Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 101
Jaar: 2015
Maand: April
Auteur : Lode Devos

NATUURLIJK IMKEREN OF HOE NAÏEF EEN MAN VAN 62 KAN ZIJN

Bijen hebben me altijd gefascineerd. Ik was niet gestoord door enige kennis over hoe het er in zo’n kast aan toeging, maar de beestjes trokken altijd mijn aandacht. Bovendien was en ben ik gek op honing.

Het leek allemaal vanzelfsprekend

Mijn vader was dorpsonderwijzer, een ‘meester’, en één van zijn collega’s was imker en vaste honing huisleverancier.

Die zoete zaligheid werd thuis met mate geserveerd. Vaak als oplossing voor kleine pijntjes en verkoudheden.

Later heb ik er potten verslonden, gekocht in de winkel. Heb me lange tijd nooit vragen gesteld over hoe er geïmkerd werd.

Het leek me allemaal vanzelfsprekend en bijen werden gehouden om honing op je boterham te kunnen smeren.

50 jaar terug vond ik zowat alles vanzelfsprekend. Ook het feit dat er in de tuin aardig gesproeid werd en dat er naast onze kak ook ‘korrels’ gebruikt werden om het land vruchtbaar te houden.

We verwarmden ons met kolen. CO2 en klimaatproblemen moesten nog worden uitgevonden. Ouderwetse winters met veel sneeuw, volop vogels en vissen om te vangen.

Lange haren en gescheurde jeans

Vanaf mijn 16 was ik nergens meer voor, maar overal tegen. Tegen de Kerk, tegen de bourgeois, tegen het kapitaal. Lange haren, gescheurde jeans en een geest die actief ‘verruimd’ werd.

In die jaren verdwenen de bijen uit mijn zichtveld, hoewel de honing bleef. Ik leerde wat later naar vogels kijken zonder ze te vangen.

Begon te beseffen dat de mens met van alles bezig was waar je minstens vragen kon over stellen.

Biologische landbouw, gezonde voeding, natuurreservaten, … Het dook allemaal op aan de einder. Ik behoorde snel tot de groep die tegen de stroom in voer. En dat is gebleven.

Op zoektocht

Laat me een sprong maken tot een handvol jaren terug. Onder andere het vechten voor een betere wereld zorgde voor wat sleet en dus zocht ik naar meer rust in mijn hoofd.
Mijn vrouw is acupuncturiste en we bezochten de prachtige siertuin van een van haar patiënten die ook imker bleek. De eerste gepassioneerde gesprekken over bijen houden waren een feit.
‘Als je wil starten krijg je van mij een volk.’ Dat klonk als muziek in mijn oren. En toen, toen begon ik te lezen. Het internet bracht zowel Australische als Engelse, Hollandse of Oost-Vlaamse imkers in mijn leven. Ik las alles en stond voor alles open. Ik bestelde en bestudeerde het cursusboek bij Dirk Desmadryl. Een zeer goede basis, zei iedereen die het kon weten. Ik bezocht de onvermijdelijke Roger Devos in Oudenaarde. Werd overal met open armen en veel bereidwilligheid ontvangen.

Ik leerde de soms scherpe tegenstellingen tussen carnica en buckfast-adepten kennen. Die duivelse varroa kruiste mijn pad en ik zag hoe die werd bestreden. De imker als apotheker. Bijen die niet langer mochten zwermen, koninginnen waar een vleugel van geknipt werd. Massa’s honing die werden geoogst en vervangen door geraffineerde suiker. Voorgevormde waswafels en honingslingers. Ik las over methodes en ik moest het vaak tien keer lezen om te begrijpen wat en hoe je het allemaal deed.

Imkeren leek me meer en meer een hoog gespecialiseerde bezigheid waar je veel kennis voor nodig hebt en tijd instopt. Ik zag gelukkig ook veel bijenliefde bij de imkers en vooral veel goede bedoelingen. Maar ik voelde een ingebouwde weerstand tegen dat vleugelknippen en het gebruik van allerlei producten in de kast waar zelfs de imker zich moest tegen beschermen. Ik werd lid van de bijenclub in Oudenaarde en ben daar nog altijd warm welkom, ook al zijn mijn opvattingen misschien niet de gewone.

