Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 101
Jaar: 2015
Maand: Juni
Auteur : Alois Schotanus

DE ZUIGELING

Broedafleggers, vegers en vliegers behoren tot de gebruikelijke vormen ter voorkoming van zwermen. Ook voor de vermeerdering of de verjonging van het volkenbestand worden deze ingrepen regelmatig toegepast. Eén van de varianten op deze algemeen bekende bedrijfstechnieken, is de zgn. ‘zuigeling’.

De naam ‘zuigeling’ en de werkwijze zijn afkomstig van ‘Nebenerwerbsimkers’ uit de vroegere DDR. Voor deze semi-beroepslui kwam het erop aan om met zo weinig mogelijk ingrepen hun talrijke volken efficiënt doorheen het actieve seizoen te sturen. Zo bedachten zij een methode om met één ingreep zowel de zwermdrift te doen afnemen, als een gerichte volksvermeerdering op te zetten. Tezelfdertijd werd het koninginnenbestand verjongd en een varroabestrijding doorgevoerd.

Eenvoudig

De methode is zeer eenvoudig en weinig tijdrovend. Zij vergt geen extra uitrusting inzake kasten, kastjes, ramen of raampjes en … de koningin moet NIET opgezocht worden. De hierna voorgestelde werkwijze is bedacht voor het simplexkasttype. Maar dat betekent dat ze net zo goed op DNM (=Duitse normaal maat) zander- en segebergerkasten kan toegepast worden. Er wordt wel verondersteld dat de imker over een uitwijkmogelijkheid beschikt. Dat mag een (wat) verder afgelegen drachtgebied zijn, een eigen tweede standplaats, de stand van de plaatselijke vereniging, de educatieve bijenhal van de bond, of een plekje in de bijenhal of de tuin van een collega.

Werkwijze

Fase 1

We maken een gewone broedkamer klaar met een voederraam, dat we gevuld hebben met een goede voederdeeg, plus twee waswafels, plus een stuifmeelraam, dat we desgevallend uit het af te schrapen volk mee overnemen, plus zes mooi opgewerkte, niet te vaak bebroede ramen uit onze reserve. Met deze combinatie trekken we naar het sterk productievolk waarvan we het zwermen willen voorkomen.

Fase 2

We plaatsen de voorbereide romp naast het productievolk in kwestie. We nemen vervolgens vier van de zes opgewerkte ramen uit de voorbereide romp en plaatsen ze even terzijde. Uit het midden van het broednest van het productievolk, lichten we vier broedramen waarvan we de bijen behoedzaam in het volk terug afstoten. We letten erop dat deze ramen open broed bevatten: eitjes, jonge en oudere larven. Deze bijenvrije broedramen hangen we in de vrijgemaakte ruimte van onze voorbereide romp. De vier lege, opgewerkte ramen die terzijde stonden, plaatsen we in het afgetapte productievolk, nadat we het broednest terug mooi aaneengesloten hebben. Hierop komt het moerrooster met daarboven onze voorbereide zuigelingskamer en (desgevallend) daar boven de honingkamer. Het productievolk wordt gesloten en voor de duur van ca 8 uur met rust gelaten. Na verloop van deze tijd, heeft de zuigeling zich gevuld met voedsterbijen, poets-, bouw- en veldbijen. De vier ramen met openbroed hebben als een magneet gewerkt op de bijen van het productievolk.

Fase 3

Dan gaan we weer aan de slag. De honingkamer wordt afgezet; de zuigeling stellen we op een bodem en we sluiten hem af met dekplank en dak, nadat we een thymolstrip (Thymovar – Apivar) ingehangen hebben. De honingkamer komt weer op haar oorspronkelijke plaats. We sluiten de zuigeling op en brengen hem naar die andere standplaats (zie hiervoor), buiten de vliegkring van het moedervolk.

Fase 4

Negen dagen later, breken we in de zuigeling alle doppen die op de broedramen opgetrokken werden. Dat is een gemakkelijke klus, want er zijn maar vier ramen na te kijken. Tegen die tijd zijn er uit de koninginnenteelt ofwel edelcellen ofwel reeds uitgelopen maagdelijke koninginnen beschikbaar. Indien we de vereiste voorzorgen in acht nemen, kan zo’n edelcel of een maagdelijke koningin zonder risico in de zuigeling gebracht worden. De zuigeling wordt dan meteen het paringsvolk. Door zijn harmonische samenstelling, zal het eerste broed van de jonge bruid in optimale omstandigheden verzorgd worden. Want tegen de tijd dat deze moer aan de leg gaat, lopen er in de zuigeling een massa jonge bijen uit.

Alternatief

We kunnen zo’n zuigeling ook verder uitsplitsen in twee (of meer) paringsvolkjes. Voorzien van een edelcel of een pas uitgelopen koningin, kunnen we ze naar een bevruchtingsstand brengen. Indien we de gehele operatie goed coördineren met de koninginnenteelt, levert dat een flinke arbeidsbesparing op. Het omslachtige en bijenonvriendelijke darrenzeven, is er dan niet meer bij, evenmin als het kledderige pollepelsgewijs vullen van paringskastjes met natgemaakte bijen.31 1

 

Multifunctioneel

Met een dergelijke aflegger kan men alle kanten op. Indien goed verzorgd, groeit hij moeiteloos uit tot een volwaardig overwinteringsvolk. Men kan hem ook gebruiken om de moer om te wisselen van een productievolk, dat nog moet ingezet worden op een najaarsdracht (heide, teunisbloem). Men kan de zuigelingen onderling verenigen. Men kan ze als bestuivingsvolken verkopen of verhuren voor de najaarsteelten onder glas of plastiek. Op de najaarsmarkten geeft men er goed geld voor. Ook collega-imkers willen wel een goed opgezet jongvolk, vooral als een moeder ‘van goeden huize’ aan het hoofd van de familie staat.

Voordelen van de zuigeling op een rijtje

  • Remt de zwermdrift af.
  • Vermeerdert en verjongt het volkenbestand.
  • Reduceert de varroabelasting in het jongvolk.
  • De koningin moet niet opgezocht worden.
  • Men gebruikt alleen maar kasten en ramen op standmaat.
  • Alles is beperkt tot zeer eenvoudige handelingen, met geringe arbeidsinzet.
  • Talrijke toepassingsmogelijkheden.

Noodzakelijke voorwaarden

  • Uitwijkmogelijkheid voor de aflegger(s).
  • Coördinatie met de (eigen) koninginnenteelt of afspraak/contact met andere moertelers.
  • De zuigeling kan men alleen afschrapen of aftappen van sterke productievolken. In feite zouden er geen andere op onze stand aanwezig mogen zijn! Maar dat is reeds langer bekend.