Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkerbond
Jaargang: 99
Jaar: 2013
Maand: januari-februari
Auteurs: Jens D’Haeseleer (studiedienst Natuurpunt)

Zin en onzin van het kappen van exoten

f1Natuurpunt vzw beheert ongeveer 20.000 ha natuurgebied en is zo de grootste private natuurbeschermingsorganisatie van Vlaanderen. Natuurpunt legt in zijn werking de focus op het behoud en de versterking van de biodiversiteit, in eerste instantie in de eigen natuurgebieden.

In de meeste beheervisies staat ook de bestrijding van uitheemse plantensoorten. Natuurpunt bestrijdt echter niet standaard alle uitheemse plantensoorten. In sommige gevallen kunnen deze plantensoorten immers onschadelijk zijn voor de lokale biodiversiteit. De focus van de bestrijding ligt op invasieve soorten die een gevaar voor de plaatselijke biodiversiteit vormen. Omdat heel wat invasieve plantenexoten door hun overwoekerend gedrag een sterke invloed hebben op de ontwikkeling van de vegetatie, vormen zij een bedreiging voor het volledige voedselweb. Ze hebben op die manier ook een negatieve impact op plant-bestuiversinteracties.

Vooral bijensoorten met een gespecialiseerd bloembezoek ondervinden hier hinder van. De invasieve exoot reuzenbalsemien verdringt bv. langs veel waterlopen grote kattenstaart, grote wederik en moerasandoorn. Deze planten zijn respectievelijk de unieke waardplant van de zeldzame bijensoorten kattenstaartdikpoot, gewone en bruine slobkousbij en andoornbij. Volgende plantensoorten worden omwille van hun sterk invasieve karakter in alle gevallen in natuurgebieden beheerd door Natuurpunt bestreden: reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera), Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina), Japanse duizendknoop (Fallopia japonica), pontische rododendron (Rhododendron ponticum), …

f2

Enkele plantensoorten worden slechts in bepaalde gevallen bestreden (in habitats of gebieden waar zij een overwoekerend effect hebben) in natuurgebieden beheerd door Natuurpunt: valse acacia (Robinia pseudoacacia), Amerikaans krentenboompje (Amelanchier lamarckii), …

Tot slot zijn er tal van uitheemse plantensoorten die niet bestreden worden omdat ze geen invasief karakter hebben: zilverlinde (Tilia tomentosa), paardenkastanje (Aesculus hippocastanum en A. carnea), krimlinde (Tilia x euchlora), Amerikaanse linde (Tilia americana), …

De reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum) wordt momenteel nog niet systematisch bestreden, ook al is hij uitheems en gedraagt hij zich op sommige plekken invasief. Tamme kastanje (Castanea sativa), zomer- (Tilia plathyphollus), winter- (T. cordata), en Hollandse linde (T. x europaea), zijn respectievelijk ingeburgerde en inheemse soorten en worden dus normaal gezien niet bestreden. Tamme kastanje wordt zelfs vaak in sneukelzones aangeplant. De drie inheemse lindesoorten worden soms in bossen aangeplant, maar worden vooral beschermd in de stedelijke omgeving doordat vrijwilligers van Natuurpunt gelooft dat een structurele verbetering van de natuurlijke bloemenrijkdom in het buitengebied kan leiden tot oplossingen voor het nijpend tekort van nectarbronnen voor bestuivers. Nectar van exotische planten kan hoogstens tijdelijk een surrogaatoplossing bieden. Het ware probleem zit in de verarming van ons landschap, een thematiek waar zowel natuurbeheerders als de imkerij dezelfde belangen hebben. Natuurgebieden die door Natuurpunt beheerd worden bevatten vaak bloemrijke graslanden of ruigtes, heideterreinen of inheemse loofbossen. Deze habitats herbergen dan weer goede drachtplanten voor wilde bijen en honingbijen zoals zomereik, sporkehout, diverse wilgensoorten, meidoorn, klimop, struikhei, diverse distelsoorten, gele composieten, grote kattenstaart, honingklaver, bramen, paardenbloem, diverse klaversoorten, …

In bijlage wordt een lijst weergegeven met een voorstel voor enkele inheemse alternatieven voor invasieve exoten. Bij het opstellen van de lijst werd zoveel mogelijk rekening gehouden met de relevante plantenkenmerken.

Bijlage: Voorstel Natuurpunt inheemse alternatieven voor invasieve exoten

f3