Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 101
Jaar: 2015
Maand: Maart
Auteur : Dirk Desmadryl

NATUURLIJKE SCHIKKING VAN DE RATEN

In zijn boek ‘Der Grundlagen der Bienenzucht’ beschreef Josef Lüftenegger al in 1921 hoe bijen in de natuur hun raten bouwen en rangschikken volgens een specifiek systeem.Michael Housel uit Orlando, Florida, heeft deze natuurlijke rangschikking toegepast in zijn kasten zodat er in het bijenvolk een natuurlijke harmonie heerst, wat volgens hem heel wat voordelen biedt.

De Y-structuur in de natuur

Als je een raat tegen het licht houdt zie je op de celbodem aan de ene zijde een ‘Y’, en aan de andere zijde een ‘Y’ die op zijn kop staat: . Een zwerm bijen bouwt in de natuur eerst een centrale raat. Deze eerste raat heeft aan beide zijden een -structuur. Cellen met een -structuur zijn immers de optimale cellen voor het werksterbroed, en natuurzwermen willen immers zo vlug mogelijk werksters produceren omdat ze deze nodig hebben om hun soort te behouden.

Het wilde broednest start dus met een heel speciaal gebouwde raat voor een maximale productie van werkbijen, die op hun beurt onmiddellijk nodig zijn om nieuw broed te verzorgen en het benodigde voer te verzamelen. [ii]

Er wordt maar één dergelijke raat uitgebouwd. De volgende raten worden immers aan de ene zijde met een -structuur en aan de andere zijde met een -structuur gebouwd.

11 1

De -structuur van deze raten is steeds naar het centrum gericht, en de opstaande -structuur is gericht naar de buitenzijde. Zo bekomt men onderstaande volgorde (de centrale raat is rood gekleurd):

11 1a

Als ongeveer vier raten met werkstercellen aan iedere kant van de centrale raat zijn uitgebouwd, wordt er dan een combinatie van darren- en honingcellen gebouwd. Deze overgang naar grotere cellen neemt toe hoe verder men van de centrale raat naar de rand van het broednest gaat.

Deze grotere cellen of darrencellen aan de rand van het broednest beschermen het werksterbroed tegen beschadiging.

Dieren die een hangend nest in een boom aanvallen, scheuren vaak de buitenste honingraat af en verdwijnen. Bij sterke wind, soms samen met regen, worden vaak de buitenste raten afgeslagen of gescheurd.

De buitenste honingraten zijn kwetsbaarder, omdat ze minder stabiliserende celwanden hebben en gaan daardoor gemakkelijker kapot, maar ze beschermen de binnenste raten tegen ongunstige weersomstandigheden en wilde dieren.

De kleinere werkstercellen, die vaak ook honing en pollen bevatten, vooral als het bijenjaar vordert en het broed terugloopt, zijn de sterkste cellen, vervaardigd met de meeste was om maximale sterkte te garanderen.

De Y-structuur in kunstraat

11 2Kunstraat werd in de 19e eeuw gemodelleerd naar natuurbouw. Kunstraten hebben net zoals natuurraten aan de ene zijde een -structuur en aan de andere zijde een -structuur.

We moeten nu wel de raten in de goede positie plaatsen in de kast. Als we iets namaken om te gebruiken – wat de bedoeling is van kunstraat – maar het dan niet precies plaatsen zoals de bijen het zelf doen, mogen we dan de bijen de schuld geven als ze iets verkeerd uitbouwen of zich vreemd gedragen?

Het fout inhangen van de kunstraat en de verkeerde schikking kunnen de oorzaak zijn van vele problemen.

We moeten de positie van de raten imiteren, zoals die door de bijen in de natuur voorkomen. We beschikken echter niet over een centrale kunstraat (met aan beide zijden een -structuur), maar aangezien de raten in een kast gehangen worden, dienen ze niet beschermd te worden tegen de natuurelementen en is dit nu niet belangrijk.

Hoe rangschikken we nu de ramen? We splitsen de romp in twee denkbeeldige helften: een linker en een rechter helft. De vijf linkerramen hangen we met de -structuur gericht naar de linker buitenkant van de kast en de vijf rechterramen ramen met de -structuur naar de linker buitenkant van de kast (zie onderstaande tekening).

We zorgen er ook voor dat alle goed ontwikkelde raten met werkstercellen in het midden in het volk worden geplaatst, dan de raten met darrencellen (niet meer dan 10% darrencellen) en vervolgens de minder mooi opgebouwde raten.

Om bij een volgende ingreep gemakkelijk te werken, markeren we de bovenlatten van de ramen met een gekleurd punt aan de kant waar de -structuur zit (zie foto).

Voordelen van de methode

  • Met de juiste opstelling van de raten in de kast krijgen we een harmonie in het volk waardoor de bijen veel zachtaardiger worden.
  • De zwermneiging neemt heel sterk af. Bij de juiste rangschikking van de raten zijn de bijen heel tevreden met hun huis. Waarom zouden ze het dan verlaten? Als er vroeger ongeveer 40% van de volken zwermden, is dat nu herleid tot ongeveer 5%. Natuurlijk moeten we aannemen dat elk volk gaat zwermen wanneer we niet genoeg ruimte geven, zodat de koningin het vereiste aantal eieren kan leggen. Daarom werken we met onbeperkte broednesten
  • Van tijd tot tijd zetten imkers een nieuw raam met kunstraat in een broedbak of geven ze een bak met uitgebouwde en wasramen, maar de bijen en de koningin negeren deze gewoon. De oorzaak hiervan is een foutieve schikking van de ramen. Met het Housel-systeem zal de koningin nieuwe raten veel gemakkelijker gaan beleggen, wat heel belangrijk is, want ieder verlies aan broed is ook een verlies voor de toekomstige generaties werkbijen.
  • De onjuiste opstelling van de raten kan ook leiden tot warbouw, te breed uitgebouwde raten, loshangende en nauwelijks uitgebouwde raat, verbouwde of overbouwde kunstraten,

Besluit

Volgens de aanhangers van de Housel-theorie leven de bijen met deze methode in harmonie met de natuur en word je verlost van allerlei ziekten en plagen. Bovendien maken de bijen nog nauwelijks zwermplannen en worden ze heel zachtmoedig.

Wie ervan overtuigd is en de uitdaging wil aangaan, moet het zeker eens uittesten. Natuurlijk zal dat wel wat zoek- en telwerk vragen. Maar wie niet waagt wie niet wint.

11 3

11 4 


Zie: http://www.resistantbees.com/anordnung_n.html

Op deze regel zijn er echter uitzonderingen: na de langste dag of in de vroege herfst kunnen bijen soms darren- of honingraat bouwen als ruimte voor de wintervoorraad en pas daarna aan werkstercellen beginnen.