Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 102
Jaar: 2016
Maand: Maart
Auteur : Charley Eylenbosch

IK HEB DE OORLOG VERKLAART AAN DE VARROA

Vorige zomer kwam via de radio, tv en vele kranten het nieuws dat een Schepdaalse bijenhouder, Noël De Schrijver, varroaresistente bijen had gekweekt. We zouden geen imker zijn, als we voor dergelijk bericht immuun zouden blijven en we hebben dan ook maar meteen bij Noël een lichtje gaan opsteken. Noël is nog maar 10 jaar imker, en als ancien kijk ik naar hem op voor zijn methodes, zijn geduldig onderzoek naar verbetering van ras en hoe hij dit alles combineert met een gezin en bedrijfsleider van een drukkerij met twaalf werknemers in dienst.

12 1

 Hoe is de bal aan het rollen gegaan?

Ik had aan de gemeente gevraagd om het provinciaal natuurdomein Wolfsputten (achter het Cultuurcentrum Westrand in Dilbeek) te mogen inrichten als bevruchtingsstand zoals Kreverhille. Het gemeentebestuur was danig geïnteresseerd en kwam met de burgemeester en drie schepenen bij mijl thuis om het voorstel te bespreken.

Toen dit in de plaatselijke pers kwam, stonden alle tv-zenders voor de deur. Eenmaal in de media heb je geen controle meer over de zaak, met als gevolg: telefoons van vrienden en collega’s, reacties (tot malafide toe) op het bijenforum, enz. Ook het weekblad Story voelde zich geroepen om met een ‘straffe story’ uit te pakken, en zelfs de buitenlandse pers nam het gretig over.

Hoe krijg je varroavrije volken?

Wat nu in de media is uitgebroken, is het werk van verscheidene jaren. In Amerika was men er al mee bezig om bijen te kweken die zichzelf ontdoen van de varroa. Dat intrigeerde mij om hier hetzelfde te doen. Veel lectuur dus en veel oefenen met mijn koninginnenkweek. Sinds een zevental jaar selecteer ik op broedhygiëne.

Met een blikdoos van ongeveer 7 cm diameter haal ik broed uit een raam; dat zijn ongeveer een 200 cellen. Dat verbrand ik met N2 (stikstof). Dat behandelde kringetje broed plaats ik terug of in een raam van een ander volk. Indien dit is opgeruimd binnen de 24 uur wordt dat volk weerhouden als ‘varroatolerant’.

Na inkruisen van deze volken bekwam ik uiteindelijk volken die na 15-16 uur broedhygiëne vertoonden. Al deze volken leken een zeer hoge varroaweerstand te hebben, zelfs 100%. Na verdere analyse bleken ze ook over een zeer hoge graad van ‘grooming behavior’ te beschikken, strikt vertaald ‘verzorgend gedrag’.

Die bijen belikken en bepotelen elkaar, ontnemen de mijten dat het een lieve lust is. Om nu de juiste eigenschappen te isoleren heb ik het laatste jaar koninginnen geïnsemineerd met één dar, in tegenstelling tot de voorgaande jaren (met meerdere darren). Na zeven weken werden deze volkjes getest op varroadruk en hygiënisch gedrag.

Drie miniplus volkjes werden weerhouden en vervolgens heb ik dit jaar (2015) nog eens een tiental volken opgestart met nakomelingen van koninginnen, bevrucht (KI) met sperma van één dar. Na controle zullen deze volken gebruikt worden als darrenleveranciers voor KI in 2016. De drie miniplus volkjes heb ik naderhand driemaal bijkomend besmet met mijten, één zelfs met larven met duidelijke varroa’s uit een volk met vleugelvervormde bijen (DWV = Deformed Wings Virus).

De miniplus volkjes zullen in maart 2016 terug bekeken worden hoe ze evolueren, gezien de moer maar weinig sperma kreeg. We weten dat alle nakomelingen van koninginnen die met één dar geïnsemineerd zijn, identiek zijn en dus dezelfde eigenschappen zullen vertonen.

Er zijn ook contacten met een labo, dat zich bezighoudt met het zoeken en bepalen van de genen in het DNA voor hygiënisch gedrag. Dat mag zowat de ‘heilige graal’ genoemd worden.

Geen traditionele varroabehandelingen meer?

Voorlopig is dat nog iets te vroeg. We mogen ons niet blindstaren op de broedhygiëne alleen. We moeten blijven zoeken naar andere eigenschappen en kwaliteiten om de varroa onder druk te zetten. Ik heb jaren geleden de oorlog verklaard aan deze parasieten en als ik nu tot resultaten gekomen ben, wil ik dat zo snel mogelijk alle imkers kunnen profiteren van mijn bevindingen.

We moeten in samenwerking nog wat preciseren op termijn. Vriend Eric Goris van ‘Honingraat’ in Waasmunster, bijvoorbeeld, heeft een programma om na te gaan hoe groot de cellenbouw van de raten zijn. Normaal hebben deze een grootte van 5,1 mm. Na twee tot drie jaar gebruik verkleinen de cellen tot 4.9 mm, doordat er nieuwe waslaagjes in verbouwd worden.

Hij kan dus nagaan in welke grootte van cellen de hygiëne het vlugst gebeurt. Het maken van grotere of kleinere cellen is ook een dynamisch gegeven: na de winter willen de bijen warm zitten en bouwen ze klein (4,9 mm), in volle lente en zomer zijn de cellen groter en is er dus ook meer ruimte voor de varroa.

Een ander punt om te onderzoeken is het bepalen van de genen voor hygiëne. Na zo’n stikstofbehandeling is er een eerste peloton die de varroacellen opsporen. Een tweede peloton gaat ze effectief te lijf en vernietigt of kuist de cellen. Het is van belang na te gaan wat bepaalt dat die bijen mijten opsporen, en wat bepaalt wat ze doet kuisen. Is dat afhankelijk van het genotype (genetisch bepaald) of van het fenotype (hebben ze het gezien en overgenomen van hun voorouders of collega’s)? Feit is dat we op de vliegplank een ander soort bijen zien fourageren: ze zijn nerveuzer, ze besnuffelen elkaar vaker …

Je vervangt ook continue waswafels in je volken

Ja, dat is niet het belangrijkste, maar het is wel van belang. Waarom? Het is een basis om hygiënisch te kweken. Kijk maar in de natuur: een volk zwermt om van nul te beginnen. De varroa heeft minder kans om zich voort te planten. Mijn volken zitten op simplexkasten en na de winter zet ik een zolder bovenop met alleen waswafels. De koningin gaat naar boven eenmaal de cellen zijn uitgebouwd.

12 2

Broedraam verplaatst naar een volk met hygiënisch gedrag.

12 3

 

Resultaat na 1 dag. Merk op hoe(veel) cellen zijn opgekuist

Wasraatvernieuwing doe ik ook in juli. Dan splits ik de volken. De ramen met broed gaan apart in een kast en de koningin met de ramen zonder broed ook in een kast om hen weer van nul te laten herbeginnen.

Mijn ervaring leert dat zo’n volk het jaar nadien explodeert en niet minder honing opbrengt, integendeel. Ik zet er een zolder bij van zodra ze dat aankunnen of willen. Door te splitsen en het broedloos starten maken we het de varroa moeilijk of lastig om zich voort te planten.

Volken besmetten elkaar. Wanneer je bv. 10 volken hebt met 5-6 sterk besmette volken, gaan die de andere 4-5 weerstandgevoelige volken gaan besmetten.

Verder heb ik ook een waswafeltoestel met waterkoeling om al mijn eigen was te hersmelten en te hergebruiken. Ook weer een kans minder om besmette was binnen te halen.

Je lijkt wel de nieuwe Broeder Adam

Dat is wat overdreven. Alhoewel ik je het aantal uren en dagen niet wil vertellen dat ik ermee bezig ben (geweest). Maar we moeten anders gaan denken. Het wordt tijd dat we anders gaan imkeren i.p.v. met allerhande producten te behandelen, want elk jaar komen er nieuwe bij op de markt. Neem nu het veel gebruikte oxaalzuur.

Ik heb eens een bij met één druppel oxaalzuur (3%) onder een binoculair gelegd en wat zag ik: de haren waren weg, het beestje trilde en beefde van de stress en vertoonde een bruine vlek op de rug van de verbranding. Komt daar nog bij de zuren van sproeistoffen op landbouwgewassen; de film op de korrel van maïs heeft tot gevolg dat er minder osmose is in de maag voor vertering.

De methode die ik nu toepas is poedersuiker op de bijen tussen de ramen strooien i.p.v. oxaalzuur. De varroa’s vallen en hun voortplantingscyclus wordt onderbroken of minstens vertraagd. De uitdaging is: hoeveel of hoe weinig varroadruk kunnen ze verdragen om niet of maar eenmaal te moeten behandelen?

Bij mij gaat de selectie van gezonde bijen voor op de honingopbrengst. Honing is voor mij een bijzaak. Wat betreft het toedienen van suikerstroop is het volgens onderzoek aangewezen dat er 1 tot 1,5% zeezout in zit en appelazijn. Dit laatste is een zacht zuur met een pH (zuurtegraad) van 4, dat bevorderend is voor de spijsvertering en het benadert de zuurtegraad van honing die ligt tussen 3 en 5. Vanaf een bepaalde zuurtegraad (4-5) onderdruk je ook de nosema m.a.w. boven de 4 pH ontwikkelt deze zich niet meer. Het meten van de pH kan met strips van bij de apotheker.

Hoe zie je de samenwerking met imkers naar de toekomst toe?

Ik sta open voor alle samenwerking. Ik heb niets te verbergen, geen geheimen en wil dat iedereen baat heeft bij mijn bevindingen. Ik zal koninginnen verkopen aan dezelfde voorwaarden als voorheen, met dien verstande dat ze afkomstig zullen zijn van 100% varroatolerante volken.

Van harte dank, Noël, voor deze bemoedigende woorden, de imkers zullen je eeuwig dankbaar zijn! Voor contact met Noël De Schrijver:

buckfastpajottenland@gmail.com