Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 102
Jaar: 2016
Maand: september
Auteurs: dr. Pia Aumeier

WAT MET VOEDERRAMEN*

Overtollige voederramen moeten niet noodzakelijk afval worden. Deze eenvoudige methode spaart voederramen en uw zenuwen.

PIA1

De gebruikelijke methoden
‘Weg ermee’, is het advies van vele imkers bij een tijdelijk overschot aan voederramen. Of het nu honing- of suikerramen betreft, beiden eenmaal gekristalliseerd, worden als waardeloos beschouwd voor de bijen. Anderen hebben schrik voor het overdragen van ziekten of ongedierte bij het omhangen van voederramen, of vrezen rotzooi en plaatsgebrek in de opslagplaats. Zo worden gekristalliseerde honingramen die in de loop van het jaar vrijkomen deels weggegooid of ingesmolten.
Wie ieder raam bewaart met 100 gram honing erop, heeft veel werk om zijn ramenmagazijn met ijsazijn of zwavel te vrijwaren van insecten en schimmel. Voederramen, buiten het volk bewaard, zijn ook voor wasmotten een aanlokkelijke prooi.
Voederramen in een kelder bewaard, zuigen vocht op via de gesloten gewaande celdeksels en beginnen na enkele weken te gisten en vervolgens te druppelen. Voederramen kunnen gedurende een lange winter in een kelder bewaard worden indien de luchtvochtigheid lager is dan 60% en de temperatuur minder dan 15°C.

Het alternatief
Het bewaren van waardevolle voederramen kan men best overlaten aan de bijen. Waardevol zijn ramen die meer dan 1 kg voeder bevatten. In principe zijn deze ramen ongevaarlijk voor de bijen en onderzoekingen hebben bewezen dat bijen zorgeloos kunnen overwinteren op gekristalliseerde koolzaad- of mosterdhoning. Wanneer het vliegweer is kunnen de bijen probleemloos water voor het verwerken van de honing ophalen.
Varroamijten zijn in gestorven volken na enkele dagen ook dood, samen met de andere ingezetenen, en worden dus niet mee verhuisd met de voederramen. Er moet wel rekening gehouden worden met Amerikaans vuilbroed. Jaarlijks zijn kasten laten onderzoeken is de beste verzekering tegen het verspreiden van de hoog besmettelijke en bijna oneindig houdbare sporen.

Zo werkt het

  • Voederramen komen vrij in de herfst en winter bij het verenigen van zwakke volken.
  • Bij late drachten moet gelet worden op melezitosehoning en verwijderd worden.
  • In gebieden met veel groot springkruid of reuzenbalsemien kan in september de broedruimte voor de winterbijen ingenomen worden door een overvloedige dracht. Ook hier moeten voederramen worden weggenomen.
  • Ik bewaar de voederramen direct op de bijen. Niet op de productievolken, omdat de zware rompen met voederramen terug moeten worden afgenomen bij het druppelen met oxaalzuur in de winter. Beter geschikt zijn afleggers die overwinteren op één romp. Ze krijgen de voederramen in een tweede romp met vrije toegang. Zolang het warm is, beschermen de bijen de voederramen tegen wasmotten. Bij koud weer vormen de wasmotten geen gevaar. Voor de bijen vormt de koude zolder geen probleem, ze verwarmen enkel de tros.
  • In het voorjaar, bij het begin van de wilgenbloei, worden de opgeslagen voederramen weggenomen en vervangen door wasramen.
    Indien in het begin van de kersenbloei er ook overtollige voederramen zijn in de productievolken, worden deze weggenomen, vooraleer de honingzolder wordt geplaatst. Hierdoor wordt het overdragen van oud wintervoeder vermeden.
  • Alle voederramen worden nu koel en droog opgeslagen voor ten hoogste 8 weken. Luchtig en onbeschadigd, zodat geen voeder uitloopt, gestapeld in een rompentoren op een muisdichte roosterbodem met gesloten en muisbeveiligde vliegopening.
  • Deze voederramen zijn beschikbaar voor de afleggers in het nieuwe jaar.

* Bovenstaand artikel is verschenen in het septembernummer van Deutsches Bienen-Journal van 2013 onder de titel ‘Wohin mit den Futterwaben’. Met dank aan dr. Pia Aumeier voor het verlenen van haar toestemming het artikel te publiceren in het maandblad.