Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 99
Jaar: 2013
Maand: Maart
Auteurs: Dr. M. Asperges

TAMME KASTANJE (CATANEA SATIVA MILL.), EEN WELGEKOMEN NECTAR- EN STUIFMEELLEVERANCIER VOOR BIJEN

De laatste tijd heeft de tamme kastanje het moeilijk. Er is al veel discussie geweest of deze boomsoort nu al dan niet inheems is. Hoe dan ook, het is een mediterrane soort die omwille van de voedzame vruchten verspreid is geraakt. Verschillende natuurverenigingen en ook diensten van de Vlaamse Gemeenschap willen nu plots alle allochtone of niet – inheemse bomen en struiken doen verdwijnen. Ook de tamme kastanje staat op de lijst van niet – inheemse soorten. Voor de imkerij is dit onaanvaardbaar want deze boom is een interessante voedselbron voor honingbijen en andere insecten die na de fruitbloesems plots zonder voedsel vallen in onze ‘groene woestijnen’.

Herkomst

De tamme kastanje is inheems in Zuid-Europa, Noord-Afrika en West-Azië. Daar groeit hij in mediterraneeikenbossen, dus in gebieden metwarme zomers en zachte winters, meestal op silicaathoudendgesteente. Ten8 2noorden van de Alpen is het een oude en vaak verwilderde cultuurplant. Terwijl men lange tijdaangenomen heeft dat de Romeinende tamme kastanje naar Noord-Europa brachten, blijkt uit recentonderzoek dat deze soort daar altijdens het late ijzertijdperk rond200 voor Christus aanwezig was.

Waarschijnlijk hebben de Kelten delekkere vruchten meegenomen enzo voor verspreiding gezorgd. Datlukte vooral in de warmere gebiedenvan het Rijndal. Later gingen de Romeinen de tamme kastanje steeds vaker verbouwen om hun legioenen van voedsel te voorzien. In middeleeuwse kloostertuinenwerd hij doelgericht aangeplant. Uit onderzoek van turfbodems in Oudenaarde weet men met zekerheid dat de boom daar reedsin de 17de eeuw aanwezig was.Zijn naam heeft de tamme kastanje waarschijnlijk te danken aan de Griekse stad Kastanéia in Pontus,een historische landstreek aan dekust van de Zwarte Zee, waar menhem op grote schaal cultiveerde. DeRomeinen veranderden zijn naam in Castanea. Het woord sativa betekent gecultiveerd, nuttig.

Een beetje plantkunde

De tamme kastanje behoort tot de beukenfamilie (Fagaceae), ook wel napjesdragers genoemd. In het Frans heet hij châtaignier, in hetDuits Edelkastanie of Maronenbaumen in het Engels sweet chesnut. In Vlaanderen en het Brussels gewestkomt de boom voor in de zandleemende zandstreek (31,7%), in de leemstreek (44,7%) en in de Kempen(25%). We vinden hem veel minderaan de kust (1,2%), de polders(3,2%) en de Maasvallei (5,6%).

• De bladeren zijn enkelvoudig en staan verspreid, ze zijn langwerpig lancetvormig en getand. Ze kunnen tot 20 cm lang zijn. De steunblaadjes vallen zeer snel af.

• De bloemen zijn eenslachtig.Mannelijke en vrouwelijke bloemen staan dus afzonderlijk op de takken van de eenhuizige boom. De bloeiwijze is een katje. Zowel de vrouwelijke als de mannelijke katjes staan rechtop. De mannelijke kunnen15 tot 20 cm lang zijn en staan op een korte steel. Het mannelijk katje draagt tot 40 bolvormige groepjes van geelgroene deelbloemen met zeer lange meeldraden. Iedere bolvormige deelbloeiwijze bestaatuit 5 tot 7 bloemen. Deze bloemen worden door onze honingbijen bezocht omwille van de nectar en de pollen. De vrouwelijke katjes staan steeds op het uiteinde van eenjarige takjes en bezitten drie tot vijf onderstandige vruchtbeginsels.

Deze zijn gevat in groene napjes (cupulae)waarin onderaan nectarklierenzitten. Ieder vruchtbeginsel heeft pluimvormige stijlen met stempels.Na de bestuiving en de bevruchting ontwikkelen de vruchten (noten)en groeien de zachte napjes uit tot stekelige napjes. De tammekastanje geeft overvloedig stuifmeel dat zeer rijk is aan eiwitten. Dit is voor insecten bijzonder belangrijk.De meeldraden geven hun pollen vrij rond 9 uur in de ochtend en nog een tweede keer in de namiddag tussen 15 en 19 uur. De kleur van de stuifmeelklompjes varieert van goudgeel naar groengeel. Pollen van tamme kastanje zijn ovaal van vormen zeer klein (12 tot 13 μm lang).Een stuifmeelkorrel heeft drie colpen of openingen en de exinewand is geel.

8 1

• De vruchten zijn zeer voedzaam.De Grieken noemden ze in de oudheid eikels van Zeus en nu nog worden ze hier en daar als brood der armen bestempeld. Hoe dan ook worden de kastanjes nog steeds tijdens het wildseizoen gebruikt ingerechten of gewoon gepoft op het vuur. De eigenlijke vruchten noemen we noten. Een bolster bevat één tot drie noten. De vruchten zijn omgeven door een taaie, bruine, glanzende,verkurkte vruchtwand. Bovenop de noot zien we nog restanten van de harige stijl (wit met zwart) ende bruine stempels (4 tot 5). De stekelige bolster is het uitgegroeide napje. Vergelijk deze vrucht niet met die van de wilde kastanje want daar is de bolster de vrucht en de kastanje het zaad.

