Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 101
Jaar: 2015
Maand: Juli-Augustus
Auteur : Bart Vandepoele

WAT KUNNEN STEDEN EN GEMEENTEN DOEN VOOR BIJEN

33 1

De laatste 60 jaar kennen we een enorme achteruitgang van het voedselaanbod. Vooral stuifmeel is erg belangrijk. Het zijn de eiwitten (de bouwstenen) voor de larven van de bij en de hommel. De toename van beton, asfalt en gebouwen zorgden voor een afname van het areaal. In de landbouw worden de gewassen steeds ‘properder’; geen wild plantje blijft staan. Er resten nog maar weinig braakliggende percelen met wilde planten en bloemen. Alles is in gebruik. Luzerne en klavers verdwenen al geruime tijd van de akkers. De opkomst van de klepelmaaier zorgde voor minder braamstruwelen. Netheid en veiligheid op openbare domeinen resulteerden in een achteruitgang van de diversiteit. De particuliere tuin werd steeds kleiner en netter met liefst zo weinig mogelijk onderhoud.

Stimuleer jouw gemeente voor bijenvriendelijk groenbeheer

33 2

Gelukkig groeit het besef bij heel wat steden en gemeenten om het anders aan te pakken. Heel wat openbare besturen trekken ook de kaart van harmonisch parkbeheer of kiezen voor extensiever beheer van hun domeinen. Deze duurzame manieren van groenbeheer zijn ook voor de insectenwereld interessant. De pesticidereductie is een goede zaak voor het bijenverhaal.

Bloemenmengsels, vlindertuinen, insectenhotels en stadsimkers krijgen meer kansen. Maar er zijn nog veel meer mogelijkheden om de diversiteit in het openbaar groen en het leefmilieu te verbeteren. Durf in dialoog te gaan met jouw gemeente of stad om een aantal dingen te veranderen. Misschien zijn er wel acties uit dit artikel die je hierbij kunnen helpen!

Bewilg het landschap

Wilgen zijn heel belangrijke stuifmeelbomen voor bijen. Ze leveren hoogwaardig stuifmeel in de vroege lente. Stuifmeel is de eiwitbron, de bouwstof voor de larven het broednest van onder andere hommels en bijen. Proeven hebben aangetoond dat honingbijen opgekweekt met voedzaam wilgenstuifmeel ongeveer 14 dagen langer leven. Gebruik verschillende wilgensoorten zodat ze op verschillende tijdstippen bloeien. Na een regenweek zijn zo niet alle katjes uitgeregend en verloren. De boswilg (Salix caprea) is alvast een aanrader.

Hakhoutbeheer toch niet zo tof

Het kappen van alle bomen in één zelfde gebied is nefast voor bijen. Heel wat wilde bijenpopulaties in dat gebied ontwikkelden zich net door de aanwezigheid van dit stuifmeel. In het jaar van de kaalslag hebben de ontwakende diertjes een enorm voedseltekort met alle gevolgen van dien. Het duurt jaren voor deze populaties hersteld zijn. Een rij wilgen kunnen wel tientallen kilogram stuifmeel leveren aan de natuur. Gefaseerd knotten of kappen is dus veel beter.

Met bloemenmengsels redden we de bijen niet

33 3

Reeds verschillende jaren worden bloemenmengsels verdeeld en ingezaaid. Het levert een kleurrijke kruidlaag op met een voedselaanbod voor verschillende weken. Een meer duurzaam stuifmeelaanbod voor bijen en hommels is echter driedimensioneel: bomen, struiken en kruiden. Deze gelaagdheid zorgt voor een gevarieerd voedselaanbod voor verschillende jaren en generaties, ook als de bloemenmengsels niet meer trendy zijn.

De juiste keuze van bomen en struiken is natuurlijk belangrijk. Controleer bij elk nieuw beplantingsplan of de gebruikte planten interessant zijn voor bijen. Heel wat websites bieden informatie over goede drachtplanten. De bijenplantengids uitgeven i.s.m. de universiteit van Gent is hierbij een handig instrument. In deze brochure krijgen alle planten een score voor nectar en stuifmeel van 0 tot 5. Het hoeft niet steeds de hoogste score te zijn. Vooral de verscheidenheid aan stuifmeel is belangrijk!

Wat zijn goede bijenplanten?

