Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 101
Jaar: 2015
Maand: April
Auteur : Albert Vandijck

NOORSE ESDOORN

19 1

Langs de Noorse esdoorn (Acer platanoides) loop je niet ongemerkt voorbij in het vroege voorjaar. Al in maart of april (naargelang het heersende weer),

19 2

nog voordat het blad aan zijn takken komt, staat hij lichtgeel te stralen. Voor die aandacht zorgen de honderden opgerichte bloemtrosjes, elk een boeketje van twintig tot veertig bloemetjes.

Wie nog in wintergedachten zit en geen oog heeft voor zoveel natuurlijke uitbundigheid, kan horen dat er iets bloeit! Want rond deze boom zoemt het deze dagen volop van het bijenvolk. Er valt immers een hoop nectar en pollen te verzamelen (nectar- en stuifmeelwaarden 5). Dat is mooi meegenomen nu nog maar weinig andere bloesems open deur houden!

De groengrijze schors met smalle groeven is een tweede houvast voor wie op zoek wil naar de Noorse esdoorn. De derde mogelijkheid tot herkenning is het vijflobbige blad met lange scherpe puntjes. Die zitten niet aan het uiteinde van de gewone esdoornbladeren.

Wil je in de herfst soorten esdoorns uit elkaar halen, dan wordt dat een stuk moeilijker. Maar ook hier is er een geheugensteuntje. Let op de hoek die de vleugels van de zaden maken (oktober). Die is bij elk lid van de ‘familie esdoorn’ anders. Bij de Noorse esdoorn gaat het om + 180 graden, terwijl de gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) ‘doorzakt’ naar 70 tot 120 graden! Sommige zaden maken handig gebruik van hun ‘vleugels’ en landen kilometers verder om daar een nieuwe esdoorn te stichten.