Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 98
Jaar: 2012
Maand: April
Auteurs: Dr. Michel Asperges
VAN GAZON TOT BLOEMENWEIDE
In 2011 organiseerde het Duitse Koblenz aan de monding van de Moezel in de Rijn, de tweejaarlijkse Bundesgartenschau die gedurende verschillende maanden – van april tot oktober – toegankelijk was. Bij mooi weer was de bloemenpracht overweldigend. Met een gevarieerd palet aan kleuren, vormen en ideeën heeft de BUGA 2011 het uitzicht van de stad langdurig veranderd. In de directe omgeving van het Kurfürstliches Schloss, het Deutsches Eck en de Festung Ehrenbreitstein ontstond over een gebied van 48 hectare het nieuwe, groene gezicht van deze stad aan de Midden- Rijn. Het indrukwekkende landschap van het UNESCO-werelderfgoed Oberes Mittelrheintal, en de tekenen van de meer dan 2000 jaar oude stadsgeschiedenis van Koblenz vormden een waardige omlijsting voor dit groots opgezette evenement.
Vertrekkend van een gazon dat om de week moest gemaaid worden, besloot men om niets meer te maaien en zaaide men er zaden van wilde bloemen. Men zag eerst duizendblad (Achilleamillefolium) verschijnen samen met madeliefjes (Bellis perennis) en later gewone rolklaver (Lotus corniculatus), kleine honingklaver (Medicagoindicus) en kleine klaver (Trifolium dubium). Vrij snel verscheen ook het aaibare hazenpootje (Trifoliumarvense). Voor bijen is dit plantje niet bijzonder interessant maar het is wel mooi.
Nadien verschenen witte klaver (Trifolium repens) en rode klaver (Trifolium pratense), terwijl duizenblad en rolklaver bleven. Als alles te hoog werd, ging men in zones maaien: één deel werd gemaaid en na enkele weken kwam het andere deel aan de beurt. Zo kregen dieren de kans om zich van het ene stuk naar het andere te verplaatsen en voor het publiek bleef de bloeiende weide nog steeds genietbaar. De bezoekers begrepen zonder veel uitleg dat men een bloemenweide best in stukken maait en niet zoals een gazon alles in een keer.
Planten moeten na de bloei hun zaden nog verspreiden en insecten moeten hun schuilplaatsen kunnen behouden. Voor sommige soorten zijn uitgebloeide planten nu eenmaal ook de plaatsen waar het ei moet ontluiken en zelfs overwinteren.
In augustus kwam knoopkruid (Centaurea jacea) in bloei terwijl duizendblad dominant bleef.
Rolklaver en hazenpootje waren dan reeds aan hun tweede bloei toe. Natuurlijk waren er ook plantensoorten die voor honingbijen of hommels niet zo aantrekkelijk waren, zoals smalle weegbree (Plantago lanceolata), breedbladige weegbree (Plantago major) en zuringsoorten (Rumex sp.).
De gele samengesteldbloemigen (Asteraceae) die normaal van augustus tot september of zelfs tot eind oktober bloeien, hebben we gemist omdat we zo laat op het seizoen niet meer teruggegaan zijn. De bladrozetten van deze soorten waren al wel aanwezig. Oude
mollengangen waren blijkbaar ideaal voor hommelnesten en wespennesten. Tot onze verbazing bleken de bezoekers geen last te hebben van de wespen. Picknicken was niet toegelaten maar kinderen mochten er spelen en men kon er gewoon liggen luieren.
Het onderhoud bestaat erin dat men de planten niet hoger dan 30 cm laat worden. Daarom wordt er eenmaal in de late lente en tweemaal in de zomer gemaaid.
Stuifmeelopbrengst
Aan de ingang van de kast had men een stuifmeelval geplaatst.
Via een rooster werden de stuifmeelklompjes van de poten van de bijen gehaald. De klompjes vielen via een glazen trechter in een hoge, brede reageerbuis.
Het weekresultaat werd steeds in reageerbuizen bijgehouden. Nadien werd alles in een stuifmeelgrafiek omgezet. De grafiek dateerde van enkele jaren voordien want we zagen reeds resultaten van augustus en september terwijl wij eind juli op bezoek waren. Het was duidelijk dat er soms weinig bloemen waren wat resulteerde in reageerbuizen met helemaal geen of met zeer weinig stuifmeel.
Dit jaar wordt dit evenement georganiseerd op de Floriade te Venlo, Nederland. Een ideale bestemming voor een groepsreis!
Foto’s: Michel Asperges
