Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 101
Jaar: 2015
Maand: Juni
Auteur : Dr. Michel Asperges

EEN BRUIKBARE POLLENKLEURENGIDS

Er bestaan verschillende mooie Engelstalige folders om stuifmeelklompjes te herkennen. Meestal bevatten ze bloemplanten die bij ons niet zo frequent voorkomen. Dikwijls vermelden ze meermaals dezelfde bloemen omdat ze in meerdere seizoenen voorkomen.

29 1

Dankzij de heer R. Lambie, directeur van het bezoekerscentrum Lieteberg, ook bekend van hetinsectenmuseum en het ‘blotevoetenpad’ in Zutendaal en dankzij de financiële tussenkomst van de provincie Limburg en de vele uren observatie en foto’s van R. Vaes en M. Asperges kwam een Nederlandstalige plooifolder tot stand die volgens ons goed bruikbaar is voor imkers en natuurliefhebbers.

1. Werkwijze

Reeds gedurende enkele jaren zijn we bezig met het fotograferen van bijen (honingbijen, hommels en solitaire bijen) op bloemen om de kleuren van de stuifmeelklompjes te leren kennen.

Natuurlijk zijn er ook planten waarop bijen geen stuifmeel maar alleen nectar halen. Vooral keukenkruiden blijken weinig bezocht te worden om stuifmeel in te zamelen.

29 2

29 3

De pollenkleurengids bevat alleen de meest voorkomende soorten waarop bijen stuifmeel halen. Je moet kijken naar het seizoen dat de plant in bloei staat. Voor soorten die meerdere keren per jaar bloeien, moet je natuurlijk ook naar andere delen van de kleurenkaart kijken. Wij hebben deze planten aangeduid met een *.

Eens de stuifmeelklompjes gefotografeerd en dikwijls ook ingezameld werden, werd door verschillende personen van de Lietenberg de kleur van de klompjes aan de hand van het RAL systeem bepaald. Het RAL systeem is een internationaal coderingssysteem om kleuren van verf en andere coatings te definiëren. Het systeem is in 1927 in Duitsland ontwikkeld; RAL staat voor ReichsAusschuss für Lieferbedingungen. De standaard wordt beheerd door het Deutsches Institut für Gütesicherung und Kennzeichnung e.V.

We stellen vast dat niet iedereen dezelfde inschatting maakt van een kleur. De kleurinterpretatie van de verschillende proefpersonen had te maken met factoren zoals lichtinval, veel of weinig zonnelicht, enz. De stuifmeelklompjes werden op een wit papier uitgestreken. Was de dikte van de uitstrijkjes steeds even dik? Uiteindelijk namen we de gemiddelde kleurwaarde van de door de proefpersonen aangegeven kleuren.

Het zou dus best kunnen dat je zelf een andere kleurwaarde inschat dan die op de kleurenfolder. Toch is de folder goed bruikbaar. Het uiteindelijke doel is dat je als imker, aan de hand van de kleur van de stuifmeelbolletjes, weet op welke plantensoorten de bijen vliegen.

2. Belang van stuifmeel

29 4

In de eerste plaats is stuifmeel voor de insecten de enige bron van eiwitten en vetten dus een onontbeerlijk bestanddeel van hun voeding. Uit eiwitten halen ze de essentiële aminozuren, uit

vetten halen ze de essentiële vetzuren. Het zijn de bouwstenen van hun lichaamscellen. Ook voor ons mensen zijn deze bouwstenen belangrijk, maar wij kunnen ze uit verschillende voedingsstoffen halen (vlees, groenten).

Hoeveel stuifmeel verwerken de honingbijen in een grote kolonie van 10 tot 12 ramen? Als we rekenen op 250.000 larven per jaar die ieder 0,1 tot 0,2 g stuifmeel eten, dan wil dit zeggen dat er 30 tot 40 kg stuifmeel per jaar en per volk gegeten wordt.

Is er in onze landbouwgebieden die we stilaan kunnen beschouwen als groene woestijnen nog zoveel stuifmeel te halen voor honingbijen? Wij doen ons best om de bevolking, vooral op het platteland, te overtuigen om meer wilde bloemen in akkers en zeker in de akkerranden in te zaaien. Landbouworganisaties zien dit echter niet zitten want elke meter telt en moet opbrengen.

Het is nochtans van zeer groot belang dat er opnieuw veel verschillende wilde plantensoorten met stuifmeel komen of er zullen nog meer nuttige insecten verdwijnen. De nieuwe EU-wetgeving (stroken inzaaien met wilde bloemplanten) zal hierin wel wat verandering brengen maar ieder land moet deze regelgeving nog invoeren en ‘verkocht krijgen’ aan de landbouwers.

De provincies Limburg, Vlaams-Brabant en ook Antwerpen verdelen heel wat bloemzaden. Ook bij de KonVIB, op het Informatiecentrum voor Bijenteelt te Gent, kan je terecht. De toeristische sector vaart er ook wel bij als er langs de landbouwwegen en de vele fietspaden veel bloemen staan, want het is aangenamer wandelen en fietsen langs bloemrijke wegen dan langs groene (maïs)woestijnen.

Hommels en vele andere bijensoorten dragen eveneens stuifmeelklompjes aan hun achterpoten (pootverzamelaars) en sommige soorten solitaire bijen verzamelen stuifmeel tussen de buikharen (buikverzamelaars).

3. Stuifmeelkleuren

Elke volledige bloem heeft meeldraden en één of meerdere stampers. Het stuifmeel van bloemen heeft een bepaalde kleur door de aanwezigheid van diverse kleurstoffen zoals

29 5flavonen (geel), carotenoïden (oranje), cyaniden (blauw), enz.

De verhouding van deze kleurstoffen bepaalt uiteindelijk de kleur van de stuifmeelklompjes. Ook de kleur van de honing wordt bepaald door de soorten stuifmeel.

Op de kleurenkaart zie je bij sommige klompjes twee kleurenbalkjes staan. Dit komt omdat de kleur van de klompjes al naargelang de standplaats en afhankelijk van de bodem kan veranderen.

De interpretatie van de kleur van de klompjes bij hommels en sommige solitaire bijen is moeilijker, omdat zij zich niet aan één bepaalde soort houden, maar graag van bloemsoort naar bloemsoort vliegen.

Vandaar dat hun klompjes dikwijls een mengsel zijn van verschillende soorten stuifmeel en dus ook van verschillende kleuren.

Dankwoord: We wensen mevrouw M. Van den Wijgaert te danken voor het kritisch nalezen van deze bijdrage.

Hoe geraak je aan de gratis plooifolder of Pollenkleurengids?

Neem contact op met: de heer R. Lambie, Zuurbroekstraat 16 te 3690 Zutendaal, tel. 089-25.50.60 of mail naar info@lieteberg.be

Het zou fijn zijn als elke plaatselijke imkersbond de folder zou aanvragen en verdelen, dit bespaart vele postzegels.

29 6