Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkerbond
Jaargang: 89

Jaar: 2003

Maand: oktober

Auteurs: Gilbert Janssens en Louis Eerselmans

WASVORM IN GERECUPEREERD MATERIAAL: PRAKTISCH EN GOEDKOOP!

Als raten ontzegelen en honing slingeren al een hele onderneming is, dan is was smelten, reinigen en in vormen gieten, dat nog veel meer.

Voor het verwerken van de honingoogst, mogen we al eens beschikken over de keuken of de bijkeuken. Ook al levert dat nadien heel wat extra poetswerk op voor onze beminde wederhelft. Want het blijft al bij al toch een plakkerige bedoening. En zij is zo gesteld op de netheid van haar kroondomein.

eerste foto
Een voorraad kleine wasbroden komt steeds van pas
tweede foto
derde foto
vierde foto
vijfde foto

Maar voor het smelten en reinigen van de was – bijenwas wel te verstaan – is ze onverbiddelijk: weg ermee, het huis uit. Die troep van oude raten en plakkerige zegeltjes wil ze niet gezien hebben. En die dampende wassmelter, in bruikleen van de vereniging, op de geboende tegelvloer, is haar een doorn in het oog. Eén keer is het ons gelukt haar te verschalken, maar nadien nooit meer. Van toen af aan moesten we met het hele zootje naar het stalletje of het schuurtje in de achtertuin. Maar geen nood: we hebben ons daar goed geïn­stalleerd, tot voldoening van beide partijen.

Er deed zich nog een probleem voor dat moest opgelost worden. Sinds we ons toegelegd hebben op kaarsen gieten, hebben we behoefte aan kleinere wasbroden. Het bleek niet praktisch om voor enkele kaarsen telkens een groot wasbrood van enkele kilo’s aan te spreken. We zouden de zuivere was willen opslaan in kleinere, handige vormen. En die hebben we ook gevonden in de verpakkingafval die in elk gezin aanwezig is.

Fruitsappen en melkproducten komen dikwijls in de handel in zogenaamde tetrabrikken. Dat zijn geplastificeerde kartonnen dozen van één liter. Ze zijn aan de binnenzijde bekleed met een aluminiumfolie. Aan de bovenzijde zit een wit lipje in hard plastic, dat als uitgietbekje en als afsluitdekseltje dienst doet. Op die dozen hebben we het gemunt! Voortaan sparen we er een tiental van op, in plaats van ze meteen in de afvalzak te dumpen.

 

En nu aan de slag! We hebben de oude raten, de zegelwas en de wasafval uit de bijenstand gesmolten in een afgedankte gegalvaniseerde sterilisatieketel. Mijn moeder gebruikte die om allerhande groenten en fruit in glazen ‘weckpotten’ te steriliseren, waardoor ze een hele winter lang goed houdbaar bleven.

Wel in zo een ketel drijft nu de wat vieze brij van gesmolten was. Daarnaast hebben we een emmer gesteld waarover we een afgedankte nylon panty hebben gespannen. Voorzichtig gieten we de inhoud van de ketel door de panty in de emmer. Is de hoeveelheid te groot en/of de ketel te zwaar, dan scheppen we met een pannetje de inhoud over in de emmer. De voorgezuiverde was houden we nu warm en vloeibaar, door de emmer te omwikkelen met jutezakken of andere lappen textiel. Na een uurtje of zo, zijn de resterende onzuiverheden naar de bodem gezakt …

Nu gaan we de vloeibare was overscheppen in onze opgespaarde ‘gerecupereerde’ vormen. Voorzichtig scheppen we met een pollepel of een pannetje – liefst iets met een tuitje – de bovenlaag van de gesmolten was weg, zonder de vloeibare massa echt om te roeren. Zo vullen we voorzichtig de melk- en fruitsapdozen.

Deze tetrabrikken zetten we tegen elkaar aan in een grotere doos. Overblijvende ruimte vullen we op met verfomfaaide kranten. De brikken behouden zo mooi hun balkvorm en ze houden elkaar warm. De was kan dan traag opstijven, zonder krimpscheuren. De laatste onzuiverheden zullen naar de bodem van de dozen zakken.

De volgende dag kunnen we de afgekoelde wasblokken losscheuren uit de tetradozen. Die kunnen nu in de (juiste!) afvalzak voor de definitieve recyclage, nadat ze al eens door de imker gerecupereerd zijn geweest. Mooi toch, niet?

Met een scherp mes schrapen we aan de onder­kant van de wasblokken de laatste onzuiverheden weg. Met deze handige wasblokken van ca. 1 kg, kunnen we alle kanten op!