Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 95
Jaar: 2009
Maand: September
Auteurs: Aloïs Schotanus

MAETERLINCK HAD HET MIS

1 bio maet

‘Het Leven der Bijen’

Voor de cultuurminnaars is deze beroemde, in het Frans schrijvende Gentenaar vast geen onbekende.
Hij is tot op vandaag de dag de enige Belg die de Nobelprijs literatuur in de wacht kon slepen.

Omwille van zijn literaire verdienste werd hij door koning Albert I in de adelstand verheven en tot graaf benoemd.

Voor de imkers is hij bovendien een monument in de bijenteeltliteratuur waar men niet omheen kan: wie kent niet zijn beroemd geworden werk: La vie des Abeilles, (Parijs-1901), in het Nederlands vertaald onder de titel ‘Het leven der bijen’ (Amsterdam 1908) .

Het werk zou nog in 15 andere talen vertaald worden. In 1903, twee jaar na het verschijnen, was zijn uitgever aan het 18de duizendtal toe.

Dat zegt iets over de gretigheid waarmee dit bijenboek door het publiek onthaald werd.

In het eerste hfdst. van ‘Het Leven der Bijen’, beweert Maeterlinck dat hij twintig jaar lang bijen heeft gehouden en dat al zijn beweringen op echte feiten en waarnemingen berusten.

Die beweringen zijn niet uit de lucht gegrepen, want zijn vader, Polydore Maeterlinck, bezat even buiten Gent — tussen Langebrugge en Meulestede — een landgoed van meer dan drie ha, waar hij liefhebberde in de teelt van perziken, druiven en bloemen.

Daar stonden ook een twintigtal bijenvolken opgesteld. Polydore experimenteerde niet alleen met bloemen en fruit, maar hij was één van de eersten die de kasten met losse ratenbouw introduceerde.

Voor de jonge Maurice was er dus gelegenheid te over geweest om het leven van de bijen van dichtbij te bestuderen.


Toch had hij het mis …

Deel zes van ‘Het Leven der Bijen’ draagt als titel :‘Deslachting van de darren’ Daarin schrijft hij:

2_bio_maet

‘Op een mooie morgen wordt het langverwachte wachtwoord door gegeven in de korf. de anders zo vreedzame werksters worden nu rechters en beulen’

Deze voorstelling van de feiten is toch niet helemaal correct.

Er wordt helemaal geen commandosignaal gegeven en de afslachting in de zin dat de darren worden gedood door beten of angelsteken, grijpt niet plaats. Nochtans, met vreemde werksters of vreemde koninginnen gaan de wachtbijen wel zo te keer.

Elke imker heef al kunnen vaststellen dat het alleen uitermate verzwakte darren zijn, die bij de vleugels of de poten worden beetgepakt en naar buiten worden gesleept of gedreven. Maar van ‘rechters’ en ‘beulen’ kan er dus geen sprake zijn, althans niet bij de bijen.

Maeterlinck heeft dat echter zo dramatisch voorgesteld en zo meeslepend verhaald, dat de duizenden lezers hem op zijn woord zijn gaan geloven. Tientallen jaren heeft men aanvaard en nog steeds hoort men het in de cursussen verkondigen en staat het in handleidingen te lezen, dat de darren onverwacht en in massa worden afgemaakt door de medebewoonsters van de kast.

We weten nu wel beter: de uitdrijving van de darren geschiedt langs wegen van geleidelijkheid en verloopt over meerdere weken in normale omstandigheden.

Kwalijke reputatie

Dat neemt niet weg dat de termen ‘darren’ en ‘darrenbroed’ nog niets van hun negatieve betekenis hebben verloren. Sinds de verspreiding van de varromijt, zijn de darren nog meer dan vroeger de zwartepieten in het bijenvolk. Omdat de mijt zich Bever voortplant in het darrenbroed, moeten de mannelijke bewoners het ontgelden. Het uitsnijden en vernietigen van darrenbroed wordt zelfs aangeprezen als een ‘biologische’ bestrijdingsmethode om de varroa onder de schadedrempel te houden. Dat is toch wet moeilijk te begrijpen. Het voorvoegsel ‘bio-‘ staat voor maar voor de darren betekent ‘biotechnisch’: de dood. Met duizenden tegelijk worden zij in de kinderwieg vermoord door de imker, voor de gelegenheid in de rol van de boosaardige koning Herodes, die het toch ook op de jongste mannelijke telgen had gemunt!

Maar tang voor er sprake was van varroa, werden de darren achtervolgd door een kwalijke reputatie.
Van in de oudste tijden werden zij afgeschilderd als tanterfanters, luiwammesen, potverteerders, brutale indringers en nutteloze mee-eters. De imkerhandleidingen verkondigden dat men het darrenbroed moest ‘koppen’; dat is: met een mes het gesloten darrenbroed opensnijden. Daardoor werd het aantal ‘profiteurs’ in het bijenvolk drastisch verminderd en de honingopbrengst fors verhoogd, zo redeneerde men. Ook het zwermen meende men daardoor te kunnen verhinderen, want men verdacht de darren ervan het zwermen uit te lokken.

En nochtans….

Darren zijn een luxe

Zij komen alleen voor in grote, moergoede kolonies en dan nog alleen maar tijdens het actieve seizoen, voor het geval dat zij nodig mochten zijn voor de paring met een koningin. Zij zijn m.a.w. 66n van de twee partijen die moeten instaan voor de instandhouding van de soort.

Deze opdracht is het toppunt van zelfopoffering; bij de paring laten zij er het leven bij. En dat dan nog na een genadeloze competitie tussen honderden, soms duizenden concurrenten, waarbij alleen de sterkste kandidaten de kans krijgen om hun genen naar de volgende generaties over te brengen. Zij verdienen dus een beter lot, dan vermoord te worden met voorbedachte rade.

Vrouwelijke willekeur

Wanneer darren pas uitgelopen zijn, gaan ze zich tegoed doen aan honing en voorverteerd stuifmeel, net zoals pas uitgelopen werksters en jonge moeren doen. Maar darren leren al snel dat ze voedsel kunnen bedelen van de werksters. Eens dat ze daarin gestaagd zijn, gaan ze nooit meer zelf op zoek naar eten. Voor de rest van hun bestaan, zullen ze voor hun voeding overgeleverd blijven aan de genade van de werksters, aan een colltectief-georganiseerde vrouwelijke willekeur !

Kleine bijenvolken kweken geen darren en voeden ze ook niet wanneer zij per toeval komen binnenvliegen. In de herfst en bij droogteperiodes in de zomer, houden de werksters ermee op om de darren te voeden. Wanneer de darren verzwakt zijn als gevolg van ondervoeding, worden ze door de werksters naar buiten gedreven. (zie foto hierna)

3_bio_maet

De oude darren worden het eerst uitgehongerd, maar spoedig krijgen de jonge darren eenzelfde behandeling

De meeste kolonies ontdoen zich in de herfst geleidelijk aan van hun mannelijke huisgenoten, zij nemen er zowat een maand de tijd voor. Van een wachtwoord om een ‘bijltjesdag’ te organiseren onder de darren, is er in elk geval geen sprake. En als er al een ‘darrenslachf plaatsvindt, is dat op het ogenblik waarop het darrenbroed door de imker wordt uitgesneden of ‘gekopt. Het signaal daartoe wordt dus niet door werksters, maar door de imker gegeven: wie is dan ‘de rechter en de beul’?

(*) Theo van Rysselberghe,
°Gent 1862 — +Saint-Clair (F) 1926;
Belgisch kunstenaar uit de school van de zgn. neo-impressionisten;
Bevriend met Maurice Maeterlicnk, Henry van de Velde, Emile Verhaeren;
Zijn werken vindt men in alle grote musea.

Literatuur:

– ‘La vie des Abeilles.’ —Maurice Maeterlinck, Biblioth~gue-Charpentier Paris — 1903;

– ‘Het leven der Bijen.’ —Maurice Maeterlinck, vertaling: Van der Wissel-Herderschee, Amsterdam — 1908;

– ‘Maurice Maeterlinck’

– H. Van Craeyenest,

– Mndbld van de Vl. Imkersbond­1998/7;

– ‘The biology and behaviour of drones’- Robert W. Currie Beeworld 68 (3)

Met dank aan B. Rotthier, Infocentrum Bijenteett — Gent.