Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 96
Jaar: 2010
Maand: April
Auteurs: Roger De Vos & Katinka Van Nerum

ANEMOON – ANEMONE

Het is algemeen bekend dat de meeste bolgewassen na de bloei afsterven en na driekwart jaar aan een nieuwe levenscyclus beginnen. Minder bekend is dat dit fenomeen zich ook voordoet bij sommige vaste planten. De plant sterft na de bloei ook bovengronds af en er blijft alleen een kale plek over.

Deze vaste planten zijn dus bijzonder geschikt om te worden aangeplant onder bladverliezende heesters of bladverliezende bomen. De anemoon is ook zo’n plant. Na de koude winter, met zijn donkere en korte dagen, laten we ons door het lentezonnetje vlug verleiden om een verkwikkende boswandeling te maken.

Vele bossen verblijden ons dan met hun voorjaarsbloeiers. En wij, imkers, kunnen het dan natuurlijk niet laten ook te speuren naar gezoem. En ook al zien we dit niet voor de eerste keer, telkens weer kunnen groepen van witte bosanemoontjes in het gezelschap van bosviooltjes en slanke sleutelbloemen ons versteld doen staan! Voor velen is het bosanemoontje geen onbekende plant.

Deze sierlijke kruiper komt in ons land nog veel voor, vooral in loofbossen Maar u kunt ook bosanemoontjes vinden in de berm in volle zon, wat erop duidt dat er vroeger bos in de omgeving was. Honderden jaren geleden al werden deze lentebloeiers aangeplant in de tuin.

Er waren toen nog geen plantencatalogussen, geen plantenbeurzen, geen internet en geen import uit verre landen. Tuinliefhebbers plantten eenvoudigweg het moois uit de omgeving in hun tuin. De plant kwam en komt nog steeds voor in een groot deel van Europa en uit de wilde bloemen zijn er talloze vormen geselecteerd op afwijkende kleuren, bloemblaadjes en dergelijke.

Maar de originele Anemone nemorosa kan nauwelijks worden overtroffen door de hybriden die op de markt werden gebracht. De witte stervormige schaaltjes zijn in april het bewijs dat de lente begonnen is. De gele anemoon, Anemone ranunculoides, komt alleen in Zuid- Limburg (Nederland) voor. Ze bloeit iets later dan de bosanemoon en de bloem is wat kleiner, maar door de gele kleur is ze des te opvallender.

Een heel bijzondere anemoon is de natuurbastaard’ Anemone x lipsiensis. Ze is een kruising tussen de bosanemoon en de gele anemoon. Deze soort werd lang geleden in het wild gevonden en daarna als tuinplant geïntroduceerd.

Geef anemoontjes in de tuin een niet al te schrale plek, zorg voor voldoende humus. Zo gaan ze tientallen jaren mee. Ze breiden zich gestaag uit tot ze een mooi, wit tapijtje vormen. Een aanrader voor de tuin is de oosterse Anemone blanda, met een uiterst lange bloeitijd. Ze is te verkrijgen met spierwitte, maar ook met roze, lila of azuurblauwe bloemen. Anemonen hebben geen nectarwaarde, het zijn ‘alleen’ pollenplanten.

Maar pollen is net wat onze bijtjes zo erg nodig hebben in het vroege voorjaar om de broedaanzet te verzekeren!