Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 93
Jaar: 2007
Maand: april
Auteurs: Dr. Michel Asperges

STAPPENPLAN HONINGVERWERKING 

Om aan de wettelijke voorschriften betreffende de hygiënische en veilige productie van honing te voldoen, moet onze sector een ‘gids voor goede imkerspraktijken’ samenstellen. Honing is immers een zogenaamd ‘primair product’.

Deze gids moet een goede traceerbaarheid van onze honing mogelijk maken, vanaf de productie ervan tot en met zijn verbruik door de consument. Tenminste als u als producent honing, gratis of tegen betaling, ter beschikking stelt van derden. Omdat de gids nog een tijd op zich zal laten wachten en de slingertijd langzaam­aan naderbij komt, geven we hierbij het woord aan dr. Michel Asperges die voor zichzelf al sinds lang een gids avant la lettre opstelde. (gdr)

Niet voor imkers alleen

43 1_1

Gelijkaardige gidsen bestaan er al voor verschillende primaire producten zoals o.a. vlees. Vraag het maar eens aan uw slager! De dioxinecrisis heeft de traceerbaarheid in een vrij hoge versnelling geplaatst.

De eerste vergadering rond de ‘gids voor goede imkerspraktijken’ vond plaats op maandag 27 september 2004 in Gent. Als werktitel voor het te produceren document werd de benaming Honinggids weerhouden.

Verder konden we in het maandblad van september 2006, 91ste jaargang nr. 7, in een korte mededeling over de Honinggids vernemen dat hij, voor wat Vlaanderen betrof, geschreven was door A. Van Hoorde en prof. dr. F. Jacobs. Deze gids, in voorontwerp, is ondertussen al door heel wat mensen gelezen en bijgestuurd, ook door verantwoordelijken van het FAVV, maar voorlopig is er nog altijd geen gids!

Het is goed om weten dat er via het Honingproject al heel wat honing geanalyseerd werd en dat elke imker die aan de gestelde eisen  voldeed een bekwaamheidsattest ontving. Ook de inspecteurs-dierenartsen laten honing controleren op de aanwezigheid van antibiotica en zware metalen zoals lood. Heel terecht zoeken ze naar antibiotica, in buurten waar er Amerikaans vuilbroed geweest is. De sector is hier niet gelukkig mee, maar als de analyses dan nog positief blijken te zijn, dan begrijpen we zeer goed dat het FAVV moet ingrijpen. Het spijtige van heel het verhaal is dat eens de stalen genomen zijn, de imker meestal niets meer te horen krijgt van het FAVV. Het blijkt nu echter dat de honing in orde is als dit organisme niet reageert.

Om de hygiëne is het te doen!

Het FAVV, dat nog steeds federaal is, wil dus dat de sector een gids voor goede imkerspraktijken opstelt die het mogelijk maakt een controle uit te voeren op het primaire product ‘honing’. Dit ten behoeve van de hoog geprezen ‘traceerbaarheid’. In mensentaal wil dat zeggen een controlemogelijkheid die vertrekt vanaf de bron (honing in de raat) tot bij de consument, dat is hij die een verzegelde pot honing koopt, opent en verbruikt.

Gezien het hier om een federale materie gaat,moeten de verschillende gemeenschappen een gezamenlijke tekst ter goedkeuring voorleggen. Uit de hoger vernoemde mededeling bleek al dat dit een behoorlijk probleem is want Vlamingen en Walen zaten in het begin niet altijd op dezelfde golflengte. Intussen blijkt er een geïllustreerde tekst te bestaan die Echter nog steeds niet is goedgekeurd.

Wij, hobby- of beroepsimkers, produceren het primaire product ‘honing’ dat we kunnen verkopen. Het is natuurlijk omwille van de verkoop dat de sector verplicht is een gids op te stellen en na te leven. Persoonlijk meen ik, of we nu honing verkopen of voor onszelf houden, dat we hoe dan ook hygiënisch moeten werken.

Voor de gelegenheid heb ik even de vragen genoteerd die ik me stel tijdens elke fase van de productie. Ik noem dit document mijn ‘stappenplan’. Bedenk dat het geen honinggids is! Het kan best zijn dat ik nog punten over het hoofd heb gezien, maar we moeten ergens beginnen.

43 2_2a

Commentaar

• Uit wat vooraf gaat, merkt u dat er bij het verwerken van honing veel komt kijken. De consumen­ten hebben hier totaal geen besef van. Nochtans zou het goed zijn om dit aan het grote publiek kenbaar te maken. Daarom is het zo nuttig om bij open dagen in de educatieve bij­enstanden slingerdemonstraties te organiseren. Hierdoor hopen we wat meer respect voor ons primair product aan te kweken.

• Het stappenplan is maar een voorstel om op een eenvoudige wijze, maar met behoorlijke zekerheid, de eventuele vragen van uw klanten te kunnen beant­woorden. Verder is het toch al een behoorlijke poging om bij een mogelijke controle door het FAVV duidelijk aan te tonen dat u van goede wil bent en een zeke­re autocontrole organiseert.

• De honinganalyse is niet ver­plicht maar wel erg handig om te bewijzen dat uw honing voldoet aan alle EU- en Belgische richt­lijnen voor honing. Voorlopig zijn deze analyses nog gratis vermits ze passen in het Honingproject van de EU. Bij de Waalse collega’s moet men (soms) betalen, maar u krijgt er wel een zeer uitgebreide analyse.

• Bij CARI kunt u de honing laten analyseren naar verschillende belangrijke delen: zo kunt u bijv. alleen het vochtgehalte laten analyseren of het saccharasege­tal, het HMF, de pH, de geleid­baarheid, de suikers, de stuif-meelsoorten, de organoleptische kenmerken, …). U kunt natuur­lijk ook een volledige analyse vragen. Vanaf een bepaald aan­tal analyses, rekent de vereni­ging haar onkosten aan. Dat kan behoorlijk oplopen. Wat ik niet weet is of er ook naar antibioti­ca wordt gezocht.

• Een vervelende zaak is de con­trole van de gebruikte voedings­plastiek. We stockeren onze honing in grote emmers (onge­veer 30 kg). Iedere emmer heeft zijn eigen lotnummer. De honing die we verkopen wordt aangebo­den in glazen potten van onge­veer 500 g die afgesloten zijn met een geel plastiekdeksel. In beide gevallen gebruiken we dus voedingsplastiek.

Nu blijkt het dat sommige FAVV-controleurs het nodig en nuttig vinden om een opmerking te maken over deze voedingsplastiek. Ze vragen te bewijzen dat het wel degelijk om voedingsplastiek gaat! Voor alle duidelijkheid, het zijn amb­tenaren van het FAVV die deze controles uitvoeren en niet deze die onder het regime van de inspecteurs-dierenartsen vallen. De staalname moet overigens aan een aantal voorwaarden vol­doen. De ambtenaar moet u een verzegeld staal in bewaring geven. De honing die hij mee­neemt, moet hij betalen!

• Houten voorwerpen, metaal dat geen inox is, stenen kroegen zonder glazuren oppervlak, een ruimte waarin bederfelijke voe­ding aanwezig is, mag u bij het slingeren en verwerken van de honing niet gebruiken. Veel imkers zondigen tegen deze regels.

• De Honinggids, in voorbereiding, zoals hij te zien is op de site van de CARI oogt fraai en is prak­tisch (www.cari.be/233-guide­de-bonnes-pratiques). Laat ons hopen dat hij er ooit komt. We zijn nu toch al 2007!

• Ik druk erop dat alle materiaal moet gereinigd worden en nage­spoeld met drinkbaar kraantjes-water. Ander water, kraantjeswa­ter dat al enkele dagen open en bloot staat, water waarin materi­aal een nacht is blijven staan, mag absoluut niet gebruikt wor­den. Laatstgenoemde soort water is immers behoorlijk ver­vuild met bacteriën! Wat zeker niet kan, is uw slinger en zeven een nacht of langer ongespoeld laten staan om ze later opnieuw te gebruiken.

• Het bijhouden van een logboek (een schriftje) waarin u noteert wat u met de bijen gedaan hebt en welke materialen u gebruikt hebt, is zeer belangrijk. In de toekomst zal het zelfs verplicht zijn. Noteer zeker de lotnummers van de gebruikte producten zoals geneesmiddelen, suiker, voe­ding, … De praktijkgids zal een aantal modelbladen bevatten die, samengevoegd, een perfect logboek zullen vormen. We wor­den hier voor het eerst mee geconfronteerd maar bedenk dat dit binnen de landbouw en voe­dingsnijverheid al vele jaren bestaat. Traceerbaarheid is nu eenmaal belangrijk.

• Het kan nuttig zijn te weten welke honing u aan het slingeren bent. Bedenk dat u op het honingetiket het juiste begrip moet noteren! Het eenvoudigste is ‘bloemenhoning of ‘lenteho­ning’. Maar speciale honingsoor­ten hebben natuurlijk ook speci­ale prijzen! Denk maar aan aca­ciahoning of heidehoning. Bij de speciale honingsoorten moet u wel zeker zijn dat ze aan de wet­geving voldoen!

Gebruikte literatuur:
KB betreffende honing 19/03/2004-Belgisch Staatsblad, pag. 16015 – 16019.

Van Hoorde A. en Jacobs F.: Mededeling Honinggids, Maandblad van de Vlaamse Imkersbond, sep­tember 2005, nr. 7, pag. 6.
Bruneau E. 2005: Comment étique­ter son miel? Abeilles et Cie Cari, 2005 nr. 108, pag. 24 – 26.