Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 93
Jaar: 2007
Maand: Oktober
Auteurs: Aloïs Schotanus

DE LEVENSCYCLUS VAN HET BIJENVOLK

In de imkerliteratuur laten de meeste auteurs het bijenjaar of de levenscyclus van een volk eindigen en dus ook weer beginnen met het afnemen van de zomeroogst. Dat is een vrij willekeurige en louter bedrijfsmatig geïnspireerde tijds­aanduiding. Ze heeft maar weinig aanknopingspunten met het biolo­gisch proces dat de levenscyclus van het bijenvolk bestuurt. Als we de levensloop van het bijenvolk in de tijd willen afbakenen, zouden we ons beter inspireren op de gang van zaken in de natuur.

Cyclusbegin

1_bio_lev

Het ontstaan van een bijenvolk situeren we op het ogenblik dat in een goed ontwikkelde kolonie een begin wordt gemaakt met de teelt van een klad koninginnen, ter voorbereiding van het zwermen.

Het eerste waarneembare teken is de constructie van dopjes – speel­dopjes zeggen de imkers – aan de randen van de raten. Deze kleine omgekeerde kopjes in was, vormen de basis voor de grotere ellipsvormige cellen waarin de nieuwe koninginnen zullen opgroeien. Vervolgens belegt de koningin een dozijn – wat meer of wat minder – van dergelijke dopjes, en werksters zullen de larfjes rijkelijk met koninginnenbrij voorzien, zodat hun ontwikkeling tot koningin gewaarborgd is.

De evolutie van ei tot koningin verloopt merkwaardig snel; er verstrijken nauwelijks zestien dagen tot aan het ogenblik dat een volwassen koningin uitloopt.

Naarmate de dochterkoninginnen zich ontwikkelen in de besloten­heid van de zwermcel, voltrekken zich een aantal veranderingen in de fysiologie van de moeder­koningin.
Elke dag wordt zij wat minder gevoed door de werksters van haar hofstaat. Haar eiproduc­tie gaat in dalende lijn en haar achterlijf, dat niet langer gezwol­len staat van de volledig gevormde eitjes, krimpt zienderogen in.

Daarenboven gaan de werksters hun koningin aanporren; ze stoten haar aan met hun hoofd en de voorpoten waarbij ze telkens een vijf- zestal schudbewegingen maken.
Die aansporingen kunnen oplopen tot 40 à 80 keer op één uur. Zij dwingen de koningin ertoe in beweging te blijven. Deze fitnesstraining en de gereduceerde voeding leiden tot een gewichts­verlies van 25 %.

Korte tijd nadat de eerste zwerm-cel verzegeld wordt, vertrekt de moederkoningin met een zwerm van ca. tien- tot vijftienduizend werksters. In het ouderlijk nest blijven dan nog zo’n tien à vijftienduizend werksters achter.

Na een eerder korte trip, gaat de zwerm zich verdichten en verzamelen tot een tros aan een tak of rond een boomstam. Speurbijen hebben inmiddels een geschikte nieuwe verblijfplaats gevonden, en adverteren die al dansend over de tros. Op hun signaal lost de tros zich weer op in een zwerm en onder de leiding van de verkenners haast het volk zich met bekwame spoed naar het nieuwe onderkomen.

Door dit proces hebben zij de mogelijkheid en de ruimte geschapen voor het ontstaan van een nieuw volk.

Meerdere opties2_bio_de levenscyclus

Gedurende een zevental dagen na het vertrek van de moeder­koningin, blijven de werksters moederloos achter in het ouder­lijke nest. Maar aan die toestand komt een einde van zodra de eerste maagdelijke koningin uit haar cel tevoorschijn komt.
Indien het vertrek van de voorzwerm de ouderlijke kolonie in grote mate heeft verzwakt, dan zullen de achtergebleven werksters gedogen dat de eerst uitgelopen maagdelijke koningin op zoek gaat naar haar zusters, die nog opgesloten zitten in de cellen. Zij zullen zonder pardon worden doodgebeten door de eerstgeboren troonpretendente.

Het gebeurt echter zeer vaak dat nieuw werksterbroed is uitgelopen tegen de tijd dat de eerste Koninklijke Maagd geboren wordt. De volkssterkte is dan voldoende hersteld en de werksters zullen de nog gesloten moercellen bescher­men tegen de pogingen van de eerstgeboren koningin om haar concurrenten te liquideren.

Zij zullen ook de maagdelijke konin­gin doorheen het nest jagen en haar desgevallend dwingen om met een aantal volgelingen het nest te verlaten in een zgn. nazwerm.
Dit proces kan zich herhalen bij de volgende uitlopende kandidaten tot de kolonie op een punt geko­men is dat ze een verdere verzwak­king door opdeling niet meer kan verdragen.
Indien er op dat ogenblik nog meer dan een koningin in de ouderlijke kolonie aanwezig is, laten de werksters het pleit beslechten in een finale kamp op leven en dood tussen de overblij­vende rivalen. Omdat het aantal nazwermen afhankelijk is van de oorspronkelijke sterkte van het volk, zowel in werksters als in broed, is er ook geen vaste hoeveelheid voor aan te geven.

Voleinding

Het reproductieproces wordt afge­rond wanneer de maagdelijke koninginnen uitvliegen om te paren met de darren uit de regio. De kolonies in hun nieuwe nestplaatsen moeten hun raatconstructie nog verder uitbouwen. Zij moeten ook hun populatie zo snel mogelijk op peil zien te brengen. Er moeten ten koste van alles voldoende voorraden van honing en pollen aangelegd worden om de nieuwe generaties te voeden en om de naderende winter te kunnen overleven. Wanneer de omstandig­heden gunstig zijn, zal elke kolonie de volgende zomer proberen het vermeerderingsproces door opdeling weer over te doen. Op die manier eindigt de cyclus op het punt waar hij begon.

Tenslotte

Het is echter niet zo dat een bijenkolonie een ‘eeuwig Leven’ heeft, zoals wet eens te lezen staat.

Een kolonie kan ten onder gaan voor ze aan een nieuwe cyclus is kunnen beginnen, door verhonge­ring bijvoorbeeld. Of door uitmoording, of door ziekte, soms ook door faling in de poging om tijdig in de vervanging van een seniele koningin te voorzien.

(Foto’s: Alois Schotanus)