Bron: Maandblad van de vlaamse Imkersbond
Jaargang: 91
Jaar: 2005
Maand: juni
Auteurs: Dirk Desmadryl

BIOLOGISCH-DYNAMISCH IMKEREN 

In Bijen, het maandblad voor de Nederlandse imkers, is er in 2004 een artikelenreeks verschenen met als titel ‘De imme, een organisch geheel’.

Imme betekent één organisch geheel van werksters, koningin darren en raatwerk. Deze vier elementen zijn sterk met elkaar verbonden en het ene mag niet van het andere gescheiden worden. Doet men het toch, door bijvoorbeeld de koningin weg te nemen en een nieuwe vreemde moer in te voeren, dan pleegt men als het ware heiligschennis en vraagt men om problemen.

Biologisch-dynamisch imkeren

Op basis van deze theorieën zijn er aantal imkers die het biologisch-dynamisch imkeren hoog in het vaandel dragen en propageren. In het decembernummer 2004 van Bijen verscheen er een artikel van Wim van Grasstek met als titel ‘Biologisch Dynamisch imkeren 2004’. De auteur is zo’n 25 jaar geleden beginnen imkeren en zijn huidige stal immen schommelt nu tussen de 35 en 60. Tot zijn grote droefenis stelde hij, als beginnennde imker, vast dat er heden ten dage niet meer natuurlijk geïmkerd werd, en dat alle waarden die zo belangrijk zijn voor een gezonde en vitale imme werden en worden met de voeten getreden. Dat illustreert en argumenteert hij uitvoerig op het vlak van kunstraat, vreemde moeren, suikervoeding, verenigen vóór de winter en de relatie imker en imme.

Gebruik van kunstraat

Door gebruik te maken van kunsttraat kan men raten wisselen, maar … hiermee haalt men het hele huishouden van de imme onderste boven. Elke imme bouwt haar eigen skelet (de raten) in een eigen vorm, ritme en behoefte. Van deze eenheid moet men afblijven.

In de hedendaagse bijen kasten hangen de ramen 38,5 mm hart op hart van elkaar. De natuurlijke afstand is 35 mmo Bredere straten hebben een groter warmteverlies. Dit vraagt niet alleen meer energie van de bijen, maar een minder goede warmtehuishouding bevordert ook de ontwikkeling van de varroamijt.

Het gebruik van kunstraat heeft nog andere gevaren. Wanneer we in het voorjaar een volk ruimte geven door een bak boven het volk te plaatsen, gaat men in tegen de natuurbouw: de bijen willen van boven naar beneden bouwen. ‘Men mag zich er dan ook niet over verbazen dat er immen zijn die zich verweren, die steken.’ We moeten dus uitbreiden onder het volk in plaats van erboven.

Invoeren vreemde moer

Een jonge koningin die opgekweekt en geboren is in een eigen zwerm, bezit ‘een kwaliteit, een vuur en licht waarmee de bijen zich verbonden voelen’. Een vreemde koningin invoeren, is een hachelijke onderneming, waarvoor we kunstgrepen moeten toepassen, die dan nog meestal mislukken. De ingevoerde moer kan geen verbinding aangaan met de imme, ze blijft een vreemd orgaan dat wordt afgestoten.

Suikervoeding

Alle honing wegnemen en er ter vervanging suiker voor geven, is een regelrechte ramp. Honing is veel meer dan voedsel, het is tevens de bron voor kracht en vorm binnen de imme. Honing heeft een binding van de imme met de seizoenen en het gebied waar zij haar voedsel verzamelt. De imme is een zonnedier. De suikers die wij voeren hebben met de aarde te maken en hebben geen binding met de imme. Ze zijn een dode stof. Op de duur zullen de immen uit elkaar vallen en sterven.

Verenigen voor de winterzit

Het samenvoegen van twee immen voor de inwintering is een zware belasting. Het blijven immers twee vreemde organen, die zich niet verbonden voelen. Dit zorgt voor veel onrust tijdens de winterzit. Pas in het voorjaar wordt het evenwicht hersteld: langzaam sterven de oude bijen en omringt de koningin zich met haar eigen broed om weer imme te worden.

Verbinding imme en imker

Elke imme heeft een eigen karakter waarmee de imker in harmonie moet omgaan, met niet alleen het verstand, maar ook met heel het hart. Zo ontstaat er een sfeer, een verbinding tussen de imme en de imker. En besluit de auteur: ‘u hebt wel eens gehoord dat na het sterven van een imker, hoewel het de immen was aangezegd, deze immen toch in het volgende seizoen stierven.

Imkeren in de 21ste eeuw

Laten we maar eerlijk zijn. We zondigen nogal eens tegen al deze bovenstaande principes. Zijn we dan totaal verkeerd bezig? Net als Wim van Grasstek, ben ik 25 jaar geleden begonnen met imkeren. En ik gebruik kunstraat. Ik plaats van een honingzolder vlak boven het broednest. Ik voer nieuwe koninginnen in. Ik geef suikervoeding na het slingeren. Ik verenig volken. En, ik zal ook eens sterven. Alleen weet ik niet of mijn immen er dan ook het bijltje zullen bij neerleggen … Wat ik wel weet is dit. Ondanks mijn talrijke zonden, hebben mijn bijen geen stress, zijn ze zeer zachtaardig en geven ze een hoge honingopbrengst. Of ben ik te voorbarig? Eerst of laat zal de natuur zich wreken. Sodoma en Gomera zullen uitbreken. De voorrtekens zijn er al: varroa, de kleine kastkever, en wat nog allemaal …

Laten we ernstig blijven en met beide voeten op de grond. Het is goed dat we imkers hebben die vragen stellen achter onze moderne bedrijfmethodes. Het is goed dat ze er ons op wijzen dat we de natuur moeten respecteren, dat er grenzen zijn. De vraag is alleen: hoe ver kunnen we gaan in het manipuleren van onze bijen? Of zullen de bijen het ons zelf zeggen wanneer we te ver gaan? Tot nu toe heb ik niets gehoord.