Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkerbond
Jaargang: 90
Jaar: 2004
Maand: december
Auteurs: Pierre Polus, vertaling Ghislain De Roeck

GOUDKLOMPEN, OF TOCH BIJNA!

Ik heb altijd al veel waarde gehecht aan was, ondermeer omdat onze honingbijen, in tegenstelling tot veel andere insecten, hun nestmateriaal niet putten uit de natuur, maar het zelf produceren.

f1
Wasklieren en wasplaatjes.

Wespen, hommels en hoornaars bouwen elk jaar een nieuw nest. En wat doen de honingbijen? Mocht de mens er zich niet mee bemoeien, dan zouden we dat ook van hen kunnen zeggen. Immers, voor- en nazwermen die de kast verlaten, bouwen elk een nieuw nest. Als een fel verzwakt stam­volk dan teloor gaat, vernietigt de wasmot vaak zijn raten. Hoe dikwijls echter zien we niet dat een nieuwe zwerm het nest inpalmt en heropbouwt?

Door in te grijpen in het zwerm­proces beletten imkers meestal dat een belangrijk gevolg ervan plaatsvindt, namelijk het regelmatig vernieuwen van de wasraat van een bijennest. Het resultaat van hun tussenkomst is dan dat de bijen langer wonen in oude raat.

In onze tijdschriften kunnen we lezen dat we de nieuwe wasraat moeten merken met een punaise in de kleur van het jaar en dat we elk seizoen twee ramen moeten vernieuwen. Afhankelijk van het kasttype, blijft een kader op die manier echter vijf tot zes jaar in de kast! De bijen zullen over die periode in elke cel vijftig tot zestig larven hebben groot gebracht ‘zonder de lakens te vernieuwen’. Een gevaarlijker microbennest    is nauwelijks denkbaar. Tegelijkertijd weten de wasbijen geen blijf met de wasplaatjes die ze produceren omdat ze geen nieuwe raat kunnen optrekken. We vinden ze op de kastbodem terug.

f2
Bij tekort aan bouwgelegenheid laten de wasbijen hun wasplaatjes vallen.

Aanvaard hierbij een goede raad: beheer uw ramen op een actieve manier. Hernieuw de raat zo veel mogelijk tijdens de herfst als u overbodige ramen wegneemt, gedurende de lente als u lege ramen, kantramen en beschimmel­de ramen verwijdert.

Als deze ramen nog wat voedsel bevatten, ontzegel de cellen en hang ze achter een scheidingplank in de kast. Na enkele uren zullen de bijen ze leeggemaakt hebben waarna u de raat kunt smelten.

Waswafels in het broed hangen tijdens de groeiperiode van de volken en in het hoogsel tijdens de drachtperiode verzekert u van perfect uitgebouwde ramen.

Bovendien is het een doeltreffend middel bij het voorkomen van de zwermstemming in een volk omdat het de wasbijen in staat stelt hun roeping te vervullen: dat is de ratenbouwsters te zijn waarvoor de natuur hen heeft voorbestemd.

Het inhangen van waswafels in het broed gebeurt pas op het ogenblik dat het volk sterk genoeg is om het hele broednest te verwarmen. Doorgaans voeren we één wafel in per week. De bijen bouwen deze snel uit waarna de koningin ze al even vlug belegt. Zodra een volk zijn volledige ontwikkeling bereikt, stopt het met het uitbouwen van de wafels die we hen aanreiken. Als er op dat ogenblik onvolledig uitgebouwde raat aanwezig is zonder broed, nemen we die best weg.

Als de bijen een waswafel krijgen, ‘rekken’ ze de celreliëfjes op de wafel niet uit zoals we soms te lezen krijgen. Neen, de wasbijen bouwen de celwanden op met was die ze zelf produceren. Als het hen aan was ontbreekt, recupereren ze er door te gaan knabbelen aan de randen van de waswafel of aan wasrestjes die ze eerder op de raamlatten of de wanden van de kast deponeerden Ze vinden er zelfs buiten de kast, als de imker ergens wasrestjes heeft achter­gelaten.

f3
Bij die was recupereert.
f4
Zonnewassmelter.

Smelten van raat

Sommige imkers denken dat er bij oude raten geen was te recupereren valt. Ze gooien die dan weg en zetten de gekuiste ramen opzij voor volgend seizoen. Maar noch de bijen, noch de larven verbruikten de was waaruit die raten zijn opgebouwd! Die zit gewoon verscholen achter coconweefsel, propolis en allerlei andere stoffen die de raat donker kleuren. Met een goede smelttechniek kunnen we van deze raten veel was terugwinnen.

De zonnewassmelter

Een zonnewassmelter zuivert de was prima, maar heeft toch enkele nadelen. In de eerste plaats is er volle zon nodig. Als wolkenvelden afwisselen met zonnige periodes blijft de temperatuur te laag en is het resultaat ondermaats. Ook de beperkte ruimte is een nadeel. In een zonnewassmelter is er slechts weinig plaats waardoor de gebruiker telkens opnieuw verplicht wordt om de ramen te vervangen en het afval op te ruimen. Tenslotte moeten de zonnestralen loodrecht op de raten vallen. Ook dat maakt regelmatig ingrijpen noodzakelijk. Sommige smelters beschikken hiertoe over een mobiele voet. Voor wie weinig ramen moet smelten, is het toch een interes­sante mogelijkheid.