Kies steeds voor enkelvoudige cultivars of botanische soorten. Ze bezitten nog duidelijk een stamper en meeldraden wat bij dubbelbloemige soorten niet altijd het geval is. Heel wat solitaire bijen zijn aangewezen op specifiek stuifmeel van hun waardplant. De meeste andere bijen en hommels zijn opportunisten en profiteren van zowel inheemse, uitheemse als cultuurvariëteiten. Denk dus twee keer na voor grote uitheemse parkbomen gekapt worden. Leibomen komen door hun jaarlijkse vormsnoei niet tot bloei en zijn minder interessant voor bijen. Siergrassen en bamboe zijn dan weer planten waar bijen niets aan hebben. Goede bijenstruiken zijn dikwijls besdragend.

Laat hagen en struiken bloeien

Planten zijn pas interessant voor bijen als ze bloeien! Het klinkt heel evident, maar toch gaan we goede bijenplanten dikwijls te enthousiast en te vroeg snoeien. Denk maar aan Ligustrum en Prunus laurocerasus die heel wat insecten kunnen voorzien van voedsel. Onze cultuur van strakke hagen zorgt dat we ze nauwelijks zien bloeien. Waarom niet snoeien na de bloei of eens een jaartje overslaan waar het kan? Wist je dat Buxus ook een goede bijenplant is, maar door de vormsnoei komt ze nauwelijks of niet tot bloei.

Experimenteer met klaver

Als we honingstalen van 60 jaar geleden ontleden op verdwaalde stuifmeelkorrels, stellen we vast dat we een enorm areaal aan klaver zijn kwijtgespeeld. Evoluties in de landbouwmethodes en te voedselrijke gronden zorgden ervoor dat er minder klaver in onze ecosystemen voorkomen. Experimenteer met klaversoorten! Zeker bij herstel van zachte bermen na het plaatsen van nutsleidingen kunnen klaversoorten ingezaaid worden in plaats van grasmengsels. Maar ook boomspiegels, onder haagplanten of stroken in parken zijn het proberen waard.

Is jouw gemeente ook een Lonicera–gemeente?

Dit kleine, immergroene plantje is misschien hét symbool bij uitstek van de decorbeplanting. Op zich geen slechte bijenplant ware het niet dat het steeds gemodelleerd en veelvuldig gesnoeid wordt. Het lijkt een oplossing voor veel situaties, maar waarom mogen onze cultuurplanten niet gevarieerder zijn? Zoek bewust naar alternatieven die trager groeien en die mogen bloeien. De bijen zullen u dankbaar zijn. Neem deze planten zeker in overweging: CotoneasterSymphoricarpos of Hedera helix ‘Arborescens’.

De stad als voorbeeldfunctie

Beelden en tendensen in openbaar groen krijgen dikwijls navolging in particuliere tuinen. Bloemenmengsels inspireren, maar ook het opvallend gebruik van vaste planten of bolgewassen op ronde punten of langs invalswegen zijn extra troeven voor insecten. Ook is het beplanten van perken met vaste planten en heesters duurzamer dan het concept van het gebruik van viooltjes, surfinia’s en chrysanten.

Maak van begraafplaatsen een bijenjungle

33 4

De overgang naar pesticidenvrije begraafplaatsen levert veel zorgen en extra werk. Bodembedekkende vaste planten kunnen een oplossing bieden. Het aanplanten van bijvoorbeeld geraniumsoorten levert een win-win op voor bijen en milieu. Het gebruik van cassettes met sedummengsels kunnen vrijgekomen grafkelders verbloemen, je zal er zeker heel wat bijen bewonderen.

Bermen maaien met gezond verstand

Een berm mag volgens het bermbesluit pas gemaaid worden vanaf 15 juni. Het hoeft echter niet per se op 16 juni. Dikwijls is de druk van de aannemer erg groot om er aan te beginnen. Maar zeker wanneer het voorjaar laat op gang is gekomen, is er nog heel veel bloei in deze periode. Te vroeg maaien geeft telkens aanleiding tot een verlies van heel wat soorten. Een terreinbezoek ter plaatse kan heel wat vertellen over de toestand van dit stukje wilde natuur en eventueel inspireren om het beheer aan te passen.

