Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 102
Jaar: 2016
Maand: April
Auteur : Guido Sweertvaegher

WASVERNIEUWING EN OOGSTEN

In de vrije natuur verlaat het bijenvolk de oude nestplaats door te zwermen en de bijen bouwen een volledig nieuw nest uit. Door middel van een doordachte bedrijfsmethode kan ik voortdurend aan wasvernieuwing doen. Dit is zeker een noodzaak wil men de gezondheid van de bijen op peil houden. Was is een kostbaar product dat enkel door de bijen kan aangemaakt worden. Als imker moet men dat gele goud koesteren.

Na de zomerdracht

Bij het inwinteren van de productievolken kan men al heel wat oude raten verwijderen. Na de zomerdracht (21 juli) herschik ik de kasten. De tweede romp waar het grootste deel van het broed zich bevindt, plaats ik op een bodem en hang er eventueel één of twee kantramen bij. De onderste romp komt nu bovenaan met eventueel de resterende broedramen aangevuld met een paar stuifmeelramen, de vrij gekomen oude ramen gaan nu naar de smeltkroeg.

Bij het rangschikken zorg ik ervoor dat de broedramen één geheel vormen, daarbij breng ik wel de donkerste broedramen naar de onderste romp, terwijl ik de heldere broedramen bovenaan hang, aangevuld met uitgeslingerde ramen. Wanneer oude ramen nog een kleine voedselvoorraad hebben, breng ik deze in een lege romp bovenop de dekplank en verklein de voederopening tot 2 cm, de celdeksels verwijder ik met een ontzegelvork. Na een paar dagen is de resterende voedselvoorraad door de bijen naar onder gebracht. Deze ramen verwijs ik dan naar de smeltkroeg en dien daarna de wintervoeding toe.

De uitgeslingerde ramen laat ik door de bijen proper maken vooraleer ik de wintervoeding toedien. Ik plaats een aantal rompen met uitgeslingerde ramen op de dekplank van een bijenvolk en verklein de voederopening tot een paar cm². Enkele dagen later neem ik de ramen ‘s morgens uit de rompen en berg deze onmiddellijk op in een afgesloten niet functionerende diepvrieskoffer. Last van de wasmot heb ik niet en ik gebruik geen middelen ter voorkoming van de wasmotschade. De ramen komen in het voorjaar maagdelijk schoon uit de diepvrieskoffer

Na het opvoederen zit de tros overwegend onderaan, de voedselbron zit dan bovenaan in de tweede romp. De bijen verplaatsen zich tijdens de winter naar de bovenste romp doorheen de voedselbron.

In het voorjaar

Zit de bijentros met het broed tijdens de eerste voorjaarscontrole volledig bovenaan, dan neem ik de onderste romp weg en de oude ramen gaan naar de smeltkroeg. De bijen zitten dan voor een korte periode op één romp. Om warmteverlies te vermijden ga ik tijdens deze operatie het broed volledig gesloten houden en is het soms niet nodig de dekplank op te lichten.

Naargelang de voorjaarsontwikkeling en volgens de noodwendigheid zal ik het volk later uitbreiden met een tweede romp: enkele broedramen naar boven brengen en de vrijgekomen ruimte aanvullen met waswafels en een kantraam of opvulblok. Opgepast: het broed in de bovenste romp moet steeds aansluiten met het broed van de onderste romp.

In geval de bijentros nog beide rompen bezet, zet ik de bovenste romp met gesloten dekplank in een omgekeerd kastdeksel, terwijl ik in de onderste romp de oude ramen tot aan het broednest vervang door uitgewerkte waswafels. De twee rompen worden daarna terug gesloten. De tijd voor het openen en vervangen van ramen moet in het vroege voorjaar zo kort mogelijk gehouden worden.

Tijdens het drachtseizoen

Gedurende het lopende drachtseizoen verplaats ik tijdens controlewerkzaamheden oudere broedraten naar de rand van de bijentros of naar de onderste romp. Zo kan ik op een doorgedreven manier aan wasvernieuwing doen.

17 1

Ook de was van de darrenraten recupereren is de boodschap. Laat eerst de mezen de darrenlarven uit de broedramen pikken, voor hen is dit een zeer gegeerde voedselbron, daarna kan het raam naar de smeltkroeg. In de zonnewassmelter kan men ook de was van het darrenbroed scheiden, telkens men andere ramen aanvult moet men de larven en hun cocon uit de zonnewassmelter verwijderen. Ook niet mooi uitgewerkte of misvormde raten en raten met darreneilanden worden naar de smetkroeg verwezen.