Stoomwassmelter

f5
Cilindrische stoomwassmelter.
f7
De was bezinkt in lagen.
f6
Rechthoekige stoomwassmelter.
f7
De was bezinkt in lagen.
f8
De gesmolten was bevat vuil.

De cilindrische stoomwassmelter bestaat doorgaans uit twee concentrische kuipen. De ene bevat het water, de andere de te smelten was. Als warmtebron wordt meestal een gasvuur gebruikt. Recent is de rechthoekige wassmelter op de markt gekomen. In deze smelter kunnen de ramen opgehangen worden, wat toch een grote verbetering betekent. Het water wordt met gas of elektriciteit verwarmd en zit in een reservoir die zich buiten de waskuip bevindt. Deze laatste moet goed geïsoleerd worden om een te snelle afkoeling van de stoom te voorkomen, wat niet het geval is bij een cilindrische wassmelter. De smeltende was   wordt , opgevangen in een reservoir dat bij een zonnewassmelter binnen in het toestel zit en bij een stoom­wassmelter er buiten. De was loopt laagsgewijs in het reservoir en bevat vaak nog afval die we moeten verwijderen. Hoe pakken we dat aan?

Was zuiveren

De onderscheiden waslagen bevatten dus nog stuifmeel, propolis, coconweefsel, enz. Als de te smelten raten oud en zwart waren, zal de nu gesmolten was er donker uitzien. We willen die nu verder zuiveren en al het afval verwijderen. Bovendien willen we wasklompen verkrijgen die aan onze noden voldoen. De was die uit de smelter kwam, gaan we nu hersmelten in een kom uit inox omdat alle andere metalen aangetast worden door het zwavel­zuur dat we straks gebruiken. Eerst gieten we enkele liter water in de kom waarna we ze opvullen met brokken was. We brengen het water aan de kook en terwijl de was smelt, roeren we de brij met een metalen staaf.

f9
Te hersmelten was.
f10
Smeltende was.

Als de was gesmolten is, leggen we de verwarming stil en voegen 5 tot 10 ml zwavelzuur toe. Het is best om het zuur op voorhand in een glazen bekertje klaar te houden.

Opgelet! Zwavelzuur is gevaar­lijk voor de huid. U moet er heel zorgvuldig mee omgaan. Draag daarom handschoenen die tegen zuren bestand zijn. Giet bovendien nooit water op het zwavelzuur, want dat zou een hevige reactie veroorzaken waarbij het zuur in alle richtin­gen wegspat.

f11
Was behandeld met zwavelzuur.
f12
Zeef afgedekt met een nylon kous.
f13
Gegoten broden van 1 kg.

Er ontstaat een licht gebruis waarna de was zijn mooie gele tint verkrijgt. We gieten de was vervolgens door een zeef die we afgedekt hebben met een nylon kous.

We kiezen een wasvorm in functie van het gebruik dat we van de was zullen maken. Als we de bedoeling hebben om de was te ruilen voor wafels, laten we hem in een grote plastic kom vloeien. Zodoende bekomen we klompen van meerdere kilo’s. Als we integendeel de was zelf gebruiken, bv. om kaarsen te gieten of waswafels te maken, dan kunnen we beter klompjes van ongeveer een kilo maken. We gebruiken alweer plastic gerei. Plastic laat zich immers gemakkelijk vervormen.

Dat helpt om de opgesteven was zonder moeite uit de kommetjes te halen. Als we de vloeibare was in kleine vormen gieten, is het aangewezen een pollepel te gebruiken. Hiermee vermijden we dat eventueel afval, dat zich toch nog tussen de was en het water zou bevinden, in de vormen terecht komt.

Zodra de was in de vormen gegoten is, worden deze goed geïsoleerd om de was een paar uur vloeibaar te houden (een mogelijk­heid is ze in een oude koelkast te plaatsen). Het afval dat toch nog doorheen het nylon zou zijn geraakt, zakt naar de bodem van de was. We kunnen het, als de was afgekoeld is, gemakkelijk weg schrapen.

Geen materiaal?

Een wassmelter is een dure investering. Bepaalde afdelingen bezitten er een en houden die ter beschikking van hun leden. Maar het is mogelijk om zijn was met eenvoudig of zelfs gerecupereerd materiaal te smelten zonder al te veel moeilijkheden. Een vergaar­bak van voldoende grootte (olievat in twee gesneden, steriliseer­toestel, … ) is wel een absolute vereiste.

We verwijderen de te smelten raten uit hun kader. Tegelijkertijd halen we de steundraden weg tenzij ze nog stevig zitten en kunnen herbruikt worden. We stoppen de uitgesneden raat in een stevige linnen zak (van jute bv.) en plaatsen die in de vergaarbak. Om hem op zijn plaats te houden,leggen we er een zwaar voorwerp bovenop (steen, loden buis, … ). We vullen de vergaarbak vervolgens met water, tot ruim boven de zak en het voorwerp, en brengen het aan de kook. De was smelt, dringt doorheen de gaatjes in de zak en stijgt naar het wateroppervlak. Het is moeilijk om zeggen hoeveel tijd er nodig is om alle was op die manier uit de zak te krijgen. Dat wordt dus een beetje raden en ervaring opdoen. Als de verwarming uit is, moeten we ook nu de vergaarbak isoleren om de afkoeling te vertragen.

Zodoende zakken de afvalstoffen, die ook doorheen de gaatjes in de zak zouden zijn geglipt, naar de bodem. ‘s Anderendaags is de was gestold waarna we hem moeiteloos uit de vergaarbak kunnen halen.