Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 101
Jaar: 2015
Maand: september
Auteurs: dr. Pia Aumeier

JONGE MOER, STERK VOLK

De meeste imkers trachten in de loop van de zomer hun volken met allerlei kneepjes een nieuwe koningin op te dringen.
Een risicovolle onderneming. Het is een stuk eenvoudiger en veiliger de omwisseling later in het jaar te doen. In de herfst
laat zich het staatshoofd eenvoudig omwisselen. Het najaar is ook het gepaste tijdstip voor het verenigen van volken.
Door het combineren van moerwisseling met het verenigen van volken tussen midden september en midden oktober, krijg
je volken die probleemloos door de winter komen.

Oude koninginnen

Jonge koninginnen staan borg voor sterke volken.

Veel imkers kunnen moeilijk afscheid nemen van hun oude koninginnen. Hierdoor worden oude zwakke moeren ingewinterd, omringd door weinig huispersoneel. In het voorjaar volgt dan dikwijls het bruuske ontwaken. Het volk is niet geschikt voor de vroege dracht, of hare majesteit is heengegaan midden in de winter. Velen proberen dan in maart, door het verenigen van volken, te redden wat er te redden valt. Maar herfstfouten kunnen in het voorjaar niet worden rechtgezet. Wie twee volken verenigt, die zich moeizaam door de winter hebben gesleept, krijgt geen sterk volk in de lente. Alle investeringen van het voorgaande jaar zijn hierdoor vruchteloos.

 

Koninginnen vervangen in de herfst

De nieuwe koningin wordt met een kooitje met suikerslot tussen de ramen geschoven.

Wie de vergrijzing voorkomt en voor sterke wintervolken zorgt, kan de winter met gerust hart tegemoet zien. Het vervangen van de koningin loopt echter niet altijd van een leien dakje. Van april tot augustus is het niet eenvoudig om een volk te overtuigen dat ze een nieuwe hoofdvrouw nodig hebben. Je moet eerst de oude koningin elimineren, dan negen dagen wachten en alle redcellen breken. Dan pas volgt de kennismaking met de nieuwe koningin, opgesloten in een kooitje, en ten vroegste een dag later losgelaten, via een suikerslot. Drie ingrepen om een koningin te wisselen, voor velen van het goede teveel. Vanaf midden september zijn productievolken
heel wat vriendelijker tegenover vreemde moeren en de moerwisseling is veel eenvoudiger en gemakkelijker. De oude moer wordt geëlimineerd en de nieuwe wordt, zonder af te wachten, in een kooitje met suikerslot tussen de ramen geschoven. De acceptatie is 100%. De jonge koninginnen kun je ofwel bij een imkervriend aanschaffen, ofwel heb je jonge koninginnen ondergebracht in afleggers, die je gemaakt hebt in de loop van het jaar. In een aflegger kunnen de koninginnen zich volledig ontplooien en worden daarom probleemloos door een volk aanvaard.

Oude koningin zoeken

Een plank helpt de jonge bijen bij de terugkeer. De oude koningin blijft buiten: het vlieggat is afgesloten met een moerrooster.

Afwachten, en in de zomer van het mooie weer genieten. Vanaf midden september zijn productievolken veel vriendelijker tegenover vreemde koninginnen. Bevruchte jonge koninginnen kunnen nu,zonder af te wachten, in een kooitje met suikerslot aan de volkengegeven worden. De oude koningin moet echter verwijderd worden. Enkele kneepjes verlichten het zoeken:

  • Wie weinig rook geeft vindt de koningin meestal op de overblijvende, centraal gelegen broedramen. Teveel rook verjaagt niet enkel de werksters naar onder, maar verdrijft ook de moer van haar geliefkoosde verblijfplaats.
  • Loopt het zoeken op niets uit, sluit men het vlieggat af met een moerrooster , klopt het volledige volk af vóór de kast, en hangt de lege ramen terug. Voor de jonge bijen, die nog niet kunnen vliegen, maakt men een min of meer hellend vlak met bijvoorbeeld een binnendeksel. Nu even een koffiepauze inlassen; na enige tijd is de koningin voor het rooster te vinden.
  • Een extra tip voor steekduivels. Hier is het beter te wachten tot er twee goede dagen komen. Dan verplaatst men het volk enkele meters en op de oorspronkelijke plaats wordt een kast geplaatst met een open broed- en voederraam. Na twee vliegdagen is ongeveer de helft van het volk terug naar de oorspronkelijke plaats verhuist, en ook de steeklustige vliegbijen. Op deze wijze is een “vlieger” ontstaan. In het duidelijk ontvolkte restvolk, met overwegend jonge bijen, is de koningin nu gemakkelijk te zoeken.

Volken verenigen

Als twee afleggers niet sterk genoeg zijn kan men ze verenigen.

