1. BIJENTEELT VAN DE OUDHEID TOT HEDEN

De bij was eerder dan de mens op aarde. Er werden afdrukken van bijen gevonden in gesteenten van 25 miljoen jaar geleden.
In de oudste beschavingen vinden we sporen van bijenteelt. Honing en bijenproducten waren een kostbaar iets. De oude Indiërs offerden honing aan hun goden en betaalden belastingen met honing en was.

De Perzen hadden een grote verering voor de honingbij en de goden bestraften leugenaars met bijensteken. De Koran noemt de honing een geneesmiddel voor alle lichamelijke kwalen en ook in de Bijbel is er menigmaal sprake van bijen en honing. Het beloofde land, Kanaäan, was het land dat overvloeide van melk en honing. Grieken en Romeinen beschouwden in hun tijd de bijenteelt als rijkdom en ze hielden al honingmarkten. Aristoteles (4de eeuw voor Christus) beschreef het bestaan van een koningin, werksters en darren. Hij had al kennis van de taakverdeling van de bijen, en hij besprak enkele vijanden van de bijen, zoals wasmotten en insectenetende vogels. Ook de Germanen kenden het nut van de bijenteelt, maar ze zochten de honing nog in holle boomstammen en rotsspleten. Onze voorouders maakten al mede en ze proefden er uitvoerig van.
Tijdens de eerste eeuwen van het christendom was de bijenteelt alomtegenwoordig in de kloosters en verspreidde zich van daaruit naar de gewone bevolking. In de middeleeuwen bereikte de bijenteelt de hoogste bloei en Karel de Grote vaardigde wetten uit ter bescherming van de honingbij. De eerste bijengilden ontstonden. Landbouwers moesten aan de adel en de geestelijkheid belastingen betalen onder de vorm van honing en was.
De ontdekking van Amerika in 1648 had nefaste gevolgen voor de bijenteelt. Invoer van rietsuiker en honing uit Amerika, ontbossing, verbouwen van aardappelen en granen maakten van de beroepsimkerij een bijverdienste. Ook de wetenschap werd geboren: men ontdekte het geheim van de bevruchting van de koningin en de oorspong van de wasvorming.
In de 19de eeuw maakte men de eerste losse ramen en vanaf de 20ste eeuw ging men bijen houden in kasten in plaats van in korven. Hierdoor kon men veel gemakkelijker werken aan de bijen en bij het oogsten van de honing moest men zijn volken niet meer vernietigen. In de 20ste eeuw ontwikkelde met reuzensprongen de kennis over de biologie en de zintuigen van de bijen, communicatie en ziekteverwekkers. Ook werden veel nieuwe technieken en bedrijfsmethodes ontworpen.
Evolutie en nieuwe ontdekkingen gaan steeds verder. De bijen hebben zeker nog niet al hun geheimen prijsgegeven, maar we moeten wel erkennen dat we de laatste decennia enorm veel vooruitgang hebben gemaakt.

AMBROSIUS, beschermheilige van de imkersgilden.

Ambrosius werd te Trier geboren in het jaar 340 uit een Romeinsche adellijke familie. Zijn vader was prefect van Zuidelijk Gallië. Toen Ambrosius nog als klein kind in de wieg lag, streek een bieënzwerm op zijn gelaat neer en vlogen de bieën in en uit zijn mond zonder den knaap te hinderen. Zijn vader, dat wonder ziende, voorspelde: “Dat kind zal eenmaal een groot man worden.” En inderdaad, Ambrosius werd Aartsbisschop van Milaan, kerkvader, kerkleeraar en een groot heilige. Zijn woorden vloeiden zoet als honing en zijn ijver overtrof dezen van onze ijverige bietjes.
Daarom verkozen de bieëntelers hem tot hun patroon en vieren zijn feestdag op 7 December, dag zijner aanstelling tot aartsbisschop.
Sint Ambrosius overleed te Milaan op Paaschzaterdag, 4 April 397.

(“Handboek van de Imker”, E. Leysens, 1945)

2. IMKER WORDEN

Bijen in je tuin hebben is boeiend. Ze zien heen en weer vliegen op zoek naar stuifmeel en nectar, een zwerm zien afkomen, een potje honing van je eigen bijen op je boterham smeren, het is allemaal zo fascinerend.

Maar waar haal je die bijen? Hoeveel kost dat? Hoe begin je eraan? En zullen die beestjes steken? En wat moet je allemaal doen? Wanneer en hoe?

Bijen plaats je niet in een opwelling van romantiek in je tuin. Je moet dat doordacht doen, de voor- en nadelen overwegen. Het is net zoals een ander huisdier in huis halen. Velen hebben zich al enthousiast een hond of een kat aangeschaft en luttele tijd later is de liefde uit en er blijft alleen diepe ontgoocheling over.

Imker zijn is een fantastische hobby. Maar is het wel voor iedereen weggelegd? Moet je een soort tovenaar zijn, een magiër die alle geheimen van de natuur kent en voor niets en niemand bevreesd is? Helemaal niet. Een imker is een doodgewone mens die houdt van de natuur, die zijn bijen op de voet volgt en hierdoor het weer en zijn omgeving heel anders gaat bekijken. Bloemen en planten, bomen en struiken, zon en wolken, regen en wind, alles staat in functie van de bijen.

