Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkerbond
Jaargang: 89

Jaar: 2003

Maand: september

Auteurs: tekst en foto’s Corneel Dewindt

INVOEREN VAN EEN KONINGIN – DEEL 2

In deel 1 van mijn bijdrage, beschreef ik enkele mogelijkheden om een koningin in te voeren in een moerecht volk. In dit tweede en laatste deel komen de moeilijkere gevallen aan bod.

Moerloos volk van enkele uren

Om een of andere reden is de koningin verloren gegaan of u hebt ze weggenomen.

Situatie 1: er is broed in alle stadia te vinden.
Dergelijk volk kunt u direct met een moerecht volk verenigen via de krantenmethode zoals in het vorige deel beschreven. Een andere mogelijk­heid is de koningin in een gesloten arrestkooi in dit volk inbrengen en ze erin laten tot er voldoende oude redcellen zijn. Op dat ogenblik schakelt u over op de kunstdopmethode, zoals eerder besch reven.

U kunt het volk ook opdelen in vijf- of meer­ramers. Deze afleggers krijgen uiteraard broed in alle stadia en voedsel van allerlei aard. Voer de bevruchte nieuwe moer in via de kunstdop metho­de, na een ‘wachttijd’ om de redcellen te laten rijpen. Vergeet niet dat u evenveel nieuwe koninginnen nodig hebt als er volken uit de moerloze kolonie ontstaan. Waak erover dat er slechts één volk uit deze opdeling ter plaatse blijft. Stel de andere enkele kilometer van de thuisstand op om terugvliegen, zeg maar ontvolken, te vermijden.

Een veger maken kan ook.

Een veger is een kunstmatig volkje op een vijf- of meerramer. Het bevat enkel gesloten broed en voedselramen. Maak de veger zo vroeg mogelijk tijdens de dag, alle oude bijen vliegen _dan naar huis terug en er blijven enkel jonge bijen achter. Schud voldoende bijen bij deze nieuwe creaties, met gierigheid straft u alleen u zelf. Als het weer slecht is, kiest u beter voor de redcelmethode en de kunstdop.

Tenslotte is er nog de vlieger.

Ook een vlieger vereist goed weer en u handelt opnieuw in de vroege voormiddag. Schuif de kolonie minimaal enkele meter op. Op haar oorspronkelijke plaats komt een nieuwe bodem met een romp waarin u een raam gesloten broed centraal inschuift met de begeleidende bijen erop. Een stuifmeelraam is eveneens nuttig. De verdere open ruimte mag u aanvullen met opge­bouwde ramen. Breng voederdeeg aan boven op de ramen vooraleer af te sluiten.

Voor zowel de veger als de vlieger voert u bij valavond de koningin in: centraal tussen de ramen gekneld, zonder de begeleidende bijen en achter een suikerstop (deurtje weg).

Bij de achterblijvende volken gebruiken we de kunstdopmethode. Aangezien er open broed aanwezig is, houdt de suikerstopmethode te veel risico in. Een varroabehandeling is hier aange­wezen, nog voor de eerste cellen sluiten, dus een week na het invoeren van de koningin.

Situatie 2: er is alleen gesloten broed aanwezig

In dit geval is het mogelijk om de koningin ‘s avonds via de suikerstopmethode in te voeren. Het deurtje van de invoerkooi blijft een week dicht om de vereniging een kans te geven. Ook hier is de ‘bezigheidtherapie’ een ondersteunende truuk. Afleggers maken kan ook. Laat slechts één aflegger ter plaatse. Voer de andere enkele kilometers weg om terugvliegen te vermijden. De krantenmethode is nog een mogelijkheid, zowel voor een grote kolonie als voor afleggers.

Weet dat afleggers na half juli meestal niet meer de mogelijkheid hebben om op eigen kracht tot degelijke wintervolken uit te groeien.

Bij deze situatie maak ik toch een bedenking: wees er zeker van dat het behandelde volk moerloos is!

Situatie 3: er is totaal geen broed aanwezig

Hier toch even op zeker spelen en een raam open broed in het volk hangen. Als de bijen geen redcellen optrekken, mag u er zeker van zijn dat de koningin aanwezig is, waarschijnlijk is ze onbevrucht. Als de bijen wel redcellen optrekken, kunt u na de geijkte tijd de kunstdop methode toepassen.

Moerloos volk, er zijn gesloten redcellen

Grote volken

In welke staat bevinden de redcellen zich en hoe oud zij n ze? Dat zijn twee cruciale vragen.

Als de cellen gedeeltelijk beschadigd zijn, zoals hierna afgebeeld, weten we met zekerheid dat er een jonge koningin in het volk aanwezig is. Dan is het onmogelijk om een nieuwe koningin met succes in te voeren.


Kleine volken
Als u niet weet hoe oud de redcellen zijn en of er een koningin uitgelopen is, moet u alle redcellen wegbreken. Breng daarna een nieuw raam met open broed in en wacht tot de redcellen rijp zij n alvorens de kunstdopmethode toe te passen. Als de cellen niet beschadigd zijn en u bent er zeker van dat ze slechts vijf tot zeven dagen oud zijn, past u de kunstdopmethode toe. Meer nog, als u voor half juli in deze situatie verkeert, kan het volk u nog één of twee afleggers leveren waarin u uiteraard een nieuwe koningin met kunstdop invoert.

We hebben dezelfde mogelijkheden als bij de vorige situatie maar we laten de opdeling best achterwege.

Moerloos volk zonder broed

Grote volken

Testen met ingekooide moer. Dit betekent dat we niet weten hoe lang dit volk al moerloos is en dus moeten we nagaan of het zonder slag of stoot een koningin zou aanvaarden.

Breng de jonge leggende moer in een invoer­kooitje en leg dit op de toplatten van de geopende kast. Als het volk volledig moerloos is, zonder enige vorm van broed, dan hebt u kans dat de bijen onmiddellijk beginnen stertselen en met veel gedruis ventileren, met de kop in de richting van de jonge koningin. Dit signaal wijst erop dat ze de nieuwe koningin binnen bedelen. U kunt ze gewoon in het volk laten lopen, zonder het risico _ dat ze wordt afgestoten. Ze is dan al aanvaard.

Een voederdeegje op de toplatten drukken werkt stimulerend. Als de bijen apathisch blijven, moe­ten we een ‘invoertruuk’ toepassen. Die bestaat eruit dat we een raam open broed centraal in het volk hangen en wachten tot de redcellen rijp zijn. Dan passen we de kunstdopmethode toe.

De hele kolonie opdelen in twee of drie aparte volkjes kan tot half juli. We geven elk volkje een open broedraam om dan op tijd de redcelmetho­de toe te passen. We vermijden het terugvliegen naar de oorspronkelijke standplaats als we de bij­komend gevormde volkjes ver genoeg wegvoeren. Een varroabehandeling is hier aangewezen.

Kleine volken

Ook in dit geval is een test op zijn plaats. Als de jonge koningin de bijen onverschillig laat, passen we dezelfde methode toe als in de vorige situatie. Opdelen is bij kleine volken geen goed idee, een varroabehandeling wel.

Moerloos volk met eileggende werksters

Deze volken zijn doorgaans niet groot en uitgeput. Het is absurd om ze trachten te redden na half juli. Als u dat toch wilt proberen, moet u alle ramen afschudden en ontdoen van het darren broed. Geef aan het volk opgebouwde ramen met voedsel en behandel tegen varroa. Voeg een open broedraam toe. Als de reactie positief is, bij rijpe redcellen de kunstdop metho­de toepassen en een raam gesloten broed toe­voegen. Bij negatieve reactie, opruimen.