Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 99
Jaar: 2013
Maand: November
Auteurs: J. C. Guillaume
ECOLOGISCH BIJENHOUDEN VAN A TOT Z DEEL 4
Ecologisch bijenhouden, voor wie?
Ongetwijfeld voor iedereen, zoals gezegd door pastoor Warré, de grondlegger van deze methode. Imkers worden vaak opgedeeld in twee groepen: de beroeps en de amateurs.
Voor de eerste groep gaat het over een beroep dat in hun levensonderhoud moet voorzien, voor de tweede gaat het van een hobby tot een passie die toelaat om honing en aanverwanten te produceren voor eigen verbruik en beperkte verkoop.
Hobbyist
Laten we eerst eens kijken naar de niet-beroeps. Wellicht vinden we hier de eerst geïnteresseerden in de vele voordelen van deze ecologische benadering. De methode vraagt weinig uitrusting, is gemakkelijk toe te passen, alles gaat bijna vanzelf.
De manier waarop de bijen werken ligt dicht bij leven in de natuur. Er zijn meer en meer mensen die bijen willen houden en op zoek zijn hoe ze dat het best kunnen aanpakken.
Ze weten niet goed hoe te starten, welk materiaal te gebruiken, enz. Daarnaast zijn er de imkers met een aantal jaren ervaring, maar die vaak ontgoocheld zijn door de problemen waar ze mee geconfronteerd worden en die niet meer weten van welk hout pijlen maken.
Voor al deze mensen biedt deze methode echte mogelijkheden die ze tot nu niet vermoeden. Een kans om te grijpen. De kennis van de beginneling is bijzonder beperkt, hij of zij heeft geen kasten, geen materieel en geen ervaring.
De geroutineerde imker is wellicht al goed uitgerust, beschikt over moderne kasten en heeft al een aantal jaren praktijk als traditionele imker achter de rug.
Debutant zijn heeft het grote voordeel van nog alles te moeten leren en daarbij niet gestoord te zijn door oude gewoontes. De imker met ervaring heeft dan weer een aantal voordelen, waaronder het gewoon zijn om met bijen om te gaan.
Maar de grote opdracht zal zijn om heel veel van de vertrouwde kennis en praktijk als imker achter zich te laten. Kiezen voor deze methode impliceert een radicale verandering in de filosofie, het compleet doorbreken van de oude gewoontes en het vergeten van veel van de vertrouwde praktijk.
Dit is een verdraaid moeilijke en echt zware opgave, want je moet niet alleen afstand doen van een zekere kennis die overbodig geworden is, je moet ook een aantal reflexen en automatismen zien kwijt te geraken. Ook de ervaren imker zal de manier waarop een ecobijenkast functioneert grondig moeten bestuderen, hij zal de methode en haar subtiliteiten moeten uitpluizen. Hoe installeer ik dit type kast? Welke tussenkomsten moet ik doen en vooral: wat moet ik allemaal zeker niet meer doen?
Er zijn echt veel tegenstellingen tussen de ecologische en de meer moderne traditionele methodes. Bovendien zijn beiden zeker niet te combineren.
Beroepsimker
De beroepsimker moet voor zichzelf duidelijk uitmaken wat hij wil: grote hoeveelheden courante honing van een meer en meer matige kwaliteit of meer beperkte hoeveelheden van echte topkwaliteit. We moeten opletten met een gemiddelde opbrengst. Maar als we aannemen dat die 20 kg per gewone, moderne kast is, zal dat zo’n 12 kg zijn bij de ecobijenkast. Uiteraard kunnen deze cijfers enorm variëren naargelang elke kast, de streek, de weersomstandigheden, de plantenrijkdom en een boel andere factoren.
Maar neem van ons aan dat er echt al verwonderlijke opbrengsten werden gerealiseerd in ecobijenkasten. Wellicht worden we geconfronteerd met meer en meer veeleisende verbruikers die terecht hogere eisen gaan stellen aan allerlei producten. Veel kans dat ook de honing hier niet aan ontsnapt. Wij geloven echt dat het nuttig is om op al deze zaken te anticiperen en daarom nu te kiezen voor een reconversie ‘op zachte wijze’.
Het aanbieden van honing van een betere kwaliteit kan het bijenhouden alleen maar ten goede komen. En laat deze honing gerust wat duurder zijn dan het massaproduct dat nu de rekken overspoelt. Voor elke imker zit in deze methode een uitnodiging om een bocht van 180° te nemen en te kiezen voor een echte verbetering. Met nog meer respect voor de bij en haar natuurlijke levenswijze.