Wasverwerking

Het recupereren van de was gebeurde vroeger door middel van een stoomwassmelter. Reeds na een paar jaren ben ik volledig overgeschakeld op een zonnewassmelter.

Een stoomwassmelter heeft heel wat nadelen. Door de stoom lost de lijm van de ramen op, houtporiën zetten zich open en het hout wordt poreus en vezelachtig. Ook moet je de ramen opsparen tot je de nodige tijd hebt om ze te smelten, met als gevolg dat de was waardeloos wordt ten gevolge van de vreetzucht van de wasmotlarve.

Een zonnewassmelter biedt heel wat voordelen tegenover een stoomwassmelter. Vanaf maart-april is er reeds voldoende zonnewarmte om deze ramen af te smelten en deze kunnen al tijdens de voorjaarsdracht opnieuw ingezet worden. Door het bijenseizoen heen kan men ramen afsmelten, zelfs soms nog tot in de maand september. De in augustus vrijgekomen koninginnenroosters komen ook in de wassmelter terecht, mooi gereinigd worden ze dan klaargezet voor het volgend seizoen.

Wanneer men een drukke beroepsbezigheid heeft, stelt men de zonnewassmelter zo op, dat bij thuiskomst deze in de richting van de zon opgesteld staat. Tijdens een zonnig weekend kan men zelfs vijf keer drie ramen per dag uitsmelten.

Om te voorkomen dat oude wasramen in wacht aangetast worden door de wasmot stelt men deze vrij op met een tussenruimte van een paar cm. Bij mij hangen deze ramen boven de opgestelde bijenkasten, weliswaar op een plaats met een goede lichtinval. Een andere mogelijkheid is deze te stockeren in een romp dat men op zijn zijde legt zodanig dat de lichtinval tussen de ramen maximaal is.

Telkens we de zonnewassmelter voorzien van andere ramen, verwijder ik met een vuilnisblik de overblijvende cocons en verzamel ik deze om tijdens de winter de houtkachel aan te maken (met een stoomwassmelter is dit verzamelen van niet zo praktisch).

Nu men de mond vol heeft van energiebewust te leven, zal door gebruik te maken van zonne-energie de zonnewassmelter nog een bijkomend voordeel bieden.

Zuiveren van was

De recuperatiewas van de zonnewassmelter bevat nog tal van onreinheden zoals cocons, stuifmeelresten en eventueel nog wat resten van wintervoeding, …

Om een maagdelijk wasbrood te bekomen bewerk ik de was in twee fasen. Daarvoor gebruik ik een oude frituurketel met vermogensregeling door middel van een spanningsregelaar. In de frituurketel giet ik 1 liter regenwater en voeg de was erbij.

Eens de was gesmolten is, giet ik de wasbrij in een plastic emmer (conisch van vorm) waarin ik vooraf 1 liter kokend water giet. Deze warme watermassa zorgt ervoor dat de was traag afkoelt, en krijgen de onreinheden ruim de tijd om naar onder te zakken. Om het stollingsproces te vertragen wordt de emmer met een plank afgedekt en met een deken omwikkeld.

Na 24 uur is het wasbrood opgesteven, de onreinheden die zich onderaan het wasbrood vastgezet hebben, worden met een plamuurmes (eventueel met een hakmes) verwijderd.

Het nazuiveren gebeurt door het wasbrood een tweede maal te smelten op dezelfde wijze als hierboven beschreven. De was giet ik in een emmer die vooraf gevuld is met 1 liter kokend regenwater.

’s Anderendaags verwijder ik nogmaals de resterende onreinheden met een plamuurmes. Wanneer dit niet zo vlot gaat, verwarm ik de onderkant van het wasbrood met een verfbrander. Dit maakt het afschrapen wat soepeler.

De wasbroden zijn dan heel zuiver en klaar voor het verwerken naar eigen gegoten waswafels en hebben we geen 10% wasverlies zoals men in de vakhandel in minrekening brengt. Tijdens de smeltperiode laat ik de was niet koken, door een te hoge temperatuur verliest de was zijn gele kleur en wordt hij bruin. De wasbroden stapel ik weg om ze dan tijdens de winter te verwerken tot waswafels.

17 2

17 3

17 4