
Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkerbond
Jaargang: 91
Jaar: 2005
Maand: juli-augustus
Auteurs: Haro Wijnsouw, Informatiecentrum voor de Bijenteelt
RODE KORNOELJE – CORNUS SANGUINEA
FAMILIE: Cornacae
HERKOMST: West-, Midden- en Oost-Europa.
GROEI: Eén- of tweejarig, tot 1 m hoog. Het blad is blauwgroen en minder behaard dan bij raapzaad.
BLOEI: – struik van 2 – 5 m hoogte;
– eenjarige twijgen rood gekleurd;
– blad breed ellipsvormig, 7 cm met duidelijke nerven;
– blauwzwarte steenvruchten.
NECTAR: – goede nectarafgifte doorheen een ringvormig nectarium;
– saccharose-arm, rijk aan fructose en glucose.
POLLEN: groot, lichtgeel.
STANDPLAATS: vochtig tot droog, vruchtbaar, kalkrijk.
VOORKOMEN: Bossen, struwelen, heggen, tuinen.
WAARDE: Een goede dracht, mits een juiste standplaats