Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkerbond
Jaargang: 96
Jaar: 2010
Maand: september
Auteurs: André Vandervoort
KONINGIN INVOEREN
100% slaagkans bij het invoeren van een waardevolle koningin. Drie mogelijkheden: veger, kunstzwerm met jonge bijen, broedaflegger zonder bijen. Houd u, bij het invoeren van een koningin, aan één bepaalde methode en vermeng de methodes niet.
Veger
Vegers zijn samengesteld met jonge bijen die zich nog niet georiënteerd hebben. Zij mogen van verschillende volken afkomstig zijn. Hoe gaat men te werk:
1. Hang de koningin, die zich in een kooitje met begeleidende bijen bevindt, in een nieuwe kast. De begeleidende bijen moeten niet verwijderd worden uit het introductiekooitje omdat ze na een dag dezelfde kastgeur hebben als de afgeklopte bijen.
2. Lokaliseer eerst de koningin in het volk waarvan men de bijen afneemt.
3. Zet het raam met de koningin en de opzittende bijen opzij.
4. Schud of borstel de nodige hoeveelheid bijen af in een grote wasmand. Stoot de wasmand een paar keer op de grond zodat de vliegbijen afvliegen.
5. Vernevel de overblijvende bijen met water. Niet te veel, ze hoeven niet te verdrinken. Het helpt om de bijen daarna gemakkelijker in de nieuwe broedbak over te brengen. Stoot de wasmand nog een keer op de grond om alle bijen op de bodem van de wasmand te krijgen.
6. Giet de bijen in de kast waarin de nieuwe koningin zich bevindt (in het kooitje met deegstop dat bovendien verzegeld is). Vergeet niet één à twee ramen voedsel te geven. Het volk wordt ofwel in kelderarrest gezet of de vliegopening wordt bij valavond, geopend.
7. Inspecteer de volgende dag het gedrag van de bijen ten opzichte van de vreemde koningin. Zijn de bijen rustig, voeden ze de nieuwe koningin en maken ze geen aanstalten om het kooitje in te ballen, dan verwijdert men de verzegeling van het kooitje. Zo kunnen de bijen de deegstop verwijderen en de koningin bevrijden. Willen de bijen de koningin inballen dan moet men controleren of de oude koningin niet mee werd afgeschud. Als dat niet het geval is, wacht dan nog een dag langer vooraleer de deegstop vrij te geven.
8. Controleer 10 dagen later de leg van de koningin en zie tegelijkertijd of er koninginnendoppen opgetrokken zijn. Zijn er doppen aanwezig, vernietig ze dan. Eén keer is genoeg. Bij het invoeren van een leggende koningin gebeurt het regelmatig dat er koninginnendoppen aangemaakt worden om een stille moerwissel door te voeren. Men kan stellen dat het volk de vreemde koningin aanneemt omdat het geen broed heeft, maar vanaf het moment dat er opnieuw broed aanwezig is verkiest het toch om zelf een nieuwe koningin te kweken.
Deze methode kan ook gebruikt worden voor het bevolken van bevruchtingskasten. Let er vooral op dat je hiervoor voldoende bijen gebruikt. In tegenstelling met de veger zijn deze koninginnen nog niet bevrucht. Zij kunnen direct ingevoerd worden. De koningin eventueel eerst even met water vernevelen om de oude kastgeur te verwijderen.
Bij het hermoeren van een bebroed bevruchtingskastje (2de of 3de koningin) gebruikt men best een rijpe koninginnendop (10 dagen na het overlarven of 14 dagen na het leggen van het ei).
Kunstzwerm met enkel jonge bijen op eigen stand of 3 km verplaatsen
Dat is in feite hetzelfde als de veger, enkel de jonge bijen blijven en de vliegbijen vliegen terug naar hun kast. Hoe gaat men te werk:
1. Hang het raam met de oude koningin opzij.
2. Neem een uitgebouwd raam zonder broed en zonder eten.
3. Maak hierop het kooitje met de nieuwe koningin vast.
4. Hang het raam met een koord aan een tak zodat het met een hoek de grond raakt. Vooraf heeft men op de grond een krant uitgespreid.
5. Op de krant schudt men zoveel bijen af als men nodig acht.
6. Breng het raam met de jonge koningin plus de kunstzwerm in een lege kast en laat het overschot aan bijen binnenlopen. Geef een tweetal ramen met eten.
7. Ofwel de kunstzwerm drie dagen en nachten op kelderarrest zetten, of hem ’s avonds drie kilometer verplaatsen.
Broedaflegger zonder bijen
Benodigdheden: broedbak met opgewerkte ramen en waswafels, twee ramen met honing en stuifmeel en een separator met metalen vliegengaas ter grootte van de dekplank. Hoe gaat men te werk:
1. Klop of borstel drie tot vier broedramen af die hoofdzakelijk uitlopend broed bevatten. Doe dat boven of voor het volk zodat de bijen terug in de kast kunnen lopen. De broedramen mogen afkomstig zijn van verschillende volken.
2. Vul aan met twee ramen honing en stuifmeel.
3. Plaats de separator op de broedkamer van een volk en plaats hierop de broedbak met de afgeklopte broedramen. Plaats deze broedbak niet op de honingzolder want de bijenvrije broedramen hebben de warmte van het onderliggend broednest nodig.
4. Laat de vreemde koningin plus begeleidende bijen vrij op het uitlopend broed.
5. Sluit de kast.
6. De opgezette broedbak met de vreemde koningin mag geen vliegopening hebben (hij krijgt warmte en lucht door het vliegengaas).
7. Na 10 dagen controleert men de leg van de koningin plus het aantal bijen dat uitgelopen is.
8. Er zijn twee mogelijkheden:
a) Men vervangt het vliegengaas door een koninginnenrooster met de bedoeling nu of later de oude koningin te vervangen.
b) Men neemt het volk met de nieuwe koningin en plaatst het waar men wil.
9. Hier zal men geen koninginnencellen vinden om een stille moerwissel door te voeren, dat zal enkel gebeuren als de nieuwe koningin gehandicapt is.
Foto’s: Ghislain De Roeck