Om bijen te houden moet je ook de ruimte hebben om bijenkasten te plaatsen. Als je in een appartement woont of in een woonwijk met een piepklein tuintje wordt het wel heel moeilijk. Natuurlijk kun je ook een bijenstand hebben op een stukje grond dat niet bij je woning gelegen is. Bijen houden kun je zowel op het platteland als in de stad, als er maar voldoende bloeiende gewassen staan en je de bijenkasten kunt plaatsen op reglementaire afstand van buren en openbare wegen.

Wil je bijen houden, dan moet je je in de eerste plaats goed informeren: je moet kennis opdoen over de bij en zijn gedragspatronen. Het beste middel daartoe is een cursus volgen voor bijenteelt of een naslagwerk over bijenteelt grondig bestuderen. Verder moet je ook nog je eigen mogelijkheden overwegen: heb ik interesse voor de natuur, heb ik voldoende tijd, kan ik tegen een stootje of een prikje? En hoe zit het met je huisgenoten, hoe staan zij daartegenover? En je buurt, is die bijenvriendelijk? Allemaal vragen die je toch moet overwegen vooraleer je de stap zet.

Theorie en praktijk zijn twee verschillende zaken. Cursus volgen is zeker aangewezen, maar begin geen bijen te houden, zonder dat je vooraf in contact gekomen bent met bijen. In ieder regio is er een vereniging van imkers, die zullen je zeker helpen en de nodige adviezen geven. Laat je bijstaan en begeleiden door een deskundige imker, het zal je veel ontgoochelingen besparen.

Bijen houden kost ook geld. Je hebt bijenkasten en het materiaal nodig om aan de bijen te werken en je te beschermen. Vaak kun je alles tweedehands kopen, maar koop deugdelijk materiaal aan, geen oude afdankertjes. Oude rommel bezorgt je alleen maar narigheid. Laat je zeker adviseren door een geroutineerde imker die de moderne imkerij op de voet volgt.
Meestal doe je er best aan om alles nieuw te kopen, maar loop niet te hard van stapel. Voor 300 euro koop je zeker een basisset: een degelijke nieuwe kast, de nodige beschermingsmiddelen en benodigdheden om te kunnen starten. We komen verder nog uitvoerig terug op de belangrijkste soorten bijenkasten en de imkergereedschappen. De dure benodigdheden om honing te slingeren moet je in de aanvangsfase zeker niet kopen. Een bevriende imker zal graag zijn honingslinger ter beschikking stellen.

Ben je overtuigd en zie je het zitten om bijen te houden, dan moet je eraan beginnen. Maar houd het in de beginfase beperkt, later kun je altijd geleidelijk uitbreiden. En laat je niet verleiden door allerlei gadgets en kostelijke investeringen die je niet onmiddellijk nodig hebt. Imker word je niet in een paar weken. Je hebt er geduld en tijd voor nodig.

3. HET NUT VAN DE BIJENTEELT

De bijenteelt in ons land is voor de meeste imkers een hobby. Beroepsimkers zijn er niet, wel een drietal semiprofessionele imkers, die 200 tot 300 volken houden. In België zijn er ongeveer 8500 imkers, die gemiddeld tien bijenvolken hebben. De meeste imkers zijn aangesloten bij een imkervereniging die hun belangen verdedigt en een maandblad uitgeeft zodat de imkers op de hoogte blijven van de moderne imkerij.

De Belgische imker houdt zeker geen bijen voor economische redenen, maar als je de imkerij op nationaal en op wereldvlak bekijkt is deze zeker niet zonder economische betekenis.

Het nut van de bijenteelt heeft veel aspecten:
• Bestuiving van gewassen voor 80%, in de fruitteelt zelfs voor 90%. Zonder bestuiving geen vruchten, geen zaden, geen voortplanting. Einstein heeft ooit gezegd: “Als de bijen sterven, gaan vier jaar later de mensen dood.”
• Honing. Men schat dat in België jaarlijks een 1.350.000 kg honing geproduceerd zou worden, dat vertegenwoordigt een waarde van 10 miljoen euro.
• Bijenwas wordt benut voor het maken van kaarsen, boenwas en diverse industriële en artistieke toepassingen.
• Stuifmeel voor geneeskrachtige doeleinden.
• Koninginnenbrij voor de farmaceutische en cosmetische industrie.
• Bijengif voor farmaceutische industrie.
• Propolis of kithars voor de farmaceutische industrie.

Op al deze aspecten van de bijenteelt komen we later nog terug.

Een recente studie van de universiteit van Gent toonde aan dat de economische waarde van het bestuivingswerk van de honingbijen in België 472,30 miljoen dollar per jaar bedraagt. Alleen koeien, varkens en gevogelte halen een hoger cijfer.

 

Uittreksel uit “Bijenhouden in de 21ste eeuw” door Dirk Desmadryl