Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 97
Jaar: 2011
Maand: Juni
Auteurs: Roger De Vos

KRUISDISTEL – ERYNGIUM

20_1

Als men hoort spreken van distels dan denkt men onmiddellijk aan stekelige planten, maar Eryngiums zijn zeer decoratieve planten die meestal winterhard zijn, ze komen dan ook voor in zowel de gematigde als in de warmere delen van de wereld.

Deze planten zijn geschikt voor droge arme en kalkrijke gronden. Voor de meeste soorten is dan ook een goed ontwaterde grond van het allergrootste belang.

Ook een zonnige standplaats is noodzakelijk. Ze houden echter niet van te stikstofof humusrijke gronden.

Voor onze bijen is het een prima pollen- en nectarplant met een waarde van 3/3. In de handel zijn ontelbare soorten verkrijgbaar, van heel laag tot bijna een meter hoogte. De kruisdistels, die eigenlijk helemaal geen distels zijn, maar schermbloemen in de vermomming van een distel komen voor in verschillende kleurschakeringen, gaande van zilverwit, over violetrood, tot staalblauw.

De meeste soorten zijn hier nauwelijks winterhard, alleen Eryngiums uit de prairies van de USA zijn tegen ons klimaat bestand. Van de soorten uit ons oude vertrouwde Europa kennen we vooral de in het wild voorkomende blauwe zeedistel (Eryngium maritimum) een beschermde plant, je mag er alleen maar naar kijken maar aankomen niet. Ook de echte kruisdistel (Eryngium campestre) komen we in het wild nog tegen op zanderige gronden.

Naast de wilde kruisdistels heb je een groep van tuinkruisdistels, waarvan Eryngium planum, Eryngium x tripartitum en Eryngium bourgatii, een kruisdistel uit de Pyreneeën, het gemakkelijkst in onze tuinen te houden zijn. Vooral de Eryngium bourgatii met zijn gemarmerd blad is een opvallende verschijning met zijn staalblauwe bloemhoofdjes. Een buitenbeentje in de tuin met een bijzondere aantrekkingskracht op de bijen is de Eryngium giganteum.

Het is een tweejarige plant die zich bijzonder goed uitzaait. Ondanks zijn naam wordt hij niet hoger dan 40 à 50 cm. Alhoewel de meeste kruisdistels aan zanderige droge grond de voorkeur geven, doet deze het op mijn zware kleigrond

20_2

uitstekend. Alle kruisdistelsoorten worden uit zaad vermeerderd, heel wat soorten zijn vorstkiemers, dus binnen zaaien zal geen resultaat geven. De vorst moet er eerst een paar keren over geweest zijn, wil het zaad kiemen.

De plantjes met hun penwortel laten zich ook heel moeilijk verspenen, dus ofwel onmiddellijk ter plaatse zaaien of in potjes geeft de beste resultaten.

En voor moeder de vrouw: de Eryngiums lenen zich ook uitstekend om in bloemstukjes of droogboeketjes verwerkt te worden. Voor onze bijenborder raad ik ten zeerste de E. giganteum aan, hij zal tijdens de bloei niet alleen een wellust voor het oog zijn, maar zal ook bezoek krijgen van honderden bijtjes!

Eens je deze in de tuin hebt staan, zal hij er ook niet meer uit verdwijnen.

Foto’s: Roger De Vos