Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 100
Jaar: 2014
Maand: Mei
Auteurs: Freddy Franck

POMPOEN: CUCURBITA MAXIMA DEEL 2

In een vorige bedrage werd uitgelegd onder welke omstandigheden we best pompoenen zaaien en aanplanten. Interessant is dat we na de oogst de pompoenen zo lang mogelijk kunnen bewaren. Hierbij spelen de rassenkeuze, de gewasbescherming, de oogst en de bewaring een cruciale rol.

20 1

Tegenwoordig zijn vooral de kleinere typen zeer in trek. We kennen de kleine oranje Hokkaido’s met als standaardras de Uchiki kuri.

Dit middelvroeg ras is sterk rankend, draagt grote donkere bladeren en er groeien per plant 2 à 3 buikflesvormige goed bewaarbare vruchten met een gewicht van 1 à 1,5 kg. Het vruchtvlees is zeer vast en smaakt nootachtig.

Andere goed bewaarbare rassen zijn Sweet mama, Sweet dumpling en Buttercup Burgess. Ook belangrijk bij de rassenkeuze is de plaats waar de vrucht zich ontwikkelt.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen bush (vruchten aan de stam), semibush (vruchten aan de stam en ranken) en rankend (vruchten aan de ranken).

Voor een snelle grondbedekking zijn sterk rankende rassen met grote bladeren interessant. Gelukkig zijn er tijdens de teelt weinig problemen met ziekten en plagen.

Jonge plantjes moeten beschermd worden tegen slakken en net zoals alle komkommerachtigen zijn pompoenen gevoelig voor witziekte. Witziekte treedt meestal op laat in het seizoen en wordt zelden als een probleem ervaren.

Het gele mozaïekvirus kan wel schade toebrengen. Het virus kan reeds aanwezig zijn in het zaad, maar het wordt meestal overgebracht door bladluizen. De bestrijding van bladluizen is dan ook noodzakelijk.

Tenslotte kunnen pompoenen beschadigd worden door knaagdieren en vogels. Naar bewaarbaarheid toe speelt een juist oogsttijdstip en oogstmethode een zeer belangrijke rol. De ervaring leert dat we beter iets te vroeg dan te laat oogsten.

De vruchten moeten goed afrijpen op het veld. Door de witziekte verdorren de bladeren en komen de vruchten goed zichtbaar in de nazomerzon te liggen. September is voor de meeste rassen de beste oogstmaand. De indicator voor het oogsten zijn de kurkachtige uitwassen of streepjes die op de steeltjes ontstaan. Ook kan het doorsnijden van een pompoen veel vertellen over de rijpheid. De pitten moeten crèmewit zijn en het vruchtvlees hard.

De pompoenen te lang op het veld laten liggen, is nefast voor de bewaring. Zorg dat bij het afsnijden een steeltje overblijft tussen de 2 en de 6 cm. Behandel tijdens de oogst de pompoenen met zachtheid, want iedere beschadiging, zeker het afbreken van de steel, is een invalspoort voor bewaarziekten.

Eens geoogst worden de pompoenen minimum 14 dagen op een zachte ondergrond, een bedje van stro, in een warme en vooral goed geventileerde ruimte gelegd. Dit is noodzakelijk om de vruchten te laten afrijpen en ook om de wondheling te versnellen. Condensvorming op de vruchten is nefast. Daarna kunnen ze gedurende 3 à 4 maanden koeler bewaard worden bij een RV tussen de 50 en 70%.

De belangrijkste bewaarziekten worden veroorzaakt door de schimmels Didymelle bryoniae, Fusarium oxysporum en Fusarium solani. Didymelle is te herkennen aan donkerbruine tot zwarte gladde plekken. Fusarium uit zich door de vorming van witte pluizige plekken. Eens aangetast is de vrucht verloren voor de bewaring. Een regelmatige controle van de vruchten is dan ook noodzakelijk. Aangetaste vruchten moeten zo snel mogelijk verwijderd te worden.

De schimmels infecteren de vruchten via beschadigingen op het veld en tijdens de bewaring. Daar de schimmelsporen achterblijven in de bodem, is een vruchtafwisseling van 1:3 noodzakelijk. Een bedje van stro onder de vruchten of de pompoenen laten groeien op een klimrek verhindert contact met de grond en verminderen de kans op infectie. Mogen zowel onze bijen als onze keukenpieten gelukkig zijn met het nieuwe pompoenseizoen.