Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 100
Jaar: 2014
Maand: September
Auteurs: Freddy Franck

AUGURK, CUCUMIS SATIVUS L.

De Cucumis sativus is waarschijnlijk een cultigen uit de komkommerfamilie. Dit is een kweekvorm en geen natuurlijke soort. Men neemt aan dat landbouwers zo’n 3000 jaar geleden in Azië deze plant kweekten uit de

41 1

Cucumis hardwickii. De augurk is tijdens de vorige decennia zeer belangrijk geweest voor vele bestuivingsimkers.

Het teeltareaal in Vlaanderen is echter sterk teruggelopen en dit ten voordele van de productie in de Balkanlanden. De belangrijkste oorzaak is de zeer arbeidsintensieve oogst.

In de veiling van Hoogstraten werd in 2013 toch nog 57.795 kg augurken aangevoerd. Voor de amateurtuinder blijft het echter een interessante teelt en voor de imker blijven heel wat augurkenrassen zeer nuttige leverancier van stuifmeel en nectar.

De augurk is een eenjarige plant met een ondiep, verspreid wortelgestel. Ondanks er vierkantige ranken gevormd worden tot 3 m lang, is het geen echte klimplant daar de ranken steeds de neiging hebben horizontaal te groeien. De augurk is van nature eenhuizig.

De mannelijke bloemen worden eerst gevormd en onderdrukken de ontwikkeling van de vrouwelijke bloemen. Dit voorkomt zelfbestuiving en dus ook inteelt.

De vrouwelijke bloemen ontwikkelen zich in de oksels van de bladen en bloeien 48 uur. De bestuiving gebeurt het efficientst door honingbijen. Snel oogsten als de augurken nog klein en fris groen zijn is het best, het induceert herbloei en garandeert een lange oogst. Best oogst je twee a drie maal per week de rijpe augurkjes.

Rassen

Voor de amateurtuinder is de rassenkeuze zeer belangrijk. Best wordt gekozen voor rassen die gladde, fijne en groene vruchten geven. Vroeger moesten de plukkers stevige handschoenen dragen om de stekels te kunnen verdragen. Let er ook op dat je een ras kiest met mannelijke en vrouwelijke bloemen. Een uitsluitend vrouwelijk hybrideras brengt meer op, maar er moet in de buurt een plant staan met mannelijke bloemen.

Men experimenteert reeds lang met parthenocarpische rassen. Deze rassen hebben helemaal geen bestuiving nodig om vrucht te zetten. Parthenocarpie kan genetisch ingedruist worden of kan geinduceerd worden door het groeihormoon, chloorflurenol. Deze technieken zijn enkel interessant voor de commerciele teelt waar men er naar streeft om het aantal plukbeurten te verminderen, liefst zelfs tot een eenmalige machinale oogst. VELT selecteerde Hokus als goed buitenras en Persika voor in je serre.

Teelt

Best groeien de planten op goed gedraineerde humushoudende zandgronden. Deze warmen gemakkelijk op in het voorjaar en bevorderen de groei van het oppervlakkig wortelgestel. Voor de winter per are 1 a 2 ton goed verteerd stal- of champignonmest aanvoeren is een goede zaak. Een extra minerale NPK-bemesting zal een snelle groei bevorderen. Om een pH van 6 of hoger op een zandgrond te behouden, is het noodzakelijk om regelmatig een magnesiumhoudende kalkmeststof te strooien.

Combineer nooit kalk met organisch mest. Dit veroorzaakt ammoniakvorming wat slecht is voor het milieu en wat een verlies aan stikstof betekent. Zaaien kan vanaf half mei. Zaai twee zaadjes in een perspotje. De ontwikkeling verloopt best bij 20 a 25°C. Vanaf eind mei kunnen de zaailingen buiten geplant worden. Maak verhoogde bermen voorzien van zwarte folie, denk aan de teelt van aardbeien. De berm bevordert de afwatering en de zwarte folie zorgt voor een snelle opwarming van de bodem en vermindert de druk van het onkruid. In de rij laat je een afstand van 40 a 50 cm, tussen de rijen 3 m.

Kies een warme windluwe plek. Eens de plant flink begint te groeien, worden de ranken uitgelegd en, in een kleine tuin, regelmatig getopt. Oogsten kan vanaf eind juli. Men experimenteert met een verticale teelt aan draden. De ranken moeten dan steeds naar de draad geleid worden. Daar de ranken breekbaar zijn moeten ze steeds tegen de wind beschermd worden. Zoals alle Cucurbitaceae is ook de augurk gevoelig voor meeldauw en spint, maar een tegenvallende oogst wordt meestal veroorzaakt door een natte en koude zomer.