Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 102
Jaar: 2016
Maand: maart
Auteurs: dr. Pia Aumeier

ZACHTE BIJEN VAN EIGEN SELECTIE*

Van welk volk moet ik verder telen? Conventionele en biologische imkers hebben hierover tegenstrijdige ideeën. Aanhangers van zuivere rassen houden het enkel bij kunstmatig bevruchte, gekeurde en geteste koninginnen van zuivere lijnen. Volgens imkers, die zich meer naar de natuur richten, zijn de beste bijen afkomstig van natuurlijke zwermen.

Het alternatief
De koningin bepaalt voor 50% de eigenschappen van een volk. Haar vele mannelijke partners sturen in de regel niet meer dan 10% bij. Daarom houd ik geen rekening met de darren. De toekomstige koninginnen selecteer ik echter met zorg. Slechts de moeders van goede, raamvaste en vlijtige volken komen in aanmerking. Voorwaarde voor ieder vergelijk is een competente bedrijfsvoering. Om volken te beoordelen moeten zij op zuivere ramen zitten, weinig mijten hebben en sterk zijn. Slechts dergelijke volken tonen hun gaven en tekortkomingen. Bijen die last hebben van varroa zwermen niet.

Steekvrij
In het ganse jaar geen enkele steek. Dat is voor mij de belangrijkste voorwaarde. Werken aan bijen moet gemakkelijk en plezierig zijn. Een volk is een geschikte kandidaat als het na één enkele rookstoot snel in de raamgangen terugtrekt. Ook in drachtloze perioden of bij onweer mag het niet op mij vliegen, zelfs als ik met een wollen zwarte trui of een alcoholgeur aan het volk werk.
Het gedrag van de volken tijdens de nazomerbehandelingen noteer ik nauwkeurig: vliegen de oude vliegbijen slechtgehumeurd op als ze worden afgeklopt uit de onderste broedkamer? Sluier en handschoenen zijn mij vreemd. Zo bekom ik duidelijke en directe antwoorden.

Zwermlustig
Mijn tweede criterium is: geen enkele maal in zwermstemming komen. Om het zwermen niet uit te lokken door plaatsgebrek, worden alle volken die overwinterd hebben op één romp, onafhankelijk van hun sterkte, bij het bloeien van de wilg uitgebreid. Bij het bloeien van de kersen krijgen alle volken een darrenraam, koninginnenrooster en honingzolder. Per seizoen worden tot zes darrenramen uitgesneden. Bij sterke volken wordt in april en mei telkens een broedraam met opzittende bijen weggenomen. Vanaf midden april wordt begonnen met een wekelijkse zwermcontrole en indien nodig worden doppen gebroken.Opbrengst
De factoren ‘zachtmoedig’ en ‘zwermtraag’ wegen sterker door dan ‘veel honing’, omdat 80 kg honing uit twee sterke plaatsgetrouwe volken minder werk en tijd vraagt dan nog meer honing van één zwermlustige steekduivel. Bovendien varieert de honingopbrengst, zelfs bij goede volken, omdat deze op de eerste plaats bepaald wordt door de standplaats.

Teeltprogramma voor iedereen
Wie een goede opbrengst heeft en niet in zwermstemming geraakt, heeft gewonnen. Volken die stekers en zwermen produceren komen niet in aanmerking. Zelfs als er op de stand maar één goed volk wordt gevonden, kan van dit volk zonder bezwaar verder geteeld worden. Geschikte larven gebruik ik voor koninginnenteelt met de vierstappen methode of ik gebruik het raam voor een broedaflegger. Bruidsvluchten gebeuren thuis, waar in de laatste jaren minimum vier van de vijf koninginnen bevrucht worden, ook bij slecht weer. Ik houd geen darrenvolken. Naar mijn ervaring zijn er overal voldoende gezonde paringpartners.
Met dit ‘teeltprogramma voor iedereen’ werk ik reeds gedurende 19 jaar met uitsluitend eigen koninginnen. Koninginnen van agressieve jonge volken worden na 5 maanden in oktober gedood, hun volken met zwakke verenigd. Het resultaat: vlijtige, zachtmoedige bijen van onbekende vaders.

* Bovenstaand artikel is verschenen in Deutsches Bienen Journal van mei 2013 onder de titel ‘Freie Liebe’. Met dank aan dr. Pia Aumeier en de redactie van DBJ voor het verlenen van de toestemming het artikel te publiceren in het maandblad.