Bron: Maandblad van de Vlaamse
Imkersbond
Jaargang: 92
Jaar: 2006
Maand: Juni
Auteurs: Aloïs Schotanus

HONING TEGEN HOOIKOORTS

Juni wordt ‘hooimaand’ genoemd. Maar ze zou net zo goed ‘hooikoortsmaand’ kunnen heten. De pollenconcentraties in de lucht bereiken in deze periode van het jaar zeer hoge waarden.

De hooikoortslijders zullen u verzekeren dat ze het knap lastig hebben in deze dagen. In de jongste jaren is men meer aandacht gaan besteden aan deze allergische aandoeningen.

Er worden nu via de radio- en de TV-waarschuwingen uitgezonden – meestal in aansluiting met de weerberichten – en er is zelfs een allergofoon in het leven geroepen om mensen met allergieproblemen beter en sneller te informeren.

Hooikoorts is in feite een allergische reactie van de ademhalingwegen op de aanwezigheid van pollen in de lucht. Deskundigen hebben echter ontdekt dat met behulp van bijenstuifmeel een immuniteit opgebouwd kan worden en dat er verschil bestaat tussen het stuifmeel dat ingeademd wordt en het stuifineelproduct dat van de bijen afkomstig is.

Over het algemeen worden allergieën veroorzaakt door anemofiel stuifmeel: dat is het stuifmeel dat door de wind wordt verspreid. Om een natuurlijke immuniteit op te bouwen, heeft het lichaam een zekere hoeveelheid entomofiel stuifmeel nodig.

Dat is het stuifmeel dat door de bijen vergaard wordt uit allerlei bloemen. Dat entomofiel stuifmeel werkt dan als een barrière of een schild tegen het stuifmeel dat door de wind wordt verspreid, ingeademd wordt en allergische reacties veroorzaakt.

Het door de bijen verzameld stuifmeel heeft een geneeskrachtige werking, omdat de bijen bij de bewerking ervan enzymen en nectar toevoegen. Dat neutraliseert en vernietigt elk allergisch element (als dit er al in voorkomt) en maakt van bijenstuifmeel een voedsel dat de ademhaling gunstig beïnvloedt en allergieën kan voorkomen, ja, zelfs helpen genezen.

Nu verwerken de bijen ook in de honing een flinke dosis stuifmeel. Ook in de dekseltjes waarmee de honingcellen verzegeld worden, komt veel stuifmeel voor. Vaak zitten er onder de honing in de cellen, nog flink wat pollen opgeslagen, die dan bij het slingeren van de raten mee in de honingoogst terechtkomen.

U hebt het al begrepen: de beste manier om al voorverteerd stuifmeel in te nemen, is gewoon wat raatverse honing te eten. Het liefst dan nog van een imker uit de onmiddellijke buurt. In zijn honing komen immers de pollen voor waartegen moet opgetreden worden.

Het heeft dus weinig zin om honing uit Mexico te eten met de bedoeling een desensibiliseringkuur te doen tegen de pollen uit de Kempen! En honing uit China zal evenmin verlichting brengen bij hooikoortsaanvallen die veroorzaakt worden door het stuifmeel uit het Pajottenland.

Verzegelde raathoning is bijzonder geschikt: men kauwt er kleine brokjes van, net zoals men bij kauwgom pleegt te doen. Maar ook de ontzegelingwas en de lekhoning die er nog aan vastzit, is prima stuf om uit te kauwen.

Natuurlijk kiest men daarvoor best de dekseltjes van onbebroede honingraten. Is er geen honingraat te krijgen of te kopen? Heeft de imker de ontzegelinghoning aan de bijen opgevoerd? Geen nood: de gewone ruwe slingerhoning, liefst grof gezeefd en zeker niet verwarmd, is haast even goed!

In zijn boek Leef lang en gezond (*) wijdt de Amerikaanse dr. D.C. Jarvis verschillende bladzijden aan de therapeutische waarde van; honing bij de behandeling van hooikoorts.

Daarin zegt hij o.m.: ‘Als men een maand voor de hooikoorts wordt verwacht, iedere dag een stukje honingraat uitkauwt, zal de kwaal niet of slechts in een lichte graad optreden.

Bij een lichte aanval van hooikoorts, kauwt u om de andere dag een stukje honingraat; uw neus blijft dan vrij en droog. Twee theelepels ruwe honing bij iedere maaltijd, geven hetzelfde effect.’

Bij deze behandeling kon dr. Jarvis het volgende waarnemen:

• waterige ogen gingen over;
• een verstopte neus werd in drie minuten beter en na zes minuten was de neus zover open dat met gesloten mond kon worden geademd;
• een lopende neus was in vijf minuten over;
• bij een rauwe keel wordt na drie tot vijf minuten verlichting ondervonden.

De volgende anekdote is eveneens ontleend aan het geciteerde werk van dr. Jarvis:

‘Een hoeveknecht die aan hooikoorts leed, kauwde op mijn advies driemaal per dag op een stukje honingraat en had dan maar weinig last, zodat hij zijn werk normaal kon verrichten.

In de hooitijd wilde ik een proef met hem doen en ik vroeg hem geen honingraat meer te gebruiken.

Zeven dagen had hij geen last ondanks het stof van het hooien; maar op de achtste dag kwam de aanval in volle hevigheid opzetten.

Ik liet hem onmiddellijk weer beginnen op de honingraat te kauwen. Een week later zag ik hem weer boven op de hooiwagen zijn normale werk verrichten.

Het niezen en de vochtafscheidingen in neus en ogen waren verdwenen. Maar ik blijf nu op de raat kauwen en ik sla geen dag meer over’ zei hij.

11_api_1

Nog een ander getuigenis komt van dr. Georg D. McGrew van de Medische Dienst van het Amerikaanse leger, verbonden aan het Algemeen William Beaumont Hospitaal in El Paso in de staat Texas. Deze arts verklaarde dat tijdens de hooikoortsperiode 33 hooikoortslijders gedeeltelijk of helemaal genazen door het eten van honing, die in hun omgeving was geoogst.

Volledigheidhalve willen we hieraan toevoegen dat het soms hoogst zelden voorkomt dat mensen precies een allergische reactie vertonen bij het innemen van stuifmeel, honing of propolis.

Het blijft dus geraden om elke therapie van welke aard ook te laten verlopen onder het toezicht van de huisarts, een homeopaat of een allergoloog.

Zeker voor diabetici is het gebruik van honing aan het voorafgaande advies van de dokter onderworpen.

De bewering dat honing de tanden zou aantasten (cariës) gaat maar op in zoverre men de normale tandhygiëne zou verwaarlozen. Het tegenovergestelde is eerder waar: de honing heeft een bacteriedodend effect op de voornaamste verwekker van de cariës, de Streptococcus mutans. Daarenboven belet de honing de vorming van tandplak.

We gaan nog even terug naar Dr. Jarvis

Na een honing-stuifmeelkuur noteerde hij de volgende positieve resultaten:

  • de hond kon weer worden aangehaald;
  • de kat mocht weer worden geaaid;
  • kippen voeren was weer mogelijk;
  • paardrijden zonder bezwaar;
  • koeien melken niet langer verboden;
  • in de tuin werken en door de velden wandelen was niet langer een plaag;
  • bloemen ruiken kon weer zonder tranen;