Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 93
Jaar: 2007
Maand: September
Auteurs: Justin Schmidt en Aloïs Schotanus

IJZINGWEKKEND? BLOEDSTOLLEND? GERUSTSTELLEND!

Beschikken onze bijen over een bloedstollende factor? Indien de bijen geen stollende factor in hun bloed hebben, kunnen ze dan doodbloeden langs de wonden die de varroamijt hen heeft toegebracht? Ik heb ergens gelezen dat insecten doodbloeden als je ze een poot uittrekt omdat ze over geen stollingsmechanisme in hun bloed beschikken. Is dat ook zo voor onze bijen?

Dat was de vraag die ik voorgeschoteld kreeg na een voordracht over de bestrijding van de varroamijt.’Ja, dat heb ik althans ook altijd gehoord,’ antwoordde ik. ‘Wanneer een honingbij een breuk of een gat in haar exoskelet (*) oploopt, dan lekt het bloed er ononderbroken uit, tot ze sterft, omdat ze niet beschikt over een bloedstollingsmechanisme.’
De vragensteller liet het daarbij en dat stijfde mij in de overtuiging dat het inderdaad zo wel zou zijn. Ik had dat altijd als een vaststaand feit aanvaard en er verder nooit bij stilgestaan. Maar door de gestelde vraag werd aan dat zogezegd ‘vaststaand feit’ een nieuwe dimensie toegevoegd: namelijk de beet van de varroamijt.

Dat heeft mij achteraf behoorlijk aan het twijfelen gezet en omdat ik er niet uit geraakte – ook niet na een uitgebreide rondvraag ter plaatse – ben ik op zoek gegaan naar een autoriteit op dit terrein, bij wie ik uitsluitsel zou kunnen verkrijgen omtrent het gestelde probleem. Via Joe Graham, de hoofdredacteur van The American Bee Journal, heb ik die autoriteit ook gevonden en wel in de persoon van dr. Justin Schmidt van het ARS-USDA-labo (*) in Tucson, USA.
Zijn antwoord luidde als volgt: ‘Het probleem heeft een aantal zeer interessante aspecten en er is heel wat meer bijenbiologie mee gemoeid, dan men op het eerste gezicht zou vermoeden
Ik heb meerdere jaren bijen doen bloeden om biochemische analyses van hun bloedproteïnes te kunnen verrichten. Ik weet dus uit ervaring dat volwassen bijen wel degelijk over een bloedstollingsmechanisme beschikken.’ Zo stelde dr. Schmidt van bij de aanvang van zijn betoog. En hij voegde eraan toe: indien we bij een volwassen bij, het membraam achter het hoofd aarsprikken om wat hemolymfe (bloed) te trekken in een capillaire buis, zal het zelfs zo snel stollen, dat het nog maar moeilijk uit het buisje te krijgen is.

We hebben getracht om dit te voorkomen door een anticoagulent (*), glutathione (*) genaamd, toe te voegen, net zoals een laborant in zakjes met mensenbloed wat heparine (*) zou toevoegen om te beletten dat het stolt.
Bijen hebben bloedcellen die aan de witte bloedlichaampjes van de mens doen denken en die eveneens de ziekteverwekkende indringers bekampen. Bovendien helpen ze om de gaatjes in het weefsel weer dicht te maken.
Wanneer we nu naar andere insecten en naar de larven van onze bijen kijken, dan wordt de zaak nog interessanter. Het blijkt namelijk, dat volwassen bijen bij wijze van vergelijking maar ‘gemiddelde stollers’ kunnen genoemd worden. Kakkerlakken echter zijn bijzonder ‘straffe stollers’, zo sterk zelfs, dat het haast onmogelijk is om hun hemolymfe in een glutathione­oplossing te hevelen, voor het gestold is.
Bij de larven van de honingbij schijnt het bloedstollings‑mechanisme dan weer helemaal te ontbreken.
Om de hemolymfe van de larve op te trekken, hadden we niet eens glutathione nodig; bovendien kon de larvale hemolymfe gedurende uren in de pipet staan zonder dat het minste spoor van stolling optrad.’