Leefmilieu

Wij hebben vier kinderen grootgebracht met een homeopaat als huisarts. In mijn tuin is er nooit enig chemisch product gebruikt. Is bijen houden op natuurlijke wijze dan niet te doen? Beroepsmatig ben ik al vele jaren bezig met milieustudie. Ik heb echt duizenden bladzijden rapporten gelezen.

Zeer tegengestelde meningen over hoe we kunnen omgaan met ons bloedeigen leefmilieu. Ik heb al lang het gevoel dat ons samenleven er niet op vooruit gaat. Verre van. En dat gevoel is op veel gebaseerd.

Ik heb honderden hectaren landbouwgrond gezien in Amerika waar vroeger massa’s tarwe gekweekt werd en die nu woestijn zijn geworden.

Er groeit niks meer. Erosie en uitputting hebben het gehaald. Ik ben getuige geweest van de boskap in Amazone, ik heb door hectaren aangespoeld plastiek gewaad op stranden van de Dominicaanse Republiek.

Maar minstens even belangrijk: ik kijk hier elke dag aandachtig om me heen. De motivatie om mijn standpunten te verdedigen met rapporten en cijfers vermindert elke dag.

In het vorige nummer van het tijdschrift las ik nog een artikel van een voorzichtig man die op basis van de wetenschap een bijzonder genuanceerde mening over neonicotinoïden beschrijft.

Ik kijk dan voor me uit en denk: we onderzoeken fijnstof in de lucht, tientallen pesticiden, additieven in ons eten, mogelijke effecten van straling, vervuiling van de waterlopen, enz.

Het is uitgesloten om rapporten te schrijven die een zicht geven op wat al die dingen (waaronder neonicotinoïden) door elkaar gemengd, voor ons en onze Moeder Aarde betekenen. Het is niet in planten die groeien op scheikundige mest en pesticiden dat echte oplossingen liggen. We zijn omringd door conflicten, onbegrip, moeilijke en uitdovende relaties, depressieve mensen, burn-out, verslavingen, … Hoe kom ik er toch toe om hoopvol te blijven? Want dat ben ik, en dat wens ik ook jou toe. Van harte.

Natuurlijk imkeren

Oei, ik ben weer teveel afgeweken, het moet gaan over de bijen, want dit blijft een tijdschrift voor imkers nietwaar. Of ben ik toch niet afgeweken?

Ik wou dus voor meer rust in mijn leven zorgen en er waren de gepassioneerde discussies en de massa’s info via boeken, artikels en internet. Er was mijn aangeboren weerstand tegen vleugelknippen, witte suiker uit scheikundige landbouw, enz. Vooral via internet kwam ik als het ware automatisch op het spoor van mensen die bezig zijn met natuurlijk imkeren.

Op Engelstalige sites vond ik de eerste beschrijving van ‘anders naar bijen kijken en er dus anders mee omgaan’. Phil Chandler, Tom Seeley en anderen werden mijn leraars. Toen botste ik op de naam Jean-Marie Frèrès. Een Belg die in alle stilte in de Ardennen lange tijd klassiek imkerde maar niet voldaan was.

De toenemende bijenproblemen konden niet allemaal aan de boze omgeving liggen. Hij bekeek kritisch zijn eigen aanpak als imker. Hij had de moed (of was zot genoeg) om helemaal te herbeginnen met holle boomstammen om uiteindelijk een methode uit te werken gebaseerd op een verbeterde warrékast. De eco-bijenkast was geboren.

Zonder kastvreemde producten, met natuurlijke ratenbouw, natuurlijke vernieuwing van de koningin, overwinteren op eigen honing, maximum twee maal per jaar de kast openen, niet meer. Het klonk mij als muziek in de oren maar wordt (nog altijd), door de meeste imkers op grote vraagtekens onthaald (of hoongelach achter de schermen).

Waarom zou je in godsnaam zoiets doen? Ik imker nu een handvol jaren op die manier. Als individu hebben we vaak het gevoel: alleen kan ik heel weinig doen aan de negatieve milieu-invloeden op de bijen. Maar we kiezen wel zelf de methode. Het antwoord op de vraag waarom je in godsnaam zoiets zou gaan doen hangt samen met: in welke soort wereld wil jij leven?

Ik ben minder naïef dan ik me voordoe

Neem van me aan: ik ben minder naïef dan ik me voordoe. Agro-ecologie kan de wereld voeden: landbouw zonder chemicaliën en niet gebaseerd op petroleum. Onze wereld kan draaien op een gepaste combinatie van energie-efficiëntie en hernieuwbare bronnen. We kunnen duurzaam bossen beheren. We kunnen zoveel meer conflicten oplossen zonder geruzie.

Ook deze winter heb ik overwegend ellendige berichten gehoord over de bijensterfte. Zou het echt aan omgevingsfactoren liggen? Of zou de manier van imkeren er mee te maken hebben?
Honingbijen van Jürgen Tautz zou moeten verplichte lectuur zijn voor iedere imker (en in alle scholen). Ik heb het boek drie keer naeen gelezen en alleen dat bezorgde me al een veel subtieler zicht op de manier waarop een bijenvolk functioneert.

Ik wil haast geen bijenkast meer opendoen (ik heb altijd al neiging gehad tot overdrijven). Ik weet nu beter wat een volk moet doen om vochtgehalte en temperatuur te controleren. Hoe subtiel, en dus hoe snel verstoord, de communicatie is, hoe flexibel en tegelijk stressgevoelig bijen zijn.

Het begon voor mij allemaal echt met een volk dat ik kreeg van de siertuinpatiënt. Kan ik die man ooit dankbaar genoeg zijn? We zijn minstens vier generaties verder en in onze tuin wonen nog altijd nakomelingen van het eerste volk. Zonder kastvreemde producten, geen suiker als wintervoer, geen waswafels. Ik heb nog nooit een koningin van mijn volken gezien, maar dat heeft hun ontwikkeling nooit geschaad. Al geregeld heerlijk midden in zwermen gestaan en ze daarna geschept. Uiteraard ook al (zeer) dom gedaan en tegenslag gehad.

Nu vijf kasten ingewinterd en het ziet er tot nu goed uit. Maar dat garandeert helaas niks.

Onze manier van imkeren in vraag stellen

Als vereniging, als groep, allen samen kunnen we ongetwijfeld veel meer invloed hebben op de factoren die het milieu van onze volkeren verzieken. Dat blijkt niet simpel te zijn.

Als individu beslissen we wel zelf over de methode waarmee we imkeren. Waardoor laat jij je leiden? Jean-Marie Frèrès en Jean-Claude Guillaume, beiden zeer ervaren imkers, stellen met overtuiging in hun boek L’Apiculture écologique de A à Z, dat onze manier van imkeren mee verantwoordelijk is voor de bijenproblemen.

Zijn we kritisch genoeg over hoe we te werk gaan? Ik heb zeker niet dé kennis in pacht, verre van, maar sta me toe om minstens wat vragen te stellen. Het is altijd bijzonder moeilijk om een aanpak waar we zo vertrouwd mee zijn nog maar in vraag te stellen, laat staan echt te veranderen.

Maar wat gedacht van het groeiend aantal boeren dat scheikundige mest en pesticiden afzweert en bio gaat telen? Velen beschouwen ook dit als een fabeltje. Ik ben beroepsmatig met biolandbouw bezig geweest en steek mijn beide handen voor vele bioboeren in het vuur. Vaak gaat het met moeite, maar ook met steeds meer succes.

Ah, het laatste wat ik denk is dat natuurlijk imkeren al de problemen voor onze bijen kan oplossen. Maar laat me dromen dat veel meer ervaren imkers dan ikzelf hun ervaring en kennis zouden aanwenden om deze aanpak te laten bloeien. Een haalbare stap naar een betere wereld waar onze bijen sterker kunnen zijn.

Bedankt dat ik vooral wat vragen mocht stellen. Wie weet, misschien meer vragen in komende artikels. Tenzij iedereen zegt: ‘Stop daarmee.’