• De stam en het hout  van de tamme kastanje is bijzonder taai, elastisch en duurzaam. Het hoeft zelfs niet behandeld te worden tegen schimmels en insectenvraat omdat het vrij hoge concentraties aan looistoffen bevat (7 tot 10%). Het heeft een uitzonderlijk natuurlijk weerstandsvermogen. De boom kan tot 35 m hoog worden en een heel dikke stam krijgen als hij alleen staat. Er zijn bomen gekend met een diameter van 1 tot 2 m, uitzonderlijk zelfs tot 4 m. In Engeland zijn er tamme kastanjes gekend van meer dan 1000 jaar oud en in ons land komen er enkele exemplaren voor van 200 tot 500 jaar oud. Verschillende van deze tamme kastanjes zijn bij wet beschermd als merkwaardige bomen.De stam van deze bomen heeft wel eens de neiging te draaien wat de economische houtkwaliteit doet dalen. De bomen zijn dikwijls hol of vertonen gaten waarin vogels hun nest bouwen. Oude bomen hebben een dikke kurklaag met zeer diepe groeven.

Honing van de tamme kastanje

8 3

8 4

Volgens Van der Ham e.a. (1999) mag je maar spreken van honing van tamme kastanje als 90% van de pollen in een staal van 10 g afkomstig is van de tamme kastanje.Zuiver monoflorale honing van tamme kastanje zul je in Vlaanderen niet vinden. Op dat ogenblik vliegende bijen nog op veel andere bloemen,en zowel tamme kastanje als linde en eik kunnen in die periode last hebben van bladluizen. De geoogste honing zal dus steeds een mengelingzijn.Zuivere kastanjehoning is rosbruintot donkerbruin en lopend. Hij stijft meestal niet op omwille van het hoge fructosegehalte, 42 totzelfs 63%, volgens Horn (2009).De honing bevat ook glucosesuiker(26 tot 41%), een beetje sacharoseen maltose en nog enkele andere suikers die niet met zekerheid van tamme kastanje komen maar eerder van de honingdauw.

De elektrische geleidbaarheid wordt door de bladhoning sterk beïnvloed en schommelt rond de 0,6 tot 1,7mS/cm. De pH-waarde bedraagt 4 tot 5,3. In deze honing zit ook een weinig mierenzuur (1000mg/kg) en hij heeft een hoog gehalte aan vrije aminozuren;vooral het prolinegehalte, 500tot 600 ppm, is veel hoger dan in andere honingsoorten. De honing heeft een apart aroma dat zich duidelijk onderscheidt van andere honingsoorten; de eerste smaak is wat bitter. Gezien zijn zeldzaamheid en zijn apart aroma is deze honing duur en lopen prijzen lop tot 7 à 8euro voor 450 g. Bij ons wordt hij ingevoerd uit Zuid-Europa, Spanje, Griekenland en Frankrijk (Corsica).

Commercieel gebruik

Economisch is de tamme kastanje van oudsher belangrijk voor zijn vruchten, rijk aan zetmeel (54%),eiwit (7%) en mineralen. Kastanjes worden veel verkocht in de herfst ende winter voor culinaire doeleinden. In bepaalde delen van Spanje en Corsica worden varkens gevoed met eikels en kastanjes om aan het vlees een speciale smaak te geven. Men verkoopt het als pata negraham en als salami.Het hout van de tamme kastanje is zeer gegeerd voor het maken van afsluitingen, slagbomen,schapenhekken, gekloofde palen en steunpalen. Verschillende natuurverenigingen gebruiken dit hout omdat het zeer sterk is en nauwelijks rot. Het wordt ingevoerd uit Spanje en uit Frankrijk (ParcNaturel Régional Périgord/Limousin).Verder wordt het ook gebruikt voor parketvloeren, lambrisering, ramen, deuren, tuintafels en stoelen.

Paddenstoelen en tamme kastanje

Er zijn verschillende soorten paddenstoelen die als mycorrhizaleven rond de wortels van detamme kastanje. Zo vinden we inde herfst regelmatig de smakelijke kastanjeboleet (Xerocomus badius)die bij het doorsnijden snel blauw verkleurt.8 5

Foto’s: © Michel Asperges.

Literatuur:

• Horn H. 2009, Die wichtigsten Trachtpflanzen und ihre Sortenhoninge (teil 4: Robinie). ADIZ/db/F 4/2009, pp. 7-9;

• Jacobs F.J., Beeuwsaert K. en Rotthier B. 2010, Bijenplantengids. Uitgave KNVIB, p. 80;

• Van der Ham R.W.J.M., Kaas J.P., Kerkvliet J.D., Neve A. en De Ruijter A. 1999, Pollenanalyse (stuifmeelonderzoek van honing voor imkers, scholen en laboratoria). Stichting Landelijk Proefbedrijf voor insectenbestuiving en bijenhouderij, Ambrosiushoeve, Hilvarenbeek, p.156;

• Van Landuyt W., Hoste I., Vanhecke L., Van den Bremt P., Vercruysse W. en De Beer D. 2006, Atlas van de flora van Vlaanderen en het Brussels Gewest. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Nationale Plantentuin van België;

• Von der Ohne K. en Von der Ohe W. 2003, Celler Melissopalynologische Sammlung. Niedersächsisches Landesinstitut für Bienenkunde Celle, p. 232.