AMBROSIUS

Dit jaar willen wij niet ongemerkt overslaan omdat in 340 Ambro­sius werd geboren die later als patroonheilige van de bijentelers zou worden uitgeroepen. Van Plato , Plinius en van Ambrosius wordt dezelfde legende verteld: «Als zuigeling lag Ambrosius langs de gras­kant te slapen toen een bijenzwerm op zijn gezicht neerstreek. De bijen kropen overal in en door, in neusgaten, ooropeningen en in zijn mond, waarbij hij geen enkele bijensteek opliep. Zijn vader, een gelovig man, liet de bijen begaan maar riep in bewondering toch uit: «dit kind zal eens een groot man en leider worden». Deze legende was zeker de grondslag om hem als patroonheilige van de imkers te vereren.

Toen hij geboren werd was zijn vader hoofd van de rechtbank van Gallië. Trier, de geboortestad van Ambrosius, was een vestingstad in het door de Romeinen bezette Gallië. Toen hij vier jaar oud was stierf zijn vader en zijn moeder keerde naar Rome terug waar Ambro­sius een adellijke opvoeding kreeg. Hij studeerde rechtswetenschap­pen en de Neo-Platonische wijsbegeerte. alsook het Grieks. Reeds op dertigjarige leeftijd werd hij benoemd tot burgerlijk gouverneur van Ligurië. Na de keizer werd Ambrosius de eerste burger van het rijk. Hierop volgde de opbloei van het Kristendom. de eeuw van de kerkvaders waaronder één van hen Amhrosius was. In375 kwam de bisschopszetel van Milaan vrij. Amhrosius trad met zoveel gezag op in de vergadering dat de menigte hem tot bisschop uitriep. Toen dit door de keizer werd bekrachtigd liet Amhrosius zich dopen en vormen zodat hij acht dagen daarop tot bisschop werd gewijd. De meest beroemde van zijn leerlingen werden: Augustinus, Hiëronymus en Gregorius. onder wiens invloed het Latijn de taal van de kerk en de wetenschap werd.

Verder over zijn vele gaven en bekwaamheden uitweiden. als daar zijn. letterkunde. muziek. wetenschap. zijn theologisch werk en zo­veel ander baanbrekend werk. zou zeker niet passen in een werk over de bijenteelt.

Hij stierf in 397. bleef intussen patroonheilige van de imkers. en zijn werk blijft nog steeds voortleven als basis van de thans ontwikkelde cultuur.

 

Uittreksel uit het boek “Geschiedenis van de Bijenteelt” door O. Goens en J. Maes. Een uitgave verzorgd door de Koninklijke heemkundige Kring Maurits Van Coppenolle, Brugge.