Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 92
Jaar: 2006
Maand: Juni
Auteurs: Frans Daems

DE GROTE ONTNUCHTERING

Groepswerk

Sinds enkele jaren bestaat in Limburg, in de schoot van de Verenigde Taxanders uit Tessenderlo, een werkgroep Koninginnenteelt en KI. In 2000 gaf Urbain Vrancken met succes een cursus die ons in staat stelde om de basiskennis te verwerven. Veertien imkers schreven zich toen in.
De LIB vzw kwam tussen in de kosten van het instrumentarium en de afdeling zorgde voor de infrastructuur.

Met vallen en opstaan werd de theorie in de praktijk omgezet en tijdens de daarop volgende jaren werden vele koninginnen geïnsemineerd. Er vormde zich een groepje dat zich echt wenste te bekwamen in het KI-gebeuren. Ondertussen werd steeds meer en betere apparatuur gemaakt of aangekocht om nog beter de verschillende onderdelen van de kunstmatige inseminatie te kunnen uitvoeren.
Begin 2005 werd een ambitieus jaarprogramma opgesteld met twee grote doelstellingen:

• ieder aangesloten imker de mogelijkheid bieden zijn eigen geselecteerde koninginnen- en darrenlijnen te benutten en uit te testen;
• via werkbezoeken aan ervaren telers en inseminatoren als Henri Verslegers, Henri Renson en de Duitser Martin Perner kennis en ervaring op te doen met de techniek.

Martin Perner

De studiereis naar Martin Perner te Wurzburg was voor de deelnemers een openbaring en … een ontnuchtering. Alles wat we tot hiertoe  hadden geleerd, bevestigde hij op een vereenvoudigde en duidelijke wijze of … hij zette het op de helling.
Martin Perner is een aangenaam, vriendelijk en gepassioneerd imker die ons van meet aan wist te enthousiasmeren. Hij nam ons mee naar zijn Bienenhaus, een mooie, zelf gebouwde blokhut, voorzien van alle comfort: een slingerlokaal, een labo, een vergaderzaal en een bijenhal met darrenvolken en teeltmoeren.

Rond de blokhut had onze gastheer vele kasten en bevruchtingkastjes geplaatst. Het bekoorlijke geheel scherpte onze nieuwsgierigheid aan. We wilden weten hoe zwermtraag, zachtaardig, productief en ziekteresistent zijn volken wel waren We moesten niet wachten op een antwoord. Hij opende alle kasten, drieramers en bevruchtingkastjes We zochten en keurden samen de koninginnen: mooie, rijzigecarnicamoeren zwaaiden de scepter over hun volk, de een al met mooier aaneengesloten broed dan de andere.

Martin Perner toonde ons zijn KI-werkwijze en benadrukte een gouden regel: zo weinig mogelijk tegennatuurlijk werken en geen (chemische) middelen gebruiken als het niet echt nodig is. In de late namiddag bezochten we zijn productiekasten. Deze waren geschikt per vier, midden in een loofbos, langs een berghelling. En of er honing aanwezig was! Verschillende broednesten waren er volledig mee gevuld! Ook hier opende hij de kasten. De zachtheid en productiviteit van de bijen waren van de bovenste plank.

Bij een goed glas wijn leerden we de imker achter dit verhaal nog beter kennen. We waren verwonderd over de eenvoud van zijn bedrijfmethode en zijn grondige kennis van het bijenleven.

Wat we leerden

Wat brachten we aan informatie en kennis mee uit Wurzburg? Een overzicht:

• Betreffende de koninginnen-teelt:

• het overlarven gebeurt in speeldoppen die hij wegsnijdt van de ramen;
• één enkele kolonie vormt de starter en het pleeg- en kweekvolk;
• Martin Perner borstelt alle bijen van de honingramen in de broedkamer, de koningin sluit hij op op vijf ramen. Een week later neemt hij de koningin en alle open broed weg uit de kast, er blijft enkel gesloten broed met bijen over. Na één dag hangt hij de pas overgelarfde doppen (=speeldoppen) tussen de broedramen. Na het sluiten van de dop kooit hij deze in en na elf dagen wordt de jonge koningin geboren. De koninginnen die geboren worden vóór dag elf en na dag twaalf beschouwt hij als waardeloos en worden gedood.

• Betreffende de bevruchtingkastjes en de invoer van koninginnen:

sel_6_1

• Martin Perner vindt koninginnen best bevrucht worden acht dagen na de geboorte;
• hij brengt broedramen met open en gesloten broed en bijen in een bevruchtingkastje (drie- of vierramer) dit volkje trekt redcellen aan. Vooraleer de bijen deze sluiten, brengt hij een uitlopende koninginnendop in. De uitgelopen koningin bijt de redcellen uit.
• Men kan ook de redcellen na acht dagen breken en een uitgelopen koningin invoeren in een kooitje met suikerstop.

•Betreffende de varroabehandeling in zomer (juli) en winter(december):

• Na het slingeren brengt Martin Perner alle broed in één bak samen boven de moerrooster. De koningin met acht uitgewerkte ramen blijft onder de moerrooster. Na acht dagen neem hij de koningin en alle open broed weg, alle bijen blijven op de kast. Met het open broed versterkt hij andere volken. Hij doodt de koningin. Hij verdampt een eerste maal met oxaalzuur en herhaalt dit na een week. Hij zorgt ervoor dat het volk minimaal acht ramen bijen heeft. Hij zet de bovenste bak terug naar onder, het volk is op dat ogenblik moerloos.
Herbemoeren kan door:
-eitjes van een geselecteerd volk in te hangen en een koningin te laten uitlopen via redcellen;
-een bevruchtingkastje met bevruchte koningin in te voeren via de krantenmethode of door de ramen samen te hangen nadat de ramen werden gebroesd met suikerwater.

•Winterbehandeling (december). 21 dagen na de eerste vorst, bij een minimum temperatuur van 5°C (tros moet los zitten) laat Martin Perner 3 g oxaalzuur in een volk verdampen of hij benevelt alle ramen met een water-oxaalzuuroplossi ng (temperatuur 15 à 200).
Als er veel mijten vallen, behandelt hij een tweede maal.

Tijdens ons verblijf te Würzburg hebben we kunnen vaststellen dat ook een moeilijk onderdeel van de imkerij zoals KI op een eenvoudige eenvoudige en rationele manier kan worden uitgevoerd. Dat was voor ons de grote ontdekking, maar ook…de grote ontnuchtering