Dr. Schmidt gaf meteen ook de verklaring voor het verschijnsel: ‘Wanneer we de biologie van het insect in deze drie voorbeelden van naderbij bekijken, is het onderscheid in het proces van de bloedstolling best te verklaren. Kakkerlakken zijn de geliefde prooi bij uitstek van talloze belagers en zijn bestendig blootgesteld aan kwetsuren en verwondingen. Zij leven dan ook in een omgeving waar de mogelijkheid om letsels op te lopen vrij groot is. Hiertegen wapenen zij zich met een sterk bloedstollende stof.                      
Volwassen bijen lopen op dat vlak heel wat minder risico, maar zij kunnen bij gelegenheid wel eens gekwetst worden. Dat verminderde risico weerspiegelt zich in een langzamer werkend stollingseffect. Larven vertoeven in een heerlijk zachte, gecapitonneerde, beschermende cel van bijenwas en ze zullen haast nooit een ongevallenkwetsuur of verwondingen door een belager oplopen.
Zij hebben dus ook helemaal geen behoefte aan een bloedstollingsmechanisme.’

En wat de impact van de mijten beet betreft, verstrekte hij nog de volgende toelichting: ‘Terug nu naar de kwestie van de mijten. De zwarte aanslag die we kunnen waarnemen in de tracheeën van de bij, is een gevolg van de aantasting door de mijt Acarapis Woodi, de verwekker van de acariose ofte acaripiose, (een bij ons aangifteplichtige mijtziekte). In feite is deze zwarte aanslag niets anders dan de oxidatie en de stolling van het bijenbloed. Het is een onderdeel van het verdedigingssysteem van de bij, in een poging om de schade veroorzaakt door de mijt, onder controle te houden, door alsnog de opgelopen verwondingen af te dichten.

De varroamijt parasiteert zowel op de volwassen bij als op de larve; maar zij geeft de voorkeur aan de larve voor haar voedselvoorziening en voor haar voortplanting. Er kan wellicht een fysiologisch verband gelegd worden tussen deze voorkeur van de mijt en het ontbreken van stollingsstoffen in het bloed van de larve. Dit verband is tot nog toe niet onderzocht, maar het lijkt mij in elk geval de moeite waard om het doen.

1_bio_ijzingwekkend

Maar hoe dan ook: de hemolymfe van de volwassen bij is zeker in staat om de wondjes te dichten die veroorzaakt werden door de beten van de varroamijt. Als een larve door de mijt wordt aangeprikt, gaat het wondje ook toe, al bezit haar hemolymfe geen stollende eigenschappen. Blijkbaar trekt het elastische integument (*) de wondopening gewoon weer dicht.

Tenslotte moeten we ook nog in overweging nemen dat de insecten geen echte ‘bloeddruk kennen, omdat zij hun bloed niet door een vatenstelsel van aders en slagaders moeten pompen. Bij hen stroomt het bloed vrij uit het open hemocoel (*) in de lichaamsholte. De noodzakelijke druk om werkelijk met kracht naar buiten te bloeden, zal dus ontbreken. Het wondje zal gedicht worden door een langzaam werkend bloedstollings­mechanisme of door de aangroei van de omringende cellen.

Tot daar de verhelderende toelichting van dr. Justin Schmidt, waarvoor uiteraard onze dank.

(*) Toelichting:

• ARS-USDA: Agricultural Research Services of the United States Department of Agriculture: (= Studiediensten van het ministerie van Landbouw van de USA).

• exoskelet: uitwendig skelet, zoals dat van de bij.

• anticoagulent: stof die het stollen van bloed moetvoorkomen of vertragen. Glutathione en heparine zijn dgl. stoffen.

• integument: omhulsel van de larve ofte het larvehuidje.

• hemocoel: open bloedvat, het hart van het insect.