Men kan de koninginnenwissel zelfs nog eenvoudiger maken. De imker zoekt en elimineert de oude koningin niet zelf. Dit werkje laat hij over aan de bijen. Hiermee slaat hij twee vliegen in een klap. Door een gepaste volkenvereniging ontstaat een sterk wintervolk met een jonge moer. Gekroonde majesteiten die twee winters hebben beleefd worden uit het bestand verwijderd. Het werkschema is als volgt:

  • Een ontvangstvolk met een eenjarige of met een koningin van het lopende jaar uitkiezen. Dit volk kan op dezelfde of op een andere stand staan. Optimale kandidaten zijn deze volken die een jonge (maximaal éénjarig) koningin hebben, maar niet sterk genoeg zijn om de winter door te komen.
  • Op goed vliegweer wachten, de buitentemperatuur moet minstens 20°C zijn.
  • Het volk met een tweejarige koningin naast het uitgekozen ontvangstvolk plaatsen.
  • Alle bijen van de tweejarige koningin worden voor de huisdeur van het ontvangstvolk afgeslagen. Geen tijd verliezen met het zoeken naar de koningin maar eenvoudig alle bijen afkloppen. Opdat ook het jonge voetvolk, dat nog niet gewoon is van te vliegen , hun nieuwe woonst kunnen betreden, wordt een licht hellend vlak voorzien naar de voordeur. Van hun woonst beroofd, bedelen alle werksters om toegang tot de nieuwe woonst, dat hun ook wordt gegeven.
  • Na ongeveer een uur hebben alle werksterbijen toegang verkregen en zich onderworpen aan de nieuwe koningin. Niet welkom is echter de tweejarige koningin. In negen van de tien gevallen wordt zij tegengehouden door de wachterbijen en sterft voor het volk. Wie op zeker wil spelen barricadeert de vliegopening van het ontvangstvolk met een moerrooster. Heeft de kast een roosterbodem wordt deze best gesloten, anders is het mogelijk dat de bijen onderaan het rooster een tros vormen.
  • Indien in het afgeslagen volk zich nog broed- en stuifmeelramen bevinden kunnen deze in de onderste romp van het ontvangst- of ander volk gehangen worden. Indien het ontvangstvolk slechts op een romp staat worden de afgeslagen bijenvrije ramen boven op het volk geplaatst in een tweede romp.

Afleggers

Voor tweejarige koninginnen is de tijd  van gaan gekomen.  De moerloze volken worden met volken verenigd met maximaal een eenjarige koningin.

Met deze eenvoudige, maar effectieve methode van volksvereniging kunnen alle afleggers samengevoegd worden die alleen niet winterrijp zijn:

  • Als de imker inspraak wilt hebben bij de keuze van de koningin, slaagt hij ten vroegste midden september het volk, met de slechtere of niet zo sympathieke koningin, af voor het beter presterende volk.
  • Nog eenvoudiger en bij koel weer aan te raden: afleggers op één romp worden eenvoudig op elkaar gezet. Deksel afnemen, rompen op elkaar en klaar. De keuze van de koningin wordt aan de bijen overgelaten. Krantenpapier is geschikt voor lectuur bij het ontbijt of voor het verpakken van vis, maar niet als scheiding tussen te samenvoegen volken.
  • Ik maak met opzet zwakke afleggers, door ze laat in het jaar aan te maken. In deze afleggers ontstaan vervangkoninginnen voor productievolken. Alvorens deze afleggers samen te voegen tot winterbestendige volken worden de overbodige koninginnen geoogst en gebruikt voor het hermoeren van productievolken (toevoegen in kooitje met suikerslot).

Haast en spoed zijn zelden goed

Jonge volken worden ten vroegste midden september verenigt, onverschillig hoe en met wie. Anders dan productievolken broeden zij nog verder tot einde september. Wie vroeger ingrijpt gebruikt het enorme groeipotentieel van jonge volken niet.
Gehaast moet men met het verenigen niet zijn. Tot einde oktober is er voldoende tijd. Alleen het wintervoer moet in overweging genomen worden. Volken die later verenigd worden bekomen, tot einde augustus voor productievolken en tot einde september voor jonge volken, slechts de helft van het wintervoer. Eerst wanneer de volken verenigt zijn wordt eventueel het resterende voeder gegeven. Dan kan men de winter en het volgende voorjaar met een gerust hart tegemoet zien.

* Dit artikel is een samenvoeging van ‘Kaum gesucht und schon gefunden’ en ‘Junge Weiseln, starke Völker’, verschenen in het Deutsches Bienen-Journal van september en oktober 2009. Met dank aan de auteurs en de redactie van DBJ voor het verlenen van de
toelating tot publicatie.

 

Klaar voor de winter

Met behulp van een verkeerslicht kan getest worden of uw volken voldoende sterk zijn om de winter te overleven. Jonge- en productievolken hebben bij het begin van de winter in november tenminste 5000 bijen nodig. Alleen dan is een optimale temperatuur in de wintertros verzekerd en kunnen ook harde winters worden doorstaan. Het aantal bezette raamgangen wordt bekomen door alle raamgangen te tellen waarin zich bijen bevinden (tenminste meer dan tien) en van dit getal twee af te trekken.

 
Groen licht:bezetten de bijen na een koude nacht (<-5°C) in de vroege morgen vijf raamgangen , dan kan men de kast met een gerust geweten sluiten.
 
Geel licht: vier bezette raamgangen zijn onder de beschreven voorwaarden het absolute minimum.
 
Rood licht: volken die in het begin van de winter drie raamgangen bezetten hebben een hoog sterfterisico.