Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond

Jaargang: 98
Jaar: 2012
Maand: November
Auteurs: Hilde de Rooster

HONING IN DE WONDZORG BIJ KLEINE HUISDIEREN

37 1

Bij mensen wordt honing al eeuwenlang gebruikt in de wondzorg en dit in verschillende culturen over heel de wereld. Het oudste geschrift dat melding maakt van het medicinaal gebruik van honing is een kleitablet uit Israël dat dateert van 2000 voor Christus. In het Oude Egypte werden al bijen gehouden en werd honing geoogst voor zijn genezende eigenschappen. Er werden papyrusrollen gevonden met verschillende recepten op basis van honing voor de behandeling van (brand)wonden, abcessen, zweren en schurft. In de middeleeuwen raakte het gebruik van honing in de geneeskunde in de vergeethoek. Enkele eeuwen geleden verschenen in onze streken opnieuw verschillende manuscripten over het gebruik van honing in de wondzorg. Door vele Westerse dokters wordt honing echter nog steeds als een ‘alternatieve geneeswijze’ beschouwd.

Van mensen naar dieren

In de diergeneeskunde is de overgrote meerderheid van de behandelingswijzen (al dan niet terecht) gebaseerd op de medische kennis verworven bij mensen. Anderzijds is het prijskaartje verbonden aan het behandelen van dieren veel belangrijker wegens het ontbreken van een ziekenkas voor dieren. Doeltreffendheid in combinatie met financiële haalbaarheid zijn dan ook bepalend bij de keuze van een behandeling. Onder de praktijkdierenartsen is er ruime interesse in het aanbrengen van honing in wonden.

Honing is namelijk heel wat goedkoper dan de meeste andere wondzorgproducten die door de grote gespecialiseerde farmaceutische firma’s worden aangeprezen. Daarenboven worden indrukwekkende resultaten bekomen in situaties die vaak heel wat minder ideaal zijn dan bij mensen. Desondanks blijft, wat de diergeneeskunde betreft, het aantal publicaties over het klinisch gebruik van honing eerder beperkt. Bij kleine huisdieren wordt honing gebruikt voor alle soorten huidwonden, maar vooral dieren met brandwonden worden beschreven, waarschijnlijk omdat het hier gaat over kwetsuren met een groot oppervlak.

Honingverbanden

Honden en katten worden vaak aangeboden met wonden, bv. door vechten of na aanrijding. Meestal zijn deze wonden sterk bevuild en vaak zitten ze ook al vol bacteriën. De wondheling verloopt vertraagd als er vuiligheid in de wonde achterblijft of als de bacteriën in de wonde kunnen vermenigvuldigen. Het is echter niet altijd mogelijk de wonden in één keer chirurgisch zuiver genoeg te krijgen om een vlotte wondheling toe te laten. Een honingverband is dan ook uitermate geschikt in het beginstadium van dergelijke wondbehandelingen. 

Tijdens de behandeling worden korsten, etter en dood weefsel van het wondbed losgeweekt en door de aangetrokken lymfe afgevoerd naar de bloedsomloop en/of tijdens de verbandwissel verwijderd. De hoge oplosbaarheid van honing in water zorgt ervoor dat achtergebleven resten vlot kunnen worden weggespoeld met water. Hoewel klinische ervaring leert dat honden en katten honingverbanden goed verdragen, is het bij deze doelgroep uiteraard moeilijk tot niet in te schatten of ze een dergelijke wondbehandeling minder pijnlijk ervaren dan andere alternatieven. Omdat honing geen neiging heeft in de wonde te kleven, kunnen de verbanden vlot gewisseld worden. Werken met honing kan ‘vuil’ met zich meebrengen en ongedierte aantrekken. Met goede verbanden vormt dit echter zelden een probleem.

37 2

Honing en bacteriën

Het bacterievrij maken van geïnfecteerde wonden gebeurt niet enkel door een rechtstreeks antimicrobieel effect, zoals wel het geval is bij antibiotica. Deze werking wordt toegeschreven aan verschillende bestanddelen die, vermoedelijk in wisselende verhoudingen, aanwezig zijn in honing. Een erg belangrijk gegeven is dat de meeste kiemen gevoelig zijn aan de werkingsmechanismen van honing en dat er zich geen resistentie kan ontwikkelen. De honing heeft een stimulerend effect op de afweercellen die helpen om kiemen uit de wonde op te ruimen. Anderzijds is niet-verdunde honing eerder zuur en door zijn ontstekingsremmende activiteit wordt de vorming van wondvocht afgeremd, wat indirect de bacteriële groei onderdrukt.

Door het aanbrengen van een honingdressing wordt de wonde afgesloten van zijn omgeving. Nieuwe kiemen kunnen hierdoor de wonde niet meer bereiken en de al aanwezige kiemen krijgen geen zuurstofaanvoer meer. Ook bij niet-geïnfecteerde wonden heeft het aanbrengen van een honingverband gunstige gevolgen. De huid rond de wonden is minder rood en minder gezwollen door vochtopstapeling. Het wondbed produceert tevens minder wondvocht. De wonden helen sneller dan na een behandeling met andere zalven. De geprikkelde afweercellen scheiden stoffen af die het wondbed sneller laten opvullen met gezond nieuw vaatbindweefsel. Daarenboven levert de honing energie en andere bouwstenen aan de cellen.

Huideffecten

Bij honden en katten wordt vaak afgewacht of de wonde zelf in staat is zich volledig te sluiten, zonder dat er plastische chirurgie moet aan te pas komen. Huiddefecten verkleinen enerzijds door het samentrekken van de wondranden en anderzijds door het vermenigvuldigen en opschuiven van cellen vanuit deze randen naar het midden van de wonde. Beide processen worden bevorderd door het vochtige milieu van een met honing behandelde wonde. Een aangename vaststelling is dat er na een honingbehandeling weer haargroei optreedt.

Waardevol alternatief

Het is klinisch duidelijk dat ook bij hond en kat honing een waardevol alternatief is voor de erkende verbanden. Honing heeft verschillende wondhelende kwaliteiten en de mogelijke bijwerkingen zijn verwaarloosbaar, zeker indien commerciële honingpreparaten worden aangewend. Daarenboven kan honing antibioticumpreparaten vervangen, terwijl ook resistente kiemen met succes afgedood kunnen worden. Bovendien is honing biologisch afbreekbaar. Honing is een aantrekkelijke wondbehandeling omwille van meerdere redenen: de aankoopprijs is laag, de wonde heelt sneller en bij kleine huisdieren kan vaak verdere chirurgie vermeden worden.

37 3

Vakgroep geneeskunde en klinische biologie van de kleine huisdieren.
Faculteit Diergeneeskunde, 
Universiteit Gent, Salisburylaan 133, B-9820 Merelbeke.