Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 96
Jaar: 2010
Maand: Juni
Auteurs: Roger De Vos & Katinka Van Nerum

STOKROOS – ALCEA ROSEA

23_10_1

Hoe klein uw tuin ook is, voor enkele stokrozen is er altijd wel een plaatsje te vinden. Naast de voordeur bijvoorbeeld, op een klein plekje van een paar opgelichte stoeptegels, geven stokrozen een strakke gevel iets gemoedelijks. Bovendien voelen ze zich goed thuis tegen een muur  die warmte afgeeft.
Hoewel de naam anders doet vermoeden, heeft de stokroos niets met rozen te maken.

Stokrozen zijn hoge planten uit de kaasjeskruidfamilie (Malvaceae), een grote familie vooral vertegenwoordigd in de warmere streken. Ook katoen en kapok behoren tot deze familie. De stokroos wordt omschreven als een tweejarige plant, maar in goede groeiomstandigheden kan ze meerdere jaren overleven.

En er zijn ook soorten op de markt die als eenjarige opgroeien. Die worden weliswaar minder hoog dan hun langer levende soortgenoten, maar een voordeel is dat ze weinig of geen steunmateriaal nodig hebben. Stokrozen zijn echte zomerbloeiers, die van juni tot oktober met hun lange bloeistengels de tuin sieren. Ze kunnen een hoogte bereiken van 3 meter en zelfs meer.

23_10_2

De plant gedijt goed op een niet al te vochtige, zonnige plaats, naar het zuiden gericht. Een stokroos komt goed tot haar recht tussen andere planten. Maar ook een groepje stokrozen trekt de aandacht van iedere plantenliefhebber. Er bestaan heel veel kleurvarianten, ook bij de dubbelbloemigen. Een prachtige, bijna zwarte stokroos is de Alcea rosea ‘Nigra’.

Voor onze bijtjes zijn alleen de enkelbloemigen interessant. Zowel voor nectar als voor pollen krijgt deze plant een waarde 3. Na de bloei kunnen we het zaad oogsten om te zaaien. De stengel wordt dan het best afgeknipt. Zo zal de plant onderaan vlug nieuwe rozetten vormen. Omdat de plant pas het tweede jaar

23_10_3

opnieuw zal bloeien, kunt u beter al in de nazomer zaaien. Zo heeft u het volgende jaar alweer bloeiende planten. Als u pas in het voorjaar zaait, vormt de plant datzelfde jaar alleen blad en zal ze pas het daaropvolgende jaar bloeien.

Het zaaien gebeurt bij voorkeur in een grote bloempot omdat de jonge plantjes in volle grond vlug door onkruid overwoekerd worden. Zodra de twee eerste blaadjes boven de kiemblaadjes gevormd zijn, worden de plantjes verspeend en in afzonderlijke potjes verder opgekweekt. In oktober of november mogen ze dan naar hun definitieve plek verhuizen. Pas wel op voor slakkenvraat bij jonge plantjes.

Om mooie en volgroeide planten te worden, hebben stokrozen behalve warmte ook voedzame grond nodig. Voeg daarom aan arme grond wat organisch materiaal toe; dat stimuleert de groei aanzienlijk. Slechte en arme gronden kunnen ook ‘roest’ doen ontstaan: oranje spikkels op het blad of bruinverkleuringen van de bladrand. Meestal is deze ziekte niet zo erg en gaat de plant er niet aan dood.

Aangetaste bladeren kunnen toch beter verwijderd worden. U gooit ze ook bij voorkeur weg, zodat ze niet op de composthoop bij het andere tuinafval terechtkomen. Optimale groeivoorwaarden zoals voldoende voedsel en vocht helpen de ziekte voorkomen.

Het is zeker de moeite waard om deze blikvanger eens uit te proberen, onze bijtjes zullen er wel bij varen.