Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 92
Jaar: 2006
Maand: november
Auteurs: Frans Somers

VERDWIJNZIEKTE

Inleiding

Maart 2006. We zagen sommige kolonies wegkwijnen, gingen de schade opmeten. De zeer lange winter maakte het de bijen nauwelijks mogelijk zich te ontlasten. We hoorden prof. dr. Frans Jacobs op de radio of zagen hem op TV: bijen doen hun behoeften in het nest omdat het buiten te koud is, met alle gevolgen van dien. In de natuur wachtten de bloemen en planten op de nodige zonnewarmte om te ontluiken …

In die omstandigheden moeten we onze bijen de hulpmiddelen aanreiken, die er voorhanden zijn. Geef hen het beste, altijd …
Na de slingerperiode beginnen we seffens onze bijen in te winteren. Dat doen we best op de stuifmeelramen die de bijen in de simplexonderbak stapelden tijdens de zomerdracht. Collega’s die hun volken tijdens het binnendragen van de nectar in arrest zetten, oogsten gemakkelijk een volle onderbak stuifmeel!
De honing nemen we af, de broedramen met de moer stapelen we onderaan in de onderbak die we verder aanvullen met frisse, lege uitgebouwde broedramen. Daarboven schikken we de volle stuifineelramen uit de onderbak. We laten ze vullen met het wintervoedsel dat we na de honingafname geven.

Eerst geven we verdunde siroop: 1,5 kg suiker met drie liter water. Zodoende krijgt het volk enkele weken een waterige oplossing en gaat de moer opnieuw aan de leg. Ze krijgt daartoe ruimschoots de nodige plaats en luchtvochtigheid in de onderbak. De werksters mogen de moer niet ‘afblokken’, ze moet eerst voor een zo groot mogelijk nest winterbijen zorgen.

Rond eind augustus, begin september wensen we dat het volk het wintervoedsel, de dikke suikeroplossing, verder inschuurt op de stuifmeelvoorraad, afkomstig uit de onderbak. Dat is namelijk de truk met de duif: in het voorjaar vinden de bijen na het verorberen van de bovenste laag siroop, het stuifmeel dat veilig in de cellen verzegeld werd. Nu mag het weer al eens tegenzitten, de winterbij treft het nodige stuifmeel in de bovenbak waar de moer in februari-maart haar broednest legt. Het is de warmste plaats! Weer of geen weer, de ‘brood’-nodige eiwitten zijn er. Om zeker te zijn dat de bijen werklustig blijven, bieden we hen een eiwitrijk voederdeeg aan waarvan iedereen stilaan de samenstelling kent. Voor alle zekerheid sommen we dit even op.

Voederdeeg:

Drie eitjes, 900 g bloemsuiker en 100 g biergist. Biergist kunnen we o.a. vinden bij de handelaar in bijenteeltmateriaal. De bereidingswijze is simpel. Meng in een grote, diepe schotel de bloemsuiker met de biergist tot een gelijkmatig lichtbruin gekleurd poeder. Breek de drie eitjes en voeg de verse dooier met het eiwit in de schotel. Roer dan alles samen tot een kneedbare, vaste deeg, Leg het deeg bovenop de toplatten in een schaaltje. Zo kunnen bijen die het wensen ervan lusten: zij vreten dit gretig op!

Wanneer onze bijen in de natuur pollen vinden, zullen ze het deeg laten staan. Dat merken we wel: ondertussen is het volk goed ondersteund. Er is een nadeel aan verbonden. Bijen zullen vlugger ontwikkelen, zeker als het weer gunstig blijft. Zoals elke kolonie zal ook een aangeprikkeld nest vlug ontplooien en dus sneller aan zwermen denken. Omdat dit een jaarlijks feit is waarmee we rekening moeten houden, valt daarmee wel te leven.

Soms vliegt onze stammoer met de helft van haar volk dan in de tuin van onze buurman, maar er is wel een voorzitter van een of andere gilde die zich ‘ongevraagd’ zal ontfermen over uw stammoertje, zeker als het over een carnicavolk gaat.

Vast deeg:

Het is best in deze ‘verdwijn’-periode deeg te geven: vermijd vloeibare siroop te gebruiken. Er is veel minder gevaar voor roverij met het toedienen van vast deeg. Dat is de beste raad die we kunnen geven!

Er is nog een ideale tip die we zelf al jaren toepassen. Van zodra het nest uitbreidt in maart, zorgen we dat elk volk op een zuivere bodem wordt gezet. Voor elke kast beschikken we over een tweede bodem. Zo verlichten wij de kolonie van het onhygiënische poetswerk.

 38 1_1

om de winter door te komen, moeten we onze bijen de middelen aanreiken die er voorhanden zijn, altijd … (foto Marco De Pauw).