Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 94
Jaar: 2008
Maand: Themanummer HoningAuteurs: Wim Reybroeck 

 

Voorwoord

                                                                             De bijen zoeken in hun woning, en werken aan een nijverplan. Zij zorgen voor de zoete honing, en wij maken er een potje van.
(Toon Hermans)

voorwoord 56a-1

Het lijkt zo eenvoudig, doch niets is minder waar. Er komt heel wat stielkennis bij kijken om de consument een pot smeuïge, lekkere en kwaliteitsvolte honing te kunnen aanbieden. Met dit themanummer willen we een beperkte bijdrage leveren inzake de kennis van een aantal aspecten van honingkwaliteit en -conditionering.

Al 10 jaar loopt in Vlaanderen een honinganalyseprogramma in het kader van het Vlaams honingproject. Een ideaal moment om uitgebreid terug te blikken op de resultaten ervan en de rol die het programma gespeeld heeft bij de verbetering van de kwaliteit van de lokale honing.

Bij het overlopen van de resultaten van de jaarlijkse analyses bemerken we aspecten waar nog verbetering mogelijk is door informatieverstrekking. Deze aspecten vormen de basis voor de overige artikels in dit themanummer. Het vochtgehalte van de honing is misschien wel de belangrijkste kwaliteitsparameter, maar hoe kunnen imkers een te hoog vochtgehalte vermijden en zo een goede houdbaarheid van de honing garanderen?

Honing kristalliseert meestal spontaan tijdens de bewaring, maar de honing heeft niet steeds de gewenste kristallisatiestructuur. Vanuit de kennis van het fenomeen kristallisatie worden oplossingen gesuggereerd.
Wanneer mag men spreken van een monoflorale honing en hoe ziet een honingetiket, conform de wetgeving, eruit?

Tenslotte dank ik mijn internationale honingcommissiecollega’s Prof. Werner von der Ohe en ir. Etienne Bruneau voor hun ingestuurd artikel.

Wim Reybroeck