Gefaseerd maaien

Bij het maaien van grasperken, speelpleinen en ligweides is de tendens dikwijls hoe korter, hoe liever. Een andere optie is om niet altijd alles te maaien. Stroken langs de oever van een rivier of vijver mogen eens doorgroeien. Zelfs stroken gras op speelpleinen laten doorschieten levert heel wat bloemen op. Het extensief maaien van bepaalde delen zorgt voor meer variatie in flora en fauna. Ook voor solitaire bijen levert het een meerwaarde, zowel qua nestgelegenheid als qua voedselbron. Deze manier van werken vraagt begrip van de bevolking. Dit kan enkel door ze goed te informeren en hen de meerwaarde te laten inzien.

Kleine landschapselementen33 5

Door ruilverkaveling en het overmatig efficiënt gebruik van de bodem zijn we in Vlaanderen heel wat ruwe natuur kwijtgespeeld.

In het verleden namen verschillende overheden initiatieven om het herintroduceren van kleine landschapselementen aan te moedigen.

Deze groene honken in het landschap zijn belangrijk voor de bijenpopulaties, zowel wat betreft voedsel- als nestgelegenheid.

De blijvende lokale aanmoediging door het aanreiken van plantmateriaal of subsidiëring blijft daarom zeer belangrijk.

Geef bramen terug een plaats

Bramen zijn van oudsher verbonden met onze streken. Door de opkomst van de klepelmaaier is het gemakkelijk om ze te bedwingen en is hun aanwezigheid aanzienlijk geslonken in het landschap.

Dit gebeurde onder de mom van hoe netter, hoe beter. Ze verdienen zeker hun plaats terug in het landschap.

Nestplaatsen voor hommels en solitaire bijen en veel stuifmeel en nectar zijn de voordelen. Geef ze terug een plaats op beplantingsplannen om wandelpaden en overgangszones te kleuren.

Paden met groenvoegen, stapelmuurtjes met losse voegen

Dat we goed moeten nadenken bij de aanleg van parken over het onderhoud van paden is zeker. Waarom geen groenvoegen gebruiken? Er kan gemakkelijk gemaaid worden over deze stapstenen.

In de voegen zit immers heel wat leven. Voor grondnestelende bijen zijn ze enorm interessant.

Ook gestapelde muurtjes met gerecycleerde borduren zijn goede nestplaatsen voor solitaire bijen. Breng gerust wat leem of grond aan bij het stapelen.

Sensibiliseer en informeer de inwoners

Hoe goed de bedoelingen van extensief groenbeheer, gefaseerd maaien of het aanplanten van een begraafplaats ook zijn, de burger informeren is zeer belangrijk. Via een infobord of de milieukrant kunnen we mensen informeren over de andere manier van aanpakken.

Dit is noodzakelijk om een draagvlak te creëren en ergernissen te vermijden. Bijen zijn hip! Geef de burger daarom tips om de eigen tuin bij-vriendelijker in te richten of om chemische middelen te laten. Stimuleer gevelgroen en andere positieve acties.

Vorming voor groenarbeiders

Het is belangrijk dat de mensen van de praktijk weten waarom bepaalde ingrepen op een specifieke wijze moeten gebeuren. Gerichte opleiding is een must. De laatste jaren worden in heel wat praktijkcentra cursussen ’diervriendelijk groenbeheer’ ingericht.

Nomineer en bescherm een oude bijenboom

Gelukkig hebben we nog heel wat oude bomen die onze parken en pleinen tooien. Sommige zijn echte bloementuilen. Denk maar aan de oude paardenkastanjes. Ze leveren elk jaar een schat aan nectar en stuifmeel voor duizenden insecten. Misschien moeten we ze toch even opsporen en nomineren als ‘Bijenboom met Klasse’. Ook nieuwe aanplantingen kunnen bewust benoemd worden: ‘Deze bomen werden aangeplant in het Jaar van de Bij’.

33 6Plant een bijenvriendelijk geboortebos

Hou dergelijke aanplantingen divers. Het poten van enkel populieren levert voor jaren een monotoon bos op met weinig soortenrijkdom.

Een gemengd geboortebos met bomen, struiken en open plaatsen levert meer biodiversiteit op.Sporken mogen hier zeker niet ontbreken.

Start een bijenwerkgroep

Stimuleer het overleg tussen natuurwerkgroepen en imkers. Zij zien soms andere mogelijkheden van aanplantingen en onderhoud die een meerwaarde kunnen opleveren.

Organiseer met de Minaraad een bijenavond of een plantendag. Je zal versteld staan hoeveel mensen sympathiseren met de bij.

Bart Vandepoele, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie

Bart.vandepoele@lne.vlaanderen.be

Foto’s: Shutterstock en Bart Vandepoele.