Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkerbond
Jaargang: 91
Jaar: 2005
Maand: april
Auteurs: tekst en foto’s Aloïs Schotanus

BROEDZORG

Verbijsterend

In april moet de broedzorg in het bijen nest op volle toeren draaien. Dat is ook noodzakelijk, wil het volk zijn volle sterkte bereikt hebben voor de eerste grote drachten inzetten. Zo is de broedzorg meteen de belangrijkste opgave voor het volk in deze tijd van het jaar. Maar ook buiten deze periode draaien alle bezigheden van de bijen rechtstreeks of niet rechtstreeks rond het optrekken van broed. Alle activiteiten, van bij het cellen poetsen, de raten bouw, de wachtdienst tot en met en het verzamelen van nectar, pollen en water, … alles moet uiteindelijk bijdragen tot het opkweken van nieuwe bijen.

Wanneer we wat dieper ingaan op dit fundamentele uitgangpunt, is het eigenlijk verbijsterend dat we zo weinig over de broedzorg weten. Bovendien is de bekommernis om het broed een bijzonder interessant aspect van het gedrag van de bij: het vormt immers de basis waarin haar sociale levenswijze is verankerd. Om broed te kunnen verzorgen, moet het op de eerste plaats als dusdanig herkend worden. Het herkennen van het broed moet onder alle omstandigheden en door alle betrokken partijen verzekerd zijn. Er mag niet de minste twijfel bestaan omtrent de leeftijd, het geslacht en momentele toestand waarin het broed zich bevindt. Elke situatie en elk broedstadium vereist reacties die aangepast moeten zijn aan de specifieke behoeften op dat ogenblik van het ei, de larve of de pop.

Ei herkenning door de koningin

f1

In een cel kan telkens maar een enkele bij opgroeien. Daarom mag er ook telkens maar één ei in een cel gelegd worden. De koningin moet derhalve, voor ze een ei afzet, kunnen uitmaken of er in die cel al dan niet een ei aanwezig is. Met haar antennes en voorpoten inspecteert ze de celruimte. In de duisternis van de kast, kan de koningin de eventuele aanwezigheid van een ei in de cel, niet visueel waarnemen. Het is duidelijk dat ze op de tast daaromtrent zekerheid moet verkrijgen.

 

Mogelijk gaan er ook signalen uit van het ei, indien aanwezig. Maar daaromtrent is nog niets geweten. Wel weten we dat de koningin zal falen bij de inspectie van de cel, indien we haar antennes en haar voorste poten ongeschikt maken In een labo proef heeft men de antennes en de voorpoten van de koningin met haartjes van een tandenborstel beplakt, zodat ze de cel niet meer kon aftasten. Het gevolg was dat ze in één cel meerdere eitjes – in verschillende beurten – deponeerde.

Broedherkenning door de werksters

f2

Broed in alle stadia wordt met de meest intensieve zorgen omringd: dat is één van de karakteristieke aspecten van de sociale insecten in het algemeen en van onze honingbijen in het bijzonder. Dat veronderstelt dat de werksters in staat zijn om niet alleen het broed te herkennen, maar ook zijn ontwikkelingstadium, zijn sekse en zijn kaste, om in overeenstemming daarmee – het gepaste voedsel aan de larve te kunnen toedienen.

Cellen met open broed worden door de huisbijen op geregelde tijdstippen geïnspecteerd. De prikkels die zij daarbij opvangen, lokken het vereiste specifieke voedstergedrag uit bij die bijen, die op dat ogenblik daartoe fysiologisch het meest geschikt zijn.

Wetenschappers onderzochten de rol van de geur en andere factoren die leidden tot de herkenning van werkster- en darren larven door de verzorgende huisbijen. Ze vergeleken het effect van verschillende behandelingen op bijenbroed om na te gaan wanneer broed door de huisbijen werd herkend, aanvaard of verworpen.

Alle bevindingen wezen erop dat een feromoon dat voorkwam op de larvenhuid, als een herkenningsignaal werkte op de langskomende huisbij. Gedeeltelijke of gehele maskering van de larvenhuid met was, lokte verwerping en verwijdering van de larve uit. Bij volledige bedekking trad het grootste effect op: de meeste larven werden dan verwijderd na één à twee uur.

In een bijenvolk krijgen niet alle larven hetzelfde dieet. Het menu verschilt al naargelang:

• de leeftijd jonger of ouder dan drie dagen);

• de sekse ( werkster of dar) en

• de kaste (werkster of koningin).

Van de larven moeten dus in elk van die verschillende gevallen, ook verschillende signalen uitgaan om het gepaste voedsel te bekomen.

De aard en de hoeveelheid van de afgescheiden feromoonstof variëren al naar gelang de omvang van de larve en bepalen de hoeveelheid die door de werksters zal aangereikt worden.

f3

Een ander feromoon functioneert als een signaal voor de voedselstop en prikkelt andere bijen om de cellen te verzegelen.

Darrencellen zijn groter dan werkstercellen; het verschil in afmetingen en in geuren, stellen de moer en de werksters in staat om het onderscheid te maken tussen de twee celtypes. Maar dit onderscheid heeft geen exclusiviteitwaarde, want zowel darren- als werksterlarven worden geredelijk geaccepteerd en gepleegd, ook wanneer ze worden overgeplant in de cel van een andere kaste.

Onbevruchte eitjes waaruit alleen darrenlarven kunnen voortkomen – worden door een koningin-zonder-sperma, toch afgezet in werkstercellen; leggen de werksters doen het eveneens, hoewel uit hun eitjes ook alleen maar darren kunnen voortkomen.

Wanneer de veldbijen onvoldoende nectar en pollen aanvoeren, zullen de huisbijen een deel van de eitjes en van de larven opeten.

Het broedferomoon dat instaat voor de herkenning en de verzorging, kan dus ook een tegengestelde reactie uitlokken, als de omstandigheden dat vereisen. In die situatie zullen er steeds meer darren larven verwijderd worden dan werksterbroed.

laten we nog even terugkomen op het feit dat de samenstelling en hoeveelheid van het broedferomoon verschillen al naar gelang de leeftijd van het broed.

Alles wijst er namelijk op dat werksterbijen ook de verschillende popfazen, de verschillende stadia van het gesloten broed dus, van elkaar kunnen onderscheiden. Wanneer de celdeksels van het gesloten werksterbroed opzettelijk verwijderd worden door mensenhanden, neemt de neiging om de cellen opnieuw te verzegelen toe, naarmate de poppen ouder zijn.

Nadat men in een volk een aantal celdeksels weggenomen had, werden alle cellen die broed bevatten van meer dan achttien dagen oud, binnen de drie uur opnieuw verzegeld. De opengemaakte cellen met broed van twaalf dagen oud, werden uitgeruimd.

De verklaring ligt voor de hand: wanneer het risico dreigt dat slechts een deel van het broed de gehele ontwikkeling cyclus kan volmaken, zal het volk in de eerste plaats trachten het oudste broed alsnog tot ontwikkeling te brengen. Dat is – economisch gezien – de meest interessante oplossing voor dat volk.

Conclusies

Er bestaan in een bijenvolk hooggevoelige en ingewikkelde relatiesystemen tussen de volwassen leden en hun nakomelingen-in-wording. Dat resulteert o.a. in een snelle herkenning én verwijdering van ziek of gebrekkig broed. Zelfs larven die nog maar lichtjes werden beroerd met een penseel, worden als onvolwaardige nakomelingen uit de cellen geworpen. Het herkennen en verwijderen van onvolmaakt broed, verhoogt de overlevingkansen van de kolonie. Sommige volken demonstreren deze eigenschap met meer nadruk dan andere. Een doorgedreven studie van de factoren die de uitruiming van deficiënte larven uitlokken, kan tot conclusies leiden met bedrijftechnische waarde voor het imkeren. Huisbijen zijn in staat een onderscheid te maken tussen de larven van werksters en darren en dit op grond van andere factoren dan de afmetingen van de cellen; dit onderscheidingvermogen berust dus op de aanwezigheid van specifieke feromonen.

De varroamijt vertoont een duidelijke voorkeur voor darrenbroed, dat zij kan onderscheiden van werksterbroed. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, maakt zij ook dat onderscheid aan de hand van de feromonen die door de darrenlarven afgescheiden worden. Een synthetisch vervaardigd darrenferomoon zou dus perfect als lokmiddel kunnen ingezet worden bij de varroabestrijding.

Het is al even verbijsterend te moeten vaststellen dat – na meer dan een kwart eeuw varroaonderzoek – men er nog steeds niet in geslaagd is om dat bevrijdende’ feromoon te identificeren, laat staan om het langs chemische weg te construeren. En dat is jammer, want het zou de imker van heel wat broedzorgen bevrijden.