange tak. Het planten gebeurt zeer ondiep. Best kijk je hoe diep de uitloper voorheen gestaan heeft. Dit kan je zien aan het kleurverschil van de bast. Je zal merken dat de uitlopers zeer oppervlakkig wortelen. Omdat het moeilijk is om zo’n lange tak recht te houden na het planten, snoeien we hem voor het planten af op 25 à 30 cm. Voordelen van de korte snoei bij het planten is dat de scheuten gemakkelijker inwortelen en dat ze in het voorjaar nieuwe scheuten maken dicht bij de grond. Plant in de rij om de 30 cm één uitloper. Tussen de rijen volstaat een afstand van 130 tot 150 cm. Na het planten dekken we de grond af met een dikke laag tuincompost.

11 2

 

Als je werk wil sparen leg je op de compost nog een antiworteldoek. Deze blijft gedurende verscheidene jaren liggen. Hij vermijdt opslag van onkruid en uitlopers, zorgt voor een warmere bodem vroeg in het voorjaar en verhindert de afbraak van de rulle bodemstructuur rond de wortels van de planten. In het voorjaar als de knoppen uitlopen, wordt de oude stomp weggesnoeid.

Daar frambozen oppervlakkig wortelen, hebben ze gemakkelijk watertekort. Regelmatig gieten in het voorjaar en de zomer is zeker aangewezen. In onze Bijenplantengids krijgt de framboos een richtwaarde 4/3 voor nectar/pollen. Frambozen zijn derhalve waardevolle drachtplanten. Interessante rode zomerrassen zijn: Glen Moy, Malling Exploit, MallingPromice, Schönemann en Tulameen; een geel zomerras is Golden Everest. Rode herfstrassen zijn: Autumn Bliss, Heritage en Zefa 3-Herbsterne; een geel ras is Fallgold.
Naast de meest opvallende eigenschappen zoals de drachtperiode en de kleur van rijpe vruchten zijn ook de smaak van de vruchten en de groeikracht van de struiken van zeer groot belang.

 

Dank aan Calle Plants http://www.calleplant.be/ en aan PCFruit (www.pcfruit.be) voor de nuttige informatie en de foto’s.