Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 95
Jaar: 2009
Maand: November
Auteurs: Dr. Michel Asperges

OP WELK TIJDSTIP VAN DE DAG ZIJN STUIFMEEL EN STEMPELS KLAAR VOOR BESTUIVING DEEL 2

Wanneer gaan de helmknoppen en de stempels van de bloem open?

De kennis van deze bloembiologische eigenschappen is van groot belang voor de imker en zeker voor de fruitteler. Soms vertikken de honingbijen het om ‘s morgens vroeg op bepaalde gewassen te vliegen, ook al lijken de abiotische factoren zoals temperatuur, vocht en licht optimaal. Hommels ‘kijken niet naar de klok’ en vliegen altijd. Sommige planten vertonen een ritmische ontwikkeling van meeldraden en stampers. Dit bevordert de kruisbestuiving. (zie tabel 3)

Tabel 3: Stuifmeel en stempel zijn niet op elk moment van de dag beschikbaar.

op_2_1

Peer = Conference en Doyenné du Comice. Appel = Jonagored en Jonagold. Kers = Brabantse kraker. Pruim = Monsieur Active. Framboos = Longberries.

Om welk uur is er wát te zien bij fruitbloemen?

op_2_2

 

op_2_3

Appels, peren, pruimen en kersen vertonen een ritmische ontwikkeling van meeldraden en stampers tijdens de dag. Eerst zijn de meeldraden rijp en pas later de stempels. Dit is niet altijd het geval bij framboos.
Bijen doen tijdens hun korte leven aan taakverdeling, wat voor de fruitteler belangrijk is. Jonge vliegbijen verzamelen nectar terwijl oudere vliegbijen stuifmeel verzamelen. Dit wil dus zeggen dat als er geen nectar te vinden is, er ook geen jonge bijen te zien zijn! Hommels zijn hierin minder kieskeurig.

Hierna volgen de gegevens van Malleyson en Michiels (1994) en Jacobs F. 1988 van bestuivingsresultaten met en zonder honingbijen. Hiervoor werden planten afgeschermd met vliegkooien.

op_2_4

In Duitsland werden door Evert (1998) proeven gedaan in het veld met kers en framboos. Sommige bomen werden afgedekt zodat er geen insecten bij de bloemen konden komen, maar er was wel windbestuiving mogelijk. De resultaten zijn uitgedrukt in kg opbrengst

Het is duidelijk dat bestuiving van deze bloemen met honingbijen een behoorlijk verschil maakt in massa en in kwaliteit.

op_2_5

Besluit

Zowel voor de fruitteler als voor de bestuivingsimker is het van zeer groot belang goed te observeren wanneer de bloemen open zijn en de meeldraden en/of de stempels klaar zijn voor bestuiving. Hou er rekening mee dat het microklimaat – dit is het plaatselijk klimaat in de plantage – een bepalende rol zal spelen bij het ontluiken van de verschillende bloemdelen. Deze studie geeft een algemeen beeld maar dit zou moeten verfijnd worden naar de verschillende rassen en of variëteiten van fruitbomen.

Dank aan

Langs deze weg wil ik J. Brems, D. Desmadryl en M. Van den Wijngaert danken voor het nalezen van deze tekst en het • geven van hun commentaar zodat het geheel duidelijker en leesbaarder werd. Ook een woord van dank aan R. Vaes die er steeds in slaagt mij te doen inzien dat de taal van de imker anders is dan de taal die we gebruiken binnen het onderzoek.

Foto’s © M. Asperges

Literatuur

– Asperges M. en Voogt P.A., ‘We kijken naar bloemen’ – Bul. Leerkrachten. Biologie – Utrecht — 29 (173) pp. 63 — 66 — 1998;
– Hensels L.G.M., ‘Bestuiving Land- en Tuinbouwgewassen door honingbijen’ — Elsevier Doetinchem — p. 96 — 2000;
– Provincie Vlaams-Brabant Dienst land- en tuinbouw 2008 — Flyer “Aardbeien milieuvriendelijk telen” – Provincie Vlaams Brabant — Leuven – p. 2;
– Provincie Vlaams-Brabant Dienst land- en tuinbouw 2008 — Flyer ‘Bijen en fruitteelt, een win — winsituatie’ — Provincie Vlaams-Brabant, Leuven – p. 6;
– Simoens C.,Van Hoorde A., Jacobs F.J. —’Economische betekenis van de honingbij’ – Maandblad van de Vlaamse Imkersbond – 2003 n° 1 pp. 7 — 11.