Die bocht nemen doet men natuurlijk alleen als men echt overtuigd is en als men als imker los wil en kan komen van zoveel oude gewoontes. We beseffen goed hoe moeilijk dit is. Een bijkomend voordeel is dat men in de ecobijenkast vaak al in het eerste jaar honing kan oogsten. Dit heeft al een heel wat beroepsimkers over de streep gehaald.
Waarom kiezen voor ecologisch bijenhouden?
Ten eerste: het kost minder geld.
Men kan een ecobijenstand opzetten voor echt weinig geld. Dit opent ook de deur voor iedereen die niet veel kan of wil investeren. Het benodigde materiaal is beperkt, de kasten zitten eenvoudig in elkaar, geen ramen, geen voorgevormde wastafels en ook geen slinger nodig.
De honing wordt geoogst door deze uit de geplette raten te laten druipen onder invloed van de zwaartekracht. De honing wordt niet gerijpt, maar een rijper kan praktisch zijn om de honing op te vangen en af te vullen.
Ten tweede: deze methode is weinig arbeidsintensief.
Een controlebezoek aan de kasten gebeurt zonder die te openen. Het volstaat een goede observator te zijn die weet waar hij zijn aandacht moet op richten.
Ten derde: de kwaliteit van de honing.
Je kunt de honing die wordt voortgebracht in de ecobijenkast terecht als ‘wild ’ bestempelen. Echt zuivere honing die van een kwaliteit is die je nu maar zelden op de markt aantreft. Deze honing rijpt op natuurlijke wijze in raten van zuivere en jonge was tot hij echt ‘à point’ is. Hij wordt niet geslingerd, waardoor hij zelfs de meest vluchtige inhoudsstoffen behoudt. De honing gaat in enkele uren tijd vanuit de kast in de pot zonder enige overbodige manipulatie. Honing van betere kwaliteit is moeilijk te vinden.
Ten vierde: geen enkel chemisch product komt in de kast.
Deze methode laat toe om het gebruik van elk chemisch product in de kast totaal te vermijden. Het gebruik van soms zeer toxische producten is wijd verspreid en neemt nog toe. Vaak om varroa te bestrijden die hier langzaam maar zeker immuun tegen wordt, waardoor men zijn toevlucht neemt tot nog sterkere producten en nog langere en meer frequente behandelingen. Vaak worden daarbij de te respecteren gebruiksaanwijzingen genegeerd.
Het is een illusie om te denken dat deze producten geen sporen nalaten in de kast, in de was of in andere producten die voortgebracht worden. Dergelijke actieve stoffen zorgen voor contaminatie.
Ten vijfde: de natuurlijke levenswijze van de bij wordt maximaal gerespecteerd.
Deze manier van werken baseert zich geheel op de natuurlijke levenswijze van de bijen in het wild. Hierdoor vinden de bijen zeer snel de nodige energie terug die hen toelaat zich op eigen kracht te verdedigen tegen ziekten en parasieten. Uiteraard kunnen we met problemen worden geconfronteerd als we de omzetting wagen naar natuurlijk imkeren. Problemen die bijvoorbeeld ontstaan omdat we met bijen werken die verzwakt uit moderne kasten komen. Wie geraakt er nog aan een wilde zwerm om te starten?
Er blijven altijd risico’s, maar als de bijen erin slagen om zich aan deze ecologische context aan te passen is dat een garantie op gezonde bijen. In het volle besef dat er altijd ongelukken mogelijk blijven. Waterdichte garanties bestaan er nooit.
Ten zesde: De ecobijenkast biedt een zeer veilige manier om te overwinteren.
Het overwinteren wordt voor onze bijenvolkeren alsmaar moeilijker, zeker in de meer moderne kasttypes, we komen hier later meer in detail op terug. In de ecobijenkast verloopt het overwinteren eigenlijk probleemloos en in de best mogelijke omstandigheden. Zoals in het wild beschikken de bijen immers over ruime voorraden honing die ze zelf stockeren en die we niet afnemen.
Er is overvloedig propolis en pollen beschikbaar. De bijen beschikken over een gezond verblijf met de juiste afmetingen. Een perfecte bescherming tegen de koude en eventuele ziektes. Als de imker bovendien zijn kasten op een geschikte locatie geplaatst heeft met een gezond en ruim plantenaanbod in de vliegperimeter en voldoende ver van echte pollutie, dan kunnen de opgeslagen voorraden geen enkel risico inhouden tijdens de winter. Ik verwijs hier naar pollen die vervuild zijn door pesticiden.
Maar in een dergelijk situatie ligt de verantwoordelijkheid bij de mens die de bijen geen vliegperimeter kan aanbieden zonder gif. Laten we tot slot toch niet vergeten hoe eindeloos leerrijk het is om de echte en ongeschonden wereld van de bijen te mogen ontdekken. Vooral als we dat kunnen doen in een niet vervuilde omgeving waarin ze zo opmerkelijk geïntegreerd zijn. Hoe passionerend is het niet om ze te bekijken in hun leven van elke dag.
Om te zien hoe bezig ze zijn en om telkens weer opnieuw opmerkelijke elementen in hun perfecte manier van georganiseerd zijn te ontdekken. Soms hard maar altijd mateloos efficiënt. Kunnen we ooit dankbaar genoeg zijn om deze lessen in wijsheid en nederigheid? Deze ecologische benadering biedt geen ruimte voor uitbuiting van de bij.
We kiezen integendeel voor een aanpak waar bescherming centraal staat. Voor volledig respect voor dit insect dat ons leven brengt en ons laat meedelen in de vrucht van hun activiteit.
Laatste argument.
Gaan we echt wachten tot de bijen nog veel erger getroffen worden of tot varroa nog meer resistent wordt waardoor we onze toevlucht moeten nemen tot nieuwe, nog sterkere chemische bestrijdingsmiddelen? Deze zinloze escalatie is al geruime tijd begonnen, maar dreigt onomkeerbaar te worden. (als dat al niet het geval is). Vraag jij je echt niet af wat dat allemaal betekent voor de kwaliteit van onze honing en andere bijenproducten?
Hoever zijn we nog verwijderd van een ernstig probleem van volksgezondheid zoals we de voorbije jaren in meerdere voedingssectoren beleefd hebben. Stel je voor dat honing in zoiets betrokken geraakt doordat er teveel residu’s van toxische stoffen in voorkomen. Honing die voor geheel onverwachte gezondheidsproblemen zou kunnen zorgen?
Sommigen zullen het niet graag horen, maar honing produceren voor de mens is helemaal niet de eerste reden van bestaan voor de bijen. Het voortbestaan van de soort en het bestuiven van planten en bomen zijn dat wel.
Ligt de toekomst in het leegmelken van de bijen, imkeren met intens gebruik van chemische bestrijding en grootschalige landbouw gebaseerd op giftige producten?
Of is dit het synoniem van blind naar de muur rijden? De ecologische manier van bijenhouden is geen mirakeloplossing, maar ze biedt wel een goedkoop alternatief dat mee kan helpen om de bij te redden.
We moeten voorzichtig zijn met vergelijkingen, maar willen we de weg opgaan van landen als Canada of de USA, geconfronteerd worden met een echt gebrek aan bijen en massale achteruitgang van insecten in het algemeen?
In een heel aantal landen wordt bestuiving meer en meer gemonopoliseerd door grote bedrijven en kost het inzetten van hun industriële bijen handenvol geld. Het klinkt misschien ver van ons bed maar het stemt toch serieus tot nadenken.
We kennen ondertussen allemaal de spreuk die aan Albert Einstein wordt toegeschreven: ‘Als de bijen verdwijnen, kan de mensheid nog vier jaar overleven’.
Laat me daar dit aan toevoegen: het maakt niet uit wie dit gezegd heeft en ook niet of die vier jaar kloppen. Maar het nodigt ons uit om ons vragen te stellen en of een dergelijk uitspraak wel eens waar, laat staan actueel kan zijn.
Besluit
We herhalen het: deze methode kan geen mirakels verrichten, maar ze biedt ons op vandaag een manier om echt terug te gaan naar de bron en daarbij respect voor de bij en haar natuurlijke levenswijze geheel centraal te stellen.
Met deze methode helpen we om rampscenario’s te vermijden zowel voor de bijen als voor de mens. De keuze is aan elk van ons. Laat jij je vooral leiden door de maximale hoeveelheid honing die je elk jaar uit de kasten kunt halen?
Uiteraard beseffen we dat we niet alles zomaar zelf in de hand hebben, maar de manier waarop we bijen houden, bepalen we wel geheel zelf. Laat dit een uitnodiging zijn om minstens te overwegen of een radicale verandering van methode niet de weg is die je nu moet inslaan.
Dit lijkt ons alvast de keuze die de bij het meest beschermt en respecteert. Waarbij we de bijen niet beroven van alle vrucht van hun arbeid, maar ons laten leiden door een eerlijke verdeling waarbij de bij centraal staat.
Nogmaals: is dit niet de weg waarbij mens en bij het meest te winnen hebben? De grote vraag is ook hier: zullen wij mensen, wijs genoeg zijn om nu de meest respectvolle, de meest duurzame keuze te maken? ‘On peut malheureusement en douter’, zegt J.C. Guillaume tot besluit.