Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 98
Jaar: 2012
Maand: Maart
Auteurs: Roger De Vos

ARALIA ELATA – DUIVELSWANDELSTOK – ENGELENBOOM

De duivelswandelstok of engelenboom is afkomstig uit Oost-Siberië, Korea en Japan. Hij wordt bij ons als boom of heester aangeboden. Het duivelse zit hem in de gemene stekels op de stam. Wie daarmee in aanraking komt, weet meteen dat hij handschoenen moet gebruiken. De bloemschermen en bladeren zitten aan de top, daardoor is het een prachtige decoratieve parasolachtige struik die toch een hoogte van 5 meter kan bereiken.6 1

De gevederde bladeren kunnen een lengte hebben van 80 cm en staan vrijwel bijna horizontaal op de gekronkelde stekelige stam. De onderzijde van de bladeren is grijsgroen. Vorig seizoen zag ik hem bloeien in de tuin bij een imker en ik was onmiddellijk verliefd! Zo een pracht van een boom en geurende bloesem met zoemende bijen wou ik ook in mijn tuin. Ondertussen heb ik reeds een exemplaar daarvan aangeplant. De duivelswandelstok (Arália elata) behoort tot de klimopachtigen (Aráliaceae) en is dus familie van de gewone klimop. De familieband is pas zichtbaar als de bloemen worden vergeleken.

6 2

De soorten hebben een bolschermvormige bloeiwijze. Bloempjes zijn geelachtig wit en staan in pluimen die tot 35 cm lang kunnen worden. Voor onze bijen hebben de grote bloemschermen een waarde van 3/5 voor nectar en 3/5 voor pollenwaarde. De schermen met bladeren zijn kolossaal groot en groeien in alle richtingen. De schermen zijn licht gebogen en staan vrijwel horizontaal op de stam.

De struik heeft een sterk architectonische vorm: kale opgaande stammen met platte schermen daarop. De bloei begint in juli

6 3

en loopt door tot in oktober. Tijdens de bloei is de struik omringd met een zoete lucht. De bloemen die zijn bevrucht laten hun kelkblaadjes vallen. Onder de struik ligt dan een tapijt van crèmekleurige bloemresten. De bessen met de zaden zijn zwart en zeer gegeerd door de vogels.

Snoeien hoeft men nauwelijks te doen, enig nadeel is wel de uitlopers die soms op meerdere plaatsen van de moederplant ineens uit de grond verschijnen. Maar deze zijn gemakkelijk weg te halen door hun oppervlakkige beworteling. Men kan het een beetje vergelijken met de fluweelboom qua uitlopers. Om het wandelen van de struik te vermijden kan je bij het aanplanten rondom de boom of struik een rhizoombegrenzer in de grond aanbrengen zoals men gebruikt voor woekerende bamboes.

Arália leent zich goed om als solitair in zowel voor- als achtertuin te worden geplant. Hij gedijt bijzonder goed op droge stenige gronden maar zelfs op gewone grond doet hij het nog even goed. Enkele prachtige cultivars zijn: Ar. Variegata waarvan de blaadjes een roomwitte rand hebben. Ar. Aureo variegata is een meerstammige struik met geelgerande bladeren. De Ar. Golden Umbrella met lichtgele bladranden. Aralia chinencis is een heester tot kleine boom (5-7 m) uit China met minder gestekelde takken.

In Japan worden in het voorjaar de jonge scheuten afgeknipt en als lekkernij klaargemaakt. Als je nog een zonnig plaatsje in de tuin zou vrij hebben, aarzel dan niet om deze prachtige solitair aan te planten.