Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 92
Jaar: 2006
Maand: Januari – Februari
Auteurs: Chris Simoens

GENETISCH GEWIJZIGD KOOLZAAD IN BELGIË, NOG NIET VOOR MORGEN

Blijkbaar heerst bij sommige imkers onduidelijkheid over de aanwezigheid van genetisch gewijzigd koolzaad (GG-koolzaad) in België. Daarom een stand van zaken.

Voor de voorgeschiedenis verwijzen we naar het Maandblad van juni, juli-augustus, september en oktober 2003. We waren toen zo ver dat de Europese Unie (EU) een richtlijn over genetisch gewijzigde gewassen (GGG’s) (2001/18/EG) had uitgewerkt. De individuele landen moesten echter deze richtlijn omzetten in eigen wetgeving.

Wordt er momenteel al genetisch gewijzigd koolzaad geteeld in België?
Totaal niet. Het is altijd mogelijk dat een en ander illegaal geteeld wordt, maar de kans hierop is zeer klein.

Kunnen we in de nabije toekomst genetisch gewijzigd koolzaad in België verwachten?
Neen. Zelfs de komende vijf jaar verwachten we geen GG-koolzaad in België. Binnen tien jaar kan het aandeel GG-koolzaad op het totale areaal van koolzaad 10-20% bedragen. Dit is echter zeer moeilijk in te schatten. We gaan er hier van uit dat de tendens tot een meer grootschalige landbouw zich doorzet.

Zijn er momenteel veldproeven van GG-koolzaad in België?
Neen. Momenteel gebeurt zelfs geen enkele veldproef met een genetisch gewijzigd gewas. Dus in 2006 is België in principe vrij van GGG’s in open lucht.

Hoever staan we vandaag in België met de wetgeving over teelt van GGG’s?

Richtlijn 2001/18/EG van de EU is ondertussen omgezet in het Koninklijk Besluit van 21 februari 2005. Dit betekent echter niet dat teelt van GGG’s meteen gewettigd is. De teelt van een GGG is immers pas mogelijk nadat het opgenomen is op een gemeenschappelijke Europese rassenlijst. Voorlopig is deze lijst beperkt tot zeventien maïslijnen. Koolzaad is nog niet toegelaten.

Overigens kan pas met de teelt van GGG’s begonnen worden nadat België een gedetailleerde regelgeving heeft uitgewerkt over de ‘coëxistentie’ van gewijzigde en niet-gewijzigde gewassen. Dit omvat maatregelen die mogelijk maken dat genetisch gewijzigde gewassen kunnen opgroeien zonder dat zij de conventionele en biologische gewassen in de omgeving genetisch ‘besmetten’ via bestuiving.
Ook opslag en verwerking moeten gescheiden plaatsvinden. Dit is een uitermate ingewikkeld en tijdrovend dossier. De uitwerking van een wetgeving van coëxistentie gebeurt op regionaal niveau. Zowel in Vlaanderen als Wallonië is momenteel het betreffende decreet in de ontwerpfase. De decreten zullen binnenkort in de beide parlementen ter discussie staan. Zij bakenen een duidelijk kader af waarbinnen de teelt van GGG’s mogelijk wordt.

Maar dat is nog niet alles. Er moeten ook uitvoeringbesluiten opgemaakt worden die de technische maatregelen meer concreet vastleggen. Dit gaat dan bijv. over isolatieafstanden tussen velden (specifiek voor elke soort), reiniging van zaai- en oogstmachines, gescheiden opslag enz. Voorlopig wordt enkel een uitvoeringbesluit uitgewerkt voor maïs. Dit zal pas uitgebreid worden naar andere soorten, als in de toekomst deze soorten op de Europese gemeenschappelijke rassenlijst voorkomen.

Wat is zo moeilijk aan het dossier GG-koolzaad? Coëxistentie voor koolzaad ligt inderdaad een stuk moeilijker dan bijv. voor maïs. Van koolzaad komen in België immers wilde soorten voor! Bovendien is het niet eenvoudig om in de relatief kleinschalige Belgische landbouw 100% te garanderen dat GG-stuifmeel niet overgedragen wordt naar niet-gewijzigde koolzaadvelden. Het blijft zelfs de vraag of er ooit GG-koolzaad komt.

Als het GG-koolzaad er wel zou komen, zal het dan nectar geven?

GG-koolzaad geeft wel degelijk nectar.

Het is wel zo dat de mannelijk steriele GG-lijnen geen stuifmeel vormen. Deze worden gebruikt om een 100% zuivere hybride te vormen. In productievelden echter is de vruchtbaarheid van de mannelijk steriele GG-lijnen hersteld, anders zouden ze geen zaad vormen. Met andere woorden, productievelden van hybried GG-koolzaad geven stuifmeel én nectar.

Wat is er waar van het gerucht dat onder het GG-koolzaad één vierde gewoon koolzaad moet mee gezaaid worden?

Niets. Hier heerst wellicht ver­warring met wat gebeurt bij in­sectresistente GGG’s (momenteel bekomen door inbouw van een zeer specifiek gifkristal van de bacterie Bacillus thuringiensis of Bt). Zo wordt met insectresistent GG-katoen 20% gewoon katoen meegezaaid. Hierdoor kan men verhinderen dat de insecten snel resistentie opbouwen tegen het ingebouwde gifkristal. Als insecten blootgesteld worden aan 100% insectresistent katoen, worden namelijk zeer snel individuen uitgeselecteerd die toevallig niet door het Bt­gifkristal gedood worden.

Zal het GG-koolzaad schadelijk zijn voor de bijen?

Met de commerciële GGG’s die momenteel op andere continenten in cultuur zijn, heeft men in open veldsituatie nog geen effect gemeten op de gezondheid van de bijen. Dit zijn vooral Herbicideresistente en Bt‑insectresistente variëteiten.
Bij de teelt van herbicideresistente gewassen werd wel een onrechtstreeks effect vastgesteld op de natuur in de buurt van de velden. Spuiten van herbiciden doodt immers ongeveer alle wilde planten, met als gevolg heel wat minder vogels en insecten op en rond de velden.

Wat bijen betreft moet men vooral voorzichtig zijn met het inbouwen van insectdodende stoffen, zoals chitinase en protease inhibitoren (Maandblad, juli-augustus 2003). Deze veroorzaken in laboproeven wel degelijk schade aan volwassen en larvale bijen. De effecten worden in elk geval grondig onderzocht; een GGG-lijn zal niet zomaar een goedkeuring krijgen als ze schadelijk is voor bijen.

gene_1