VERENIGEN VAN BIJENVOLKEN

1. BASISREGELS VOOR HET VERENIGEN

Bijenvolken verenigen, is twee volken samenvoegen tot één volk, met de bedoeling één sterke productieve kolonie te creëren. We voegen meestal een zwak volk aan een sterk volk toe. Zwakke volken met elkaar verenigen, heeft niet de minste zin. Een volk is immers zwak omdat de koningin niet van goede kwaliteit is. Als we twee zwakke volken met elkaar verenigen, blijven we over met een zwakke koningin die onvoldoende legt en bijgevolg nooit een sterk volk zal produceren.

Om twee volken te verenigen moeten we ons houden aan enkele basisregels:
• Elk volk heeft zijn eigen nestgeur, als we dus zomaar twee volken samenvoegen, kan dat leiden tot een echte slachtpartij. In het voorjaar is vanwege de wintersuikervoeding de nestgeur van de volken wel dezelfde. Eenzelfde nestgeur kun je min of meer bekomen door beide volken te bestuiven met honingwater of andere geurstoffen.
• Goed doorvoede volken laten zich beter verenigen. Het is dus raadzaam om ze vooraf te voederen met voer van dezelfde geur.
• Het sterkste volk behoort het vlieggat te bezetten. Daarom plaatsen we het sterke volk met de goede moer onderaan. Het zwakke volk plaatsen we boven.
• Het is steeds veiliger de moer die we niet meer nodig hebben, vooraf te verwijderen. Lukt ons dat niet, dan kunnen we de volken ook zo verenigen. We gaan ervan uit dat de sterkste moer als overwinnaar uit de strijd zal komen.

2. METHODEN OM TE VERENIGEN

2.1. DE KRANTENMETHODE

De krantenmethode is de eenvoudigste en meest gebruikelijke methode. De vereniging gebeurt het best in de late namiddag. We gebruiken een nieuwe krant, het is immers de geur van de inkt die de vereniging vlot doet verlopen. Om het contact te bespoedigen, prikken we met een spijker enkele kleine gaatjes in de krant.

We gaan als volgt te werk:
• Is het zwak volk nog tamelijk sterk, dan plaatsen we de broedkamers op elkaar, gescheiden door een pagina krantenpapier. De kasten worden centraal geplaatst ten opzichte van de standplaats van de oorspronkelijke volken.
• Is het zwak volk heel klein, dan schudden we alle bijen af in een emmer (plastic) en hangen het broed bij dat van het sterk volk. Op de broedkamer leggen we een krant, erboven een lege kast en we schudden de bijen van het kleine volk erin.
• In beide gevallen laten we het geheel enige dagen met rust. De snippers voor de kast tonen aan dat de vereniging gelukt is.

2.2. VERENIGEN MET SEPARATOR

In plaats van een krant, gebruiken we een separator. Een separator is een houten raamwerk dat de buitenmaten van de bakken heeft en voorzien is van gaas.

In het raamwerk is er een vlieggat voorzien. Door het gaas kunnen de bijen contact hebben met elkaar en kunnen ze voedsel uitwisselen. Daardoor wordt de nestgeur van beide volken gelijk. Na een week nemen we de separator weg en de vereniging verloopt vlekkeloos.

3. NAJAARSVERENIGING

Tijdens de zomer hebben we zwermen gehad en afleggers gemaakt. Niet alle volken zijn uitgegroeid tot volwaardige kolonies, en wellicht willen we het aantal kasten beperkt houden. Trouwens, het heeft geen zin om zwakke volken te willen overwinteren: sterke volken komen veel beter de winter door en zijn veel minder onderhevig aan ziekten zoals nosema. Door minder volken te overwinteren, krijg je ook een flinke besparing op de suikerconsumptie en bestrijdingsmiddelen tegen de varroa.
Een ander belangrijk voordeel van de najaarsvereniging is het feit dat het bijna altijd goed afloopt. De bijen hebben geen andere keuze, in die tijd van het jaar zijn er normaal geen darren meer en is het bijgevolg niet meer mogelijk nog nieuwe bevruchte koninginnen op te kweken.

4. VOORJAARSVERENIGING

Na de voorjaarsinspectie worden in de praktijk veel volken verenigd. We stellen vast dat we enkele minder goede volken hebben en we willen onze sterke volken klaarmaken voor de vroege lentedracht door ze te verenigen met de minder goede volken. In deze periode kunnen volken probleemloos verenigd worden. Ze hebben dezelfde nestgeur vanwege de wintervoeding. We moeten wel goed overwegen of sommige volken nog de moeite waard zijn om te verenigen. Zieke volken of volken met eierleggende werksters kunnen we beter afzwavelen. De risico’s tot besmetting of mislukking zijn veel te groot.

Sommige imkers verenigen twee volken voor de fruitdracht. Daar zit echter een groot gevaar in, want het creëert zwermstemming. Door samenvoeging verdubbelt men niet alleen de haalbijen, maar ook het broednest dat gevoederd moet worden. De massa haalbijen haalt veel nectar binnen, maar toch zal er geen overschot zijn om in de honingzolder te deponeren. Na een tiental dagen komen dan de grote problemen. Uit de twee broednesten worden massaal jonge bijen geboren, met als gevolg dat het aantal voedsterbijen verdubbelt. Daartegenover staat dat er maar één koningin eitjes legt en dat maakt dat de helft van de voedsterbijen hun voedersappen niet kwijt kunnen. Hierdoor gaan deze bijen zwermen.
Hoe kunnen we onze volken dan wel versterken? We moeten in de eerste plaats veel vliegbijen hebben. Daarom gaan we vliegbijen laten afvliegen. Een goede methode is bijvoorbeeld van drie naast elkaar staande volken, het middelste volk enkele meters te verplaatsen en de twee buurvolken naar elkaar toe te schuiven. De vliegbijen van het verplaatste volk vliegen af en verdelen zich over de twee volken. Uit die twee kasten kan gegarandeerd geslingerd worden met een hoge opbrengst. De twee volken zwermen niet omdat de vliegbijen oud zijn en geen zwermneiging hebben. Het afgevlogen volk kan dienen als reservevolk.

 

Uittreksel uit “Bijenhouden in de 21ste eeuw” door Dirk